'Brussel kan zichzelf niet zomaar hervormen'

Brussels minister van Begroting Guy Vanhengel (Open VLD) is niet te spreken over de hervormingsvoorstellen van Ecolo-voorzitster Zakia Khattabi voor het Brussels gewest. Khattabi, die voorstelt om de VGC en de Cocof af te schaffen, maakt een denkfout, zegt Vanhengel in La Libre. ‘De Cocof heeft een heel ander statuut dan de VGC. Dus het is onmogelijk om de wijziging van de spelregels enkel onder Brusselaars te regelen.’

“Ik stel bij een aantal mensen een gebrek aan kennis vast over de politieke instituties (in Brussel, red.) en hoe zij functioneren”, steekt Vanhengel van wal in de Franstalige krant.

“Khattabi bijvoorbeeld houdt er duidelijk geen rekening mee dat Franse (Cocof) en de Vlaamse Gemeenschapscommissies (VGC) heel verschillende statuten hebben. De Cocof heeft wetgevende macht, wat inhoudt dat ze ordonnanties kan aannemen, terwijl de VGC die niet heeft. De VGC is wel een autonome instelling maar moet de decreten van de Vlaamse Gemeenschap toepassen.”

“Khattabi begint hiermee gewoonweg een nieuw debat over de evenwichten in België. Als dat niet in de kaart van de N-VA spelen is… Als de Franstaligen nu eerst eens beginnen met de dingen aan hun kant eenvoudiger te maken, en dan spreken we verder. Het zou bijvoorbeeld zinvol zijn meer middelen en macht aan de Cocof te geven. Ook aan Vlaamse kant is het complex, maar de lijntjes zijn er veel directer.”

Vanhengel geeft het voorbeeld van het onderwijs, waarvoor hij binnen het college van de VGC bevoegd is. “Aan Vlaamse kant is het simpel. Er zijn twee protagonisten: minister van onderwijs Hilde Crevits (CD&V) voor de Vlaamse scholen en ikzelf voor de Nederlandstalige scholen in Brussel. Punt. Zolang ik binnen het kader van de Vlaamse decreten blijf kan ik alles doen."

"Mijn Franstalige collega Fadila Laanan (PS) is enkel verantwoordelijk voor de Brusselse scholen die aangesloten zijn bij het kleine Cocof-net. Dat verzwakt de Cocof om de stedelijke uitdagingen en problemen in Brussel aan te pakken.”

Decumul

Ook over de totale decumul, waar de groenen voor pleiten, is Vanhengel niet te spreken. “Mijn groep en ikzelf zijn volledig gekant tegen een integrale decumul in Brussel. Die aandrang, vooral aan Franstalige kant, om witter dan wit te wassen, heeft geen zin. En de groep Ecolo-Groen heeft van dat opbod gebruikt gemaakt om zijn kleinburgerlijke model van ambtenaar-mandatarissen op te leggen. Niet met mij! De partijleiding bij Groen en Ecolo verschuift mandatarissen als pionnen op een schaakbord, naar waar het hen uitkomt.”

Vanhengel is als minister van Begroting nauw betrokken bij de uitwerking van de kinderbijslag in Brussel. Sinds de zesde staatshervorming is Brussel zelf bevoegd voor de kinderbijslag, maar dat dossier zit al een tijdje muurvast. “Ik wil niet dat we ons ergens in storten dat niet helemaal is afgewerkt en waar we niet alle juridische en operationele zekerheden hebben."

"Voor een groot aantal Brusselaars is de kinderbijslag immers een essentiële aanvulling van hun maandelijkse inkomen. We kunnen dus geen risico’s nemen. Het huidige systeem werkt.”

Vanhengel denkt ook dat het niet gek is “om te kijken hoe Vlaanderen en Wallonië eruit komen, eerder dan de tanden stuk te bijten op dezelfde dossiers.”