Demotte: 'Het gaat om respect voor Brussel'

De naamsverandering van de Franse gemeenschap heeft te maken met respect voor Brussel. Dat zei Waals minister-president Rudy Demotte (PS) in De Zevende Dag. Hij pleit voor een sterker hoofdstedelijk gewest. Jean-Luc Vanraes (Open VLD) ziet een "opvallende tegenstelling" in de uitspraken van Demotte.

De Franse gemeenschap van België heet sinds kort de Fédération Wallonie-Bruxelles en dat lokte heel wat verontwaardigde reacties uit, vooral in Vlaanderen. Volgens Demotte, minister-president van het Waals gewest én de Franse gemeenschap, is de naamsverandering echter geen voorafspiegeling van een splitsing van België. "Het gaat om de erkenning van de rol van Brussel," zei hij in het VRT-programma.

Voor de meeste Franstalige partijen zijn de gewesten en niet de gemeenschappen de basis van de federale staat. "Brussel moet gerespecteerd worden als gewest, met constitutieve autonomie en bevoegdheden op het vlak van cultuur en onderwijs. Met respect voor de tweetaligheid en de verschillen binnen Brussel," aldus Demotte. De Vlaamse minister-president Kris Peeters (CD&V) liet vorige week nog verstaan dat de Vlaamse en de Franse gemeenschap hun rol moeten blijven spelen in Brussel.

'Waarom geen Federatie Vlaanderen-Brussel?'
De minister-president pleit ervoor dat Vlaanderen de Vlaamse Brusselaars wat meer los laat. "De Franstaligen in Wallonië hebben de Franstaligen in Brussel al meer autonomie gegeven. En waarom richten de Vlamingen dan ook geen Federatie Vlaanderen-Brussel op?"

Binnen de Brusselse regering verzette CD&V zich eerder al tegen wat zij het doorknippen van de band tussen Brussel en Vlaanderen noemt. "Nochtans wordt in het Brussels regeerakkoord om meer autonomie gevraagd," aldus nog Demotte.

Vanraes: 'Gemeenschappen moeten bevoegd blijven voor onderwijs'
Naar aanleiding van de doorkomst van Demotte in De Zevende Dag, onderstreept ook Jean-Luc Vanraes (Open VLD), minister van Financiën en in de VGC bevoegd voor onderwijs, dat hij niet wil raken aan de institutioneel en grondwettelijk verankerde band tussen Vlaanderen en Brussel.

"Er zit een opvallende tegenstelling in de uitspraken van Demotte," aldus Vanraes. "De Waalse minister-president pleit er enerzijds voor dat Vlaanderen de Vlaamse Brusselaars wat meer moet loslaten en vraagt anderzijds dat de band tussen Brussel en Vlaanderen wordt aangescherpt in een Vlaams-Brusselse Federatie."

Voor Vanraes moet onderwijs in Brussel een zaak van de gemeenschappen blijven. "Het Nederlandstalig onderwijs vertegenwoordigt twintig procent van het Brussels onderwijs, en Vlaanderen heeft er alle belang bij om dit degelijk onderwijs te blijven ondersteunen," klinkt het nog. "We zetten op dit moment alle middelen in om de kwaliteit van het Nederlandstalig onderwijs in Brussel hoog te houden en tegelijkertijd voor elk kind een plaats te geven op school. Dit neemt niet weg dat het Franstalig en Nederlandstalig onderwijs in Brussel wel kunnen samenwerken. Programma's inzake het uitwisselen van Vlaamse leerkrachten die in het Franstalig onderwijs Nederlands geven en omgekeerd, bestaan."