Is er nog toekomst voor Brussel-Vlaams?

Danny Vileyn, Steven Van Garsse
© Brussel Deze Week
17/02/2011
“Aan een Brusselaar vragen wat hij van de staatshervorming vindt, is als vragen aan de kalkoenen wat ze van Kerstmis denken." Zo drukte een Brussels CD&V-politicus het ooit uit in BDW. Overdreven? Ongetwijfeld. Zeker is dat de toekomst van de Vlaamse Brusselaar er na een doorgedreven staatshervorming ingrijpend anders zal uitzien.

Lees ook: Pasmunt

Wat denkt de Vlaamse Brusselaar daar nu van? Vreest hij dat de Nederlandstalige gemeenschap in Brussel het onderspit zal delven? Dat hij taalrechten zal moeten opgeven? Of vindt hij het juist hoog tijd dat de hoofdstad op eigen benen staat? En mag een steeds autonomer Vlaanderen Brussel zachtjes loslaten? Of is Brussel integendeel, als ontmoetingsplaats van Franstaligen en Vlamingen, onlosmakelijk met zijn hinterland verbonden? Vele vragen, vele antwoorden, en voor één keer laten we geen politici aan het woord. Wel dertien Nederlandstaligen die met hart en ziel in de hoofdstad van België wonen.

Els Witte, ererector VUB
'Vlaanderen moet zijn rol blijven spelen'

"Als ik de huidige stand van zaken vanuit historisch perspectief bekijk zoals ik in mijn jongste boek Strijden om taal gedaan heb, dan ben ik er helemaal niet gerust op. In de geschiedenis kun je een lijn zien: hoe meer taalwetten in het Vlaams Gewest, en hoe beter die zijn, des te meer tegemoetkomingen aan de Franstaligen in Brussel. Komt daarbij dat het aantal Nederlandstaligen in Brussel electoraal afneemt en dat de Franstaligen alleen daarvoor oog hebben, terwijl de Nederlandstalige aanwezigheid in Brussel veel meer is dan verkiezingsresultaten. Daarom moet het tweesporenbeleid van Vlaanderen in Brussel verdergezet worden. De Vlamingen in Brussel en de aanwezigheid van het Nederlands en de Nederlandse cultuur hebben flink aan invloed gewonnen dankzij de financiële inbreng van de Vlaamse Gemeenschap en de Vlaamse Gemeenschapscommissie. Ik vrees dat die invloed zal afnemen als de band tussen Vlaanderen en Brussel minder hecht wordt. Vlaanderen moet blijvend aandacht hebben voor beide: voor de Vlamingen in Brussel en voor de Nederlandse cultuur. Vergeet niet: dertig procent van de Brusselaars zegt goed Nederlands te spreken."
"Daarmee wil ik niet gezegd hebben dat er geen disfuncties zijn. Samenwerking in de culturele sector verloopt moeizaam. Er moet gekeken worden of cultuur naar de tweetalige Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie kan. En in het onderwijs kan de uitwisseling tussen Frans- en Nederlandstalige leerkrachten vlotter."

Michiel Plaizier, uitgever
'Vlamingen geven toe, Franstaligen nemen maar'

"Ik ben geboren en getogen Brusselaar en ik blijf hier ook wonen, hoewel veel van mijn vrienden zijn weggetrokken."
"Vandaag ben ik bezorgd over het verdere verloop van de communautaire onderhandelingen. Steeds meer wordt in de pers geschreven over het Brussels Gewest waarbij 'Hoofdstedelijk' achterwege wordt gelaten. De Vlaamse media zijn op die manier bezig van Brussel een gewest te maken als de twee andere gewesten. Dat strookt niet met de huidige functie, waarbij Brussel een ontmoetingsplek moet zijn tussen Nederlands- en Franstaligen. Het valt te vrezen dat Vlaanderen Brussel aan het opgeven is - en dat kan niet. De Nederlandstaligen in Brussel zijn toch nog altijd met bijna honderdduizend. Dat mag Vlaanderen niet opgeven. Vanuit de Vlaams-Brusselse politieke wereld is de reactie op die tendens nogal lauw, met uitzondering misschien van die van minister Grouwels."
"Velen schijnen de deal vergeten te zijn die indertijd is gesloten en die bepaalt dat de pariteit in België (gelijkheid Vlamingen-Franstaligen, red.) samenhangt met de pariteit in Brussel. Dat houdt ook in dat Brussel ten volle de tweetaligheid moet uitspelen. Ik begrijp eerlijk gezegd niet dat het voor Franstaligen zo moeilijk is om Nederlands te leren. Als ik naar het Brugmannziekenhuis ga, dan word ik aan de balie in het Nederlands onthaald, maar daarna is het afgelopen. Er zijn wetten, maar die worden niet toegepast. Wij Vlamingen geven toe, de Franstaligen nemen maar."

Guido Fonteyn, journalist
'Ook in Luxemburg is men ongerust'

"Ik was uitgenodigd door de regionale media in de provincie Luxemburg en ik zie een parallel met Vlaams Brussel. Ook in Luxemburg zijn ze er als de dood voor dat België ontmanteld wordt."
"Dat de discussie nu opduikt, stond in de sterren geschreven. In het begin van de communautaire onderhandelingen schreef ik al dat het vroeg of laat over de Vlaamse Brusselaars zou gaan. Vandaag zijn we zo ver."
"Ten gronde vind ik dat de staatshervorming verder moet worden gezet in de richting die het nu uitgaat, namelijk met vier gewesten, elk met eigen kenmerken. Voor Duitstalig België is er bijvoorbeeld de link met de Eu­regio Maas-Rijn; voor Brussel is dat de band met de twee taalgemeenschappen én met Europa. We kunnen niet blijven doen alsof de EU zich toevallig in Brussel bevindt."
"De band met Vlaanderen blijft hoe dan ook belangrijk. We kunnen het ons niet permitteren die door te knippen. Er is de economische verwevenheid - kijk maar naar de Brusselse werklozen die nu in de regio van Zaventem gaan werken -, maar net zo goed is er een culturele band. Bij wijze van voorbeeld: de directeurs van twee grote culturele instellingen in de hoofdstad, Bozar en De Munt, zijn Vlamingen."
"Dat er nu in Vlaanderen stemmen opgaan om Brussel los te laten, is waanzin. De oorsprong van dat idee moet gezocht worden bij de Antwerpse afdelingen van de N-VA, waar al langer wrevel heerst ten aanzien van Brussel. CD&V zou er goed aan doen om daar krachtig en openlijk tegenin te gaan."

Filip Moeykens, Centra Morele Dienstverlening
'Geen pasmunt voor Vlaamse verzuchtingen'

"Ik woon sinds 1984 in Brussel, maar vandaag ben ik wel bezorgd over de positie van de Nederlandstaligen in Brussel. Ik vrees dat de Vlaamse Brusselaars de pasmunt zullen zijn voor meer Vlaamse autonomie. Dat is een slechte zaak. Voor de Vlaamse Brusselaars, maar ook voor Vlaanderen."
"Ik denk dat België zal evolueren naar een federatie met vier gewesten: een Vlaamse, een Waalse, een Brusselse en een Duitstalige regio, elk met voldoende rechten voor de minderheden. In Brussel zijn dat de Nederlandstaligen, en op federaal niveau de Franstaligen, zodat de evenwichten in stand gehouden kunnen worden."

Reinhilde Weyns, tv-manager
'Niet van plan om Brussel te verlaten'

"Ik woon twintig jaar in Brussel, maar mijn identiteit is niet Franstalig of Nederlandstalig. Ik ben vooral vertrouwd met de cultuur­wereld in Brussel en daar heeft men die tweedeling achter zich gelaten. Brussel is een multiculturele stad waar de oude communautaire tegenstellingen achterhaald zijn. In die zin vind ik de vraag over de toekomst van de Nederlandstalige Brusselaars niet de juiste vraag. Ik zie wel dat Brussel een knelpunt is, maar ik heb me nooit in die discussie verplaatst vanuit een Vlaamse identiteit."
"Ik frons wel de wenkbrauwen als ik Franstaligen voor de uitbreiding van Brussel hoor pleiten. Ze gaan daarmee voorbij aan de dynamiek die de Vlamingen in deze stad teweeg hebben gebracht, onder meer op cultureel vlak. Als Vlaanderen zich terugtrekt uit Brussel, dan zou dat natuurlijk een ramp zijn. Maar ik voel intuïtief wel aan dat Brussel eenvoudiger kan, en waarom niet met meer autonomie? Ik voel me niet bedreigd en ben ook geenszins van plan om Brussel te verlaten."

Bernard Daelemans, leraar
'Picqué boycot systematisch de taalwetgeving'

"De nota-Vande Lanotte maakt me zeker ongerust, maar ook De Wever gaf al een aanzet tot abdicatie. Ook hij wou toegeven, met de overheveling van de kinderbijslag naar de (tweetalige, Brusselse) Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie. Terwijl hij vóór de verkiezingen nog het Brussels Gewest wou afschaffen! Ik weet wel dat er voor verkiezingen veel spierballen rollen, maar het verschil is al te groot. Nog meer van de Vlaamse uitbouw opgeven is geen prettig vooruitzicht."
"Het zijn de Vlaamse politieke macht en de middelen die de Vlaamse Gemeenschap in Brussel geïnvesteerd heeft, die ervoor zorgen dat deze stad leefbaar blijft voor de Brusselse Vlamingen. In de toekomst gemeenschapsaangelegenheden overhevelen naar het Gewest is een slecht idee: het Brussels Gewest heeft nog nooit bewezen dat het ons als volwaardige medeburgers beschouwt. De systematische boycot van de taalwet door minister-president Charles Picqué en voorgangers als Daniel Ducarme is exemplarisch. De Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie werkt niet voor zaken die ons aanbelangen; kijk maar naar de openbare ziekenhuizen. Ik begrijp dan ook de voorstanders van de overheveling van cultuur en onderwijs niet. Dat zijn nu net twee domeinen die we volledig in handen hebben; bij overheveling gaan ze een heel onzekere toekomst tegemoet. De 22 gemeenschapscentra en de honderd Vlaamse scholen leveren heel goed werk met Vlaamse middelen."
"Het alternatief? Ik hoop dat er nog genoeg mensen zijn die beseffen dat het het beste is voor Vlaanderen en voor de Vlaamse Brusselaars dat Vlaanderen blijft investeren. Een voorbeeld: zowat alle migranten komen eerst in Brussel aan, pas later wijken ze uit naar Vlaanderen of Wallonië. Het is goed dat zij die later naar Vlaanderen uitzwermen, in Brussel al in contact komen met het Nederlands en de Vlaamse cultuur. Anders betekent dat meehelpen aan de verfransing van Vlaanderen."

Nina Verhaeghe, journaliste
'Vooral bezorgd over Brussel'

"Ik maak me niet zozeer zorgen over de Vlaamse Brusselaar, maar wel over de Brusselaar. Niet dat ik taal niet belangrijk vind - ik ben ook al geconfronteerd met taalproblemen in een Brussels ziekenhuis -, maar deze stad kent problemen die ontzettend veel belangrijker zijn dan de taalkwestie. Ik volg wel de stelling van Groen!-politicus Wouter Van Besien. Die zei dat niet de uitbreiding van Brussel op tafel moet liggen, maar de toekomst van Brussel."
"Hoe het nu verder moet? Ik heb geen flauw benul. Vroeger lachte ik om mensen die zeiden dat het einde van België in zicht is, maar vandaag weet ik het echt niet meer."

Milan Roex, arts
'Niet dwingen maar verleiden'

"Ik ben optimistisch gestemd. De positie van de Brusselse Vlaming is in dertig jaar enorm geëvolueerd. Vandaag is de Brusselse Vlaming hoogopgeleid, heeft hij een stevig inkomen en is hij assertief. De tijd dat de Franstaligen de upperclass uitmaakten, is voorbij."
"Ik zal een anekdote vertellen. Toen ik met mijn ouders in 1957 in Brussel kwam wonen, vertelde de pastoor: 'De mis voor knechten en meiden is om zeven uur 's morgens. Het is de mis in het Nederlands.' Welke taal spreken Vlamingen vandaag met personeel? Frans. En voor de rest kunnen ze Nederlands gebruiken. In de meeste chique winkels of restaurants beseffen ze goed dat het Nederlands een commercieel voordeel biedt. Daarom zeg ik: als Vlaanderen zich terugtrekt uit Brussel, dan zal dat niet zozeer de Vlaamse Brusselaar raken - hoogstens zal hij wat aan politieke zichtbaarheid en invloed inboeten -, maar vooral Vlaanderen zal verliezen. Brussel is een laboratorium waarvan Vlaanderen veel kan leren. Vlamingen hebben het moeilijk in confrontatie met andere culturen. Vlaamse Brusselaars weten wél hoe ze om moeten met Walen."
"Daarnaast heeft Vlaanderen veel te bieden aan de Brusselse bevolking. We zien hoe allochtonen die naar het Nederlandstalige onderwijs gaan, het lang niet slecht doen. Ze varen er wel bij: kijk maar naar De school van Lukaku. We zien ook hoe in het culturele veld het Nederlands aan belang wint. In het Théâtre National krijgen stukken Nederlandse boventitels. Dat was dertig jaar geleden ondenkbaar."
"Ik geloof sterk in golfbewegingen. Nederlandstalige gezinnen kunnen in twee generaties Franstalig zijn - of vice versa. We mogen mensen niet dwingen om te kiezen. We moeten ze juist verleiden. Vlaanderen kan uiteindelijk de verfransing alleen maar aanpakken in Brussel zelf. Dat kan door respect af te dwingen, door een aantrekkelijk onderwijs- en cultuurbeleid te voeren. Niet door regels op te leggen."

Johan Leman
'Minderheden hebben sterke verdedigers nodig'

"Nee, ik ben er helemaal niet gerust op. Er zitten te veel mensen rond de tafel die over Brussel (moeten) beslissen en die te weinig kennis van zaken hebben. Wat bedoelen de onderhandelaars bijvoorbeeld met Vlaamse Brusselaars? Kiezers? Of tellen daarbij de leerlingen van het Nederlandstalige onderwijs - ook de anderstalige - mee? Horen daar allochtonen bij die voor het Nederlands kiezen?"
"Minderheidsgroepen zoals de Vlaamse Brusselaars hebben aan de onderhandelingstafel inhoudelijk sterke verdedigers nodig. En helaas is die Brussel-kennis er in Vlaanderen niet meer. Om dat gebrek aan terreinkennis te compenseren, zou er een Brussel-toets moeten komen. Een panel van Vlaamse Brusselaars zou van élk voorstel de gevolgen voor de Vlaamse Brusselaars moeten onderzoeken. Een panel waarin politici mogen zetelen, maar waarin zeker ook niet-politici thuishoren. Politici denken te veel aan de partijpolitieke consequenties, zoals: 'Gaat dat voorstel me niet mijn zetel kosten in deze of gene assemblee?' En uiteraard staat er veel meer op het spel."

Tony Mary, ex-CEO VRT
'Brussels nationalisme bestaat'

"Ja, ik maak me zorgen. Omdat de Vlaamse politici niet meer weten wat Brussel betekent, ze weten niet langer wat Brusselse Vlamingen
zijn en wat Brusselse Vlamingen denken."
"Peter De Roover van de Vlaamse Volksbeweging zei me na afloop van een debat twee jaar geleden: 'Ik heb vandaag iets geleerd: er bestaat ook een Brussels nationalisme.' Dat was voor mij een echte eyeopener."
"Ik ben een Brusselse Vlaming, een echte Brusselaar, geboren en getogen, maar ook een echte Vlaming. Maar toch in de eerste plaats Brusselaar. Vlaamse Brusselaars noem ik die inwijkelingen die nog niet ingepast zijn in het multi-etnische, multiculturele Brussel. Ze blijven maar een paar jaar en trekken zich daarna terug in het groen."
"Ja, we moeten bang zijn. Er zijn langs Vlaams-Brusselse kant nog weinig toppolitici, weinig politici ook die op het beleid van hun partij wegen. Dit land wordt bestuurd door West-Vlamingen die 's ochtends met hun auto met chauffeur - of met de trein - naar Brussel afzakken om 's avonds zo vlug mogelijk huiswaarts te keren. Of door Antwerpenaren, uit Kapellen of Brasschaat. De Vlaamse politici denken nog altijd dat Brussel bestaat uit een meerderheid van Franstaligen en een minderheid van Vlamingen. Vlamingen houden niet van steden, niet van Gent en niet van Antwerpen, en nog minder van Brussel. Er is geen begrip voor de Brusselse situatie, niet in Vlaanderen, maar ook steeds minder langs Franstalige kant." "Ik ben het eens met Karl-Heinz Lambertz (minister-president van de Duitse Gemeenschap, red.), die pleit voor vier gewesten, elk met zijn manier van doen, elk met zijn antwoorden op de vragen die zich stellen. De Vlaamse noch de Franse Gemeenschap is geschikt om het onderwijs in Brussel te organiseren. Je kunt Brussel niet vergelijken met Zoutenaaie, in het beste geval kun je vergelijken met Gent of Antwerpen."

Anne-Sophie Vanneste, cultureel persattaché

'Geen Vlaamse of Waalse schoenmoeder'

"Ik ben helemaal niet ongerust, maar de toekomst van de Brusselse Vlamingen is dan ook niet mijn eerste zorg. Waar ik me wel zorgen over maak, is over de toekomst van de kleine wereldstad die Brussel is. Een stad met veel diversiteit, waarin ik hoop nooit keuzes over identiteit te hoeven maken. Als Vlaamse Brusselaar, Belg, Euro­peaan en wereldburger wil ik geen Vlaamse of Waalse schoonmoeder. Ik wil condominium noch Wallo-Brux. Wel hoop ik op een coherente toekomstvisie voor de stad."

Johnny De Mot, priester
'Brusselse Vlamingen zijn tweederangs'

"Nee, ik ben er heel zeker niet gerust op. De Vlaamse Brus­selaars worden nog altijd als tweederangsburgers beschouwd. Al­tijd word ik in het Frans aangesproken, of ik me nu tot een openbare dienst wend of contact opneem met de telefoonprovider, het maakt allemaal geen verschil. De taalwetten worden niet gerespecteerd. Er wordt veel gesproken over minderheden in de Rand en binnen Brussel, maar er is geen interesse voor ons verleden. Hoe kunnen de Franstaligen ons een toekomst garanderen zonder respect voor wat voorbij is? De schepen van Onderwijs van de Stad Brussel is niet eens het Nederlands machtig."
"De gemaakte afspraken moeten eerst gehonoreerd worden, pas dan kunnen we verder."

Jan Van Rompaey, programmamaker
'Maingain roept noodlot uit over Brussel'

"Ik ben er gerust op: uiteindelijk zullen ze Brussel niet laten vallen. Dat zou voor geen van de drie gewesten een goede zaak zijn. Brussel is een economische factor van belang, ook binnen Europa, ook voor de Vlaamse pendelaars."
"Wel ben ik bang dat de onderhandelingen nog lang aanslepen en dat men Brussel in tweede orde zal behandelen. Brussel wordt te vaak als een bijzaak afgedaan, terwijl de hoofdstad als eerste op de agenda zou moeten komen. En als ik Maingain hoor spreken, dan word ik helemaal bang. Die man roept het noodlot af over Brussel. Alle extremen zijn slecht voor Brussel."

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Politiek, Opinie

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni