Jan Peumans: 'Tweetaligheid dreigt lachertje te worden'

Christophe Degreef
© Brussel Deze Week
13/07/2011
De 11 julitoespraak móést dit jaar in het teken van Brussel staan. Een beetje de verdienste van Brussels parlementslid Els Ampe (Open VLD), die vorig jaar Jan Peumans tijdens zijn speech en plein public de mond probeerde te snoeren omdat ze het niet eens was met Peumans’ lezing over identiteit. En omdat Brussel haast niet aan bod kwam. Dit jaar dus wel.

V laams parlementsvoorzitter Jan Peumans ging naar eigen zeggen te rade bij enkele Brusselse Vlamingen als Luckas Vander Taelen (Groen!), Sven Gatz (Open VLD), Paul Delva (CD&V) en Paul De Ridder (N-VA). Het werd een speech zonder al te straffe verklaringen, al was federaal onderhandelaar Elio Di Rupo naar verluidt niet gediend met de passage waarin Peumans verduidelijkte dat diens nota onder geen beding aanvaard kon worden omdat ze de tweetaligheid van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest terugschroeft. "Tweetaligheid dreigt een lachertje te worden." Di Rupo verliet na de toespraak snel de Gotische Zaal van het Brusselse stadhuis.

Oude boodschap
Peumans haalde de uitdagingen aan die Brussel de komende jaren zullen bezighouden: bevolkingsdruk, kosmopolitisme, werkloosheid en onderwijs. Onderliggende gedachte: nooit mag Vlaanderen Brussel loslaten. Ook al voelen veel Brusselse Vlamingen zich eerder Brusselaar dan Vlaming. Ook al is Brussel meertalig. Het is een oude boodschap.

De N-VA'er haalde kort de relatie tussen de Vlaamse Gemeenschapscommissie en de Vlaamse Gemeenschap aan, maar ging niet verder in op dat debat - hoe ver moet de Vlaamse regering reiken in Brussel? In de wandelgangen werd verklaard dat deze speech vooral een teken van goodwill moest zijn, een uitgestoken hand naar de Franstaligen. Ze moest de kritiek doen verstommen dat de N-VA geen project voor de hoofdstad heeft, geen engagement. De uitgestoken hand werd door vele Vlaams-Brusselse politici wel gesmaakt, maar toch leek de argwaan ten opzichte van de Vlaams-natio­nalisten er niet echt door te minderen. De afwijzing van de nota-Di Rupo door Bart De Wever verdeelde niet alleen Belgen, maar ook (Brusselse) Vlamingen onderling.

Heel wat militanter kwam Brussels minister van Vervoer Brigitte Grouwels (CD&V) uit de hoek. Zij moet naar eigen zeggen opboksen tegen haar collega's in de Brusselse regering die haar een te grote Vlaamsgezindheid verwijten. Grouwels steekt niet onder stoelen of banken dat het hoofdstuk 'Brussel' van de nota-Di Rupo onaanvaardbaar is, want er wordt gemorreld aan de waarborgen die Vlamingen in de hoofdstad hebben, zoals tweetaligheid van de ambtenaar en eentalige verkiezingslijsten. On the record wil Grouwels dat niet op de spits drijven, maar off lijkt het probleem groter dan groot.

Voortpraten
Jan Peumans zelf benadrukte na zijn toespraak zijn uitgestoken hand, en was van mening dat er ondanks de meningsverschillen nog gepraat kan worden. "Brussels parlementsvoorzitter Françoise Dupuis (PS) kwam na mijn zeg toch erg gauw toegesneld," zei Peumans. De nationalist had in zijn toespraak dan ook verklaard dat eerdere uitnodigingen van het Vlaams parlement om de Brusselse evenknie te ontvangen, niet beantwoord waren.

Brussels parlementslid Bianca Debaets (CD&V) stond zonder het te beseffen achter de brede rug van N-VA-voorzitter Bart De Wever. Vlaams minister van Onderwijs Pascal Smet (SP.A) benadrukte na de toespraak vooral dat het debat over de relatie tussen Vlaamse Gemeenschap en VGC binnenkort gevoerd zal moeten worden.

Maar de man voor wie iedereen in feite gekomen was, was N-VA-voorzitter Bart De Wever. Die was naar de warme zaal afgezakt met een van zijn kinderen en moest zich een weg banen door een zee van camera's. Hij deed dat op de hem kenmerkende manier: betrekkelijk rustig, links en rechts antwoordend op de vele vragen van het nerveuze journaille. In zijn kielzog doctor en Brussels parlementslid Paul De Ridder (N-VA), die naar eigen zeggen voor een historische noot in Peumans' speech had gezorgd. Die noot was een verwijzing naar de achttiende-eeuwse advocaat Jan-Baptist Verlooy, die in 1788 stelde dat 95 procent van de Brusselaars Nederlandstalig was. Later wist De Ridder nog een noot toe te voegen: "Op een van de plafonds van dit stadhuis staat geschreven dat de stad goed voor haar ommeland moet zorgen." Toeval of niet, maar laat ex-Klara-journalist en N-VA-sympathisant Jean-Pierre Rondas daar afgelopen weekend een column over hebben geschreven in De Morgen.

In de Gotische Zaal vloeide de drank rijkelijk en droop het volk traag af. De vele journalisten borgen camera's en boekjes op en bleven lang napraten, debatteren haast. Buiten, aan de gevel van het stadhuis, hadden zich eerder kleine drama's voltrokken: de Vlaamse leeuw was door onverlaten vervangen door een Brabantse, tevens het symbool voor de Belgische monarchie. Er werd echter geen Vlaamse onafhankelijkheid uitgeroepen, neen, zelfs Bart De Wever zette de onderhandelingsdeur opnieuw op een kier.

Bij het verlaten van het stadhuis keken vele toevallige feestgangers verbaasd op toen De Wever, aangeklampt, een wandeling ging maken door Brussel.

De formatienota van Di Rupo

De nota Di Rupo omvat ook een belangrijk Brusselluik. Zo krijgt het Gewest meer geld en bevoegdheden en wordt ook de mogelijkheid van tweetalige lijsten ingevoerd. Lees alles over de nota (ook het document zelf) en de reacties die ze losweekt in ons dossier. 

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Politiek , De formatienota van Di Rupo

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni