Brexit Europese wijk BDW1518

Niemand weet wat het vertrek van Groot-Brittannië uit EU brengt

Christophe Degreef
© Brussel Deze Week
13/04/2016

BRUSSEL – Het is uitkijken naar 23 juni 2016. Op die dag geven de Britten een antwoord op de vraag of hun land bij de Europese Unie moeten blijven, of juist niet. Als ze vertrekken, dan betekent dat een majeur geopolitiek gegeven. Maar wat is de impact op de hoofdstad van de unie? Niemand die het echt weet, zo blijkt.

Van de 28 Europese lidstaten is het Verenigd Koninkrijk de tweede grootste economie van de unie, na Duitsland. Nochtans wonen er in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest doorgaans maar tussen de 8.000 en de 9.000 Britten, waarvan er ongeveer 1.100 voor de Europese Commissie werken. Tot 2010 waren de Britten de tiende grootste vreemde nationaliteit in het gewest, maar na dat jaar werden ze uit de top-10 gestoten.


De tweede grootste Europese economie, en toch een laag aantal ingezetenen in de hoofdstad. Brussel en Groot-Brittannië, een love affair wordt het nooit.


Om aan de binnenlandse druk gehoor te geven zag de Britse conservatieve premier David Cameron zich genoodzaakt om op 23 juni een referendum uit te schrijven. De vraag die de Britten voorgeschoteld zullen krijgen is eenvoudig: moet het land lid blijven van de Europese Unie of niet? De bevolking is verdeeld; de ene helft wil blijven, de andere wil weg. Grosso modo zijn de argumenten om te blijven: de Britse economie zal nadeel ondervinden van een ‘Brexit’, en alleen binnen de unie kan het koninkrijk wegen op het continentale Europese beleid. Het tegenkamp claimt daarentegen dat de Britse economie beter zal varen bij een vertrek, en dat de Britten dan opnieuw hun eigen beleid kunnen bepalen. Het gaat op om het debat met economische argumenten te voeren, maar in fine gaat het bij het referendum over de vraag of het Britse volk soeverein een eigen beleid kan bepalen of dat het Europese niveau dat met zijn vertegenwoordigers van de 28 lidstaten beter kan. Een democratische gevoelskwestie, dus.


Als de tweede economie van de unie dit debat aangaat, dan zou men verwachten dat er in Brussel scenario’s klaar liggen voor de gevolgen van een eventueel vertrek, zowel voor de unie zelf als voor België. En voor de hoofdstad van die unie, Brussel.
Het antwoord: dat is niet zo.

Meer lobbying?
Wat er zal gebeuren als de Britten vertrekken, dat weet dus niemand, zo blijkt uit een rondvraag van deze krant. Europees commissievoorzitter Jean-Claude Juncker heeft eerder al toegegeven dat er geen plan-B is. Europese wetgeving over het vertrek van een lidstaat is er nauwelijks, alsook wetgeving over de vraag wat de vele Britten die voor Europese instellingen werken dan moeten doen. Er wordt gesuggereerd dat sommige onder hen de Belgische nationaliteit zouden aanvragen en alsnog voor de instellingen zouden kunnen blijven werken. Maar dat zou op zijn minst een schizofrene situatie zijn, en zal vroeg of laat het debat op gang brengen of het Engels de belangrijkste taal van de instellingen moet blijven.
Volgens insiders is het waarschijnlijker dat er in het geval van een Brexit voor een soort ‘Noors’ scenario wordt gekozen. In 1972 stemde Noorwegen een eerste keer over toetreding tot de unie, en in de aanloop naar dat referendum werden er Noorse ambtenaren aangenomen om de komst van het Scandinavische land voor te bereiden. Toen de Noren echter nee stemden, konden heel wat van die ambtenaren voor de unie blijven werken, maar zonder kans op promotie. De kans is groot dat er voor Britse ambtenaren een soortgelijke regeling wordt getroffen.


Wat de Brexit voor de Brusselse economie betekent, is ook onzeker. Ecolo-politica Isabelle Durant wil al enkele maanden een debat hierover in het Brussels parlement, maar dat debat wordt keer op keer uitgesteld. Er wordt wel aan een studie gewerkt bij de gewestelijk-Brusselse vertegenwoordiging bij de EU, maar die studie is momenteel nog geheim en zal pas worden voorgesteld tijdens dat debat. “Het gaat om een cijferstudie,” zegt Frederik Lamberty van de vertegenwoordiging. “Eigenlijk weet niemand echt wat het vertrek van de Britten voor Brussel betekent.”


Eenzelfde geluid bij Karin Impens, de adjunct-directeur van commissioner.brussels: “Niemand weet het echt, en bij de instellingen praat ook niemand er echt over. Zelfs de Britten die ik ken houden hun mond. Of geven te kennen dat ze gewoon bang zijn voor de toekomst.”
Impens kan wel zeggen dat de Europese Instellingen een aandeel van vijf miljard euro hebben in de Brusselse economie. “Maar het vertrek van de tweede economie van de unie hoeft niet zozeer een ramp te zijn voor dat aandeel. Het is namelijk waarschijnlijk dat Groot-Brittanië een groter lobbykorps zal nodig hebben als ze uit de unie stappen. Het belang van lobbying zal dan toenemen.”


En dan is het nog maar de vraag hoe de Londense City zal reageren als het daadwerkelijk tot een Brexit komt. Sommigen zien al een gouden kans om die mondiaal-financiële moloch naar Brussel te lokken. Maar met het belabberde imago van Brussel lijkt dat momenteel niet zo waarschijnlijk.

Brexit

In 2016 stemden de Britten ervoor om de Europese Unie te verlaten. Die uitstap werd al snel bekend als de 'brexit', de Britse exit, die zal plaatsvinden op 31 januari 2020.

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Politiek, Brexit

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni