'Akkoord B-H-V stort Nederlandstalige rechtszaken in chaos'

Vlamingen die in Brussel een rechtszaak willen aanspannen, worden binnenkort veel trager bediend. Het akkoord over Brussel-Halle-Vilvoorde stort de Nederlandstalige rechtszaken in Brussel in een chaos. Dat zeggen de Nederlandstalige rechters van de rechtbank van eerste aanleg.

De Nederlandstalige rechters van de rechtbank van eerste aanleg hebben hun bedenkingen uiteengezet in een nota en die aan minister van Justitie Annemie Turtelboom (Open VLD). Dat schrijft De Tijd.

In Brussel en in Halle-Vilvoorde zal slechts één strafrechter overblijven om alle Nederlandstalige strafzaken te behandelen, waarschuwt de nota. Bij de rechtbank van eerste aanleg blijven na de uitvoering van het BHV-akkoord nog maar 28 van de 41 Nederlandstalige rechters over. Die gaan gemiddeld 590 nieuwe zaken per jaar behandelen.

Het aantal Franstalige rechters stijgt van 99 naar 112, terwijl ze nog maar 370 nieuwe zaken binnenkrijgen. Bij de Brusselse arbeidsrechtbank zakt het aantal Nederlandstalige rechters van 9 naar 5. Ze zullen elk jaar 1.169 nieuwe zaken krijgen, tegenover 649 nu. Het aantal Franstalige rechters stijgt van 17 naar 21, terwijl ze nog maar 758 nieuwe zaken krijgen. Nochtans was bij de arbeidsrechtbank vorig jaar ruim 29 procent van de rechtszaken Nederlandstalig, bij de zwaarste zaken zelfs 40 procent, omdat heel wat Vlamingen in Brussel werken.

Verdeelsleutels
De parketten van Brussel en Halle-Vilvoorde zullen het moeten stellen met drie in plaats van met vijf onderzoeksrechters.

Dat alles heeft te maken met de nieuwe verdeelsleutels voor de Brusselse rechtbanken. De nieuwe Nederlandstalige rechtbanken, met uitzondering van de handelsrechtbanken, zullen nog maar twintig procent van de rechters in Brussel krijgen. Nu is één rechter op drie Nederlandstalig.

Premier Elio Di Rupo verklaarde nog op 10 december dat "mochten de cijfers voor de verdeling van de kaders fout blijken, ze zullen worden aangepast."