Bon Inburgeringsles

| Bon Inburgeringsles

Analyse

Brussel bereidt eigen inburgering voor

Steven Van Garsse
28/01/2020

De verplichte inburgering in Brussel is alweer met maanden uitgesteld. De officiele reden is dat de Brusselse administraties er technisch niet klaar voor zijn, maar minister Alain Maron (Ecolo) heeft intussen zijn zinnen gezet op een echte Brusselse inburgering.

De ordonnantie die inburgering verplicht maakt in Brussel is bijna drie jaar oud. De verplichte inburgering is een samenwerking tussen Vlaanderen en de Franse Gemeenschapscommissie (Cocof). Dat de uitrol wat voeten in de aarde zou hebben, had iedereen wel verwacht. Vlaanderen is met zijn Brussels Onthaalbureau Nieuwkomers (BON) al meer dan tien jaar in Brussel actief met vrijwillige inburgeringscursussen. Bij de Franse Gemeenschapscommissie staat inburgering nog in de kinderschoenen.

De Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie (GGC) wou de verplichte inburgering op 1 januari van dit jaar van start laten gaan, maar die datum is niet gehaald. Dat moest minister Alain Maron (Ecolo) in het Brussels parlement toegeven. Pacta servanda sunt, benadrukt Maron. Hij wil het in 2019 afgesloten samenwerkingsakkoord met Vlaanderen honoreren. Dat komt dus niet onder druk. Vlaams minister Bart Somers (Open VLD) toonde in het Vlaams Parlement dan weer begrip voor het trage verloop. In Vlaanderen stond de inburgering er ook niet op ‘een ik en een gij’.

Waar loopt het dan fout? Er is zeker een technisch-financieel obstakel. Het zijn de lokale besturen die de inburgeraars moeten informeren over de verplichting. Ze laten hen vervolgens de keuze tussen BON (Vlaanderen) of een Franstalige bureau (Bapa, Cocof).

De Brusselse burgemeesters geven aan dat zij niet in staat zijn om dit op korte termijn te organiseren, laat staan om het toezicht te houden. Zij hebben geen zicht op welke nieuwkomers een verplichte inburgeringscursus moeten volgen, wie zo’n cursus volgt, of ze die bij BON of het Bapa volgen, en wat ze moeten doen als de nieuwkomer zich niet aan die verplichting houdt. In Vlaanderen wordt dat via een aparte kruispuntbank geregeld. In Brussel zou dat allemaal manueel moeten gebeuren, een tijdrovende en complexe aangelegenheid.

Minister Maron gaf ook toe in het parlement dat alle uitvoeringsbesluiten nog niet op punt staan. Er is nog een aanpassing nodig, met name voor de buitenlandse studenten. De handhaving zélf zit dan weer bij de GGC. Daar zijn controleambtenaren nodig. Die zijn er nog niet. Maron zei dat er in de begroting 2020 geen extra geld is uitgetrokken om bijvoorbeeld een aparte kruispuntbank te ontwikkelen. Dat is iets voor de begrotingscontrole in april.

Naar de GGC

In het Brussels parlement bleek dat er, behalve de technische obstakels, ook divergenties bestaan in visie tussen Vlaanderen en (Franstalig) Brussel. Parlementsleden - maar ook minister Maron - willen de Franstalige inburgering overhevelen naar de (tweetalige) GGC.

Dat is een ingrijpende keuze, met grote consequenties. Want het betekent dat de Vlaamse inburgeringscursussen in Brussel op termijn misschien overbodig worden. Ook Gatz had in een interview met BRUZZ al aangegeven dat inburgering op termijn een Brusselse aangelegenheid moet kunnen worden.

Maron spreekt hier voor alle duidelijkheid niet voor eigen beurt. Een Brussels inburgeringsparcours maakt deel uit van het regeerakkoord van de GGC.

Maron gaf in het parlement meer uitleg. Alleen de taalcursussen zouden Vlaams of Franstalig blijven, maar de maatschappelijke visie die wordt doorgegeven aan de nieuwkomer moet op termijn (tweetalig) Brussels worden.

De GGC zou hiervoor al snel de eerste stappen willen zetten. De ingekantelde Cocof-bureaus (in oprichting) kunnen als basis dienen.

Hoe dat spoort met het samenwerkingsakkoord tussen Vlaanderen, de GGC en de Cocof is onduidelijk. Vlaams minister Bart Somers verzet zich alvast tegen een apart Brussels inburgeringsparcours. Wat met de vierduizend inburgeringscursussen die Vlaanderen in Brussel wil aanbieden? Verdwijnen die dan? Alain Maron ziet geen probleem. In eerste instantie kan de samenwerking met Vlaanderen blijven bestaan. Hij vindt wel dat de Vlaamse en Franstalige maatschappelijke inburgeringscursussen op elkaar moeten worden afgestemd.

Intussen kan een Brussels inburgeringsparcours worden uitgewerkt, zodat Vlaanderen en Cocof er op termijn niet meer aan te pas hoeven te komen.

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Samenleving, Inburgering, Alain Maron

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni