Interview

François De Smet: 'Met ontrading en angst lossen we migratie niet op'

Kris Hendrickx, Laurent Vermeersch
© BRUZZ
26/12/2018
© Saskia Vanderstichele | François Desmet, directeur federaal migratiecentrum Myria.

Het Migratiepact, razzia’s in het Maximiliaanpark en het proces tegen mensen die migranten opvingen: migratie was ook in 2018 niet weg te branden uit de actualiteit. François De Smet zat daarbij telkens op de eerste rij. De directeur van het federaal migratiecentrum Myria is een man met uitgesproken meningen over zijn domein. “De mensenrechten staan vandaag onder druk.”

Illustratie BRUZZ-jaaroverzicht 2018
© Brecht Vandenbroucke

Met slechts vijftien werknemers is Myria, het federale centrum voor migratie, het kleine broertje van het bekendere Unia dat honderd werknemers telt. Tot enkele jaren terug vormden ze samen het Centrum voor de Gelijkheid van Kansen en Racismebestrijding (CGKR). We spreken Myria-directeur François De Smet in zijn bescheiden kantoor. Dat is opgefleurd met enkele bijzondere kunstwerkjes waaronder een kader vol vervaldatums. “Het is gemaakt door jongeren met wie ik werkte bij de vzw Promo Jeunes. Bovenaan telt een digitale klok af tot de uiterste vervaldatum in het werk, toevallig ook het einde van mijn mandaat hier, in 2021.”

    U bent filosoof van opleiding en hebt behalve boeken ook een strip en films op uw actief. Hoe werd u directeur bij Myria?
    François De Smet: Door de toevalligheden van het leven. Om mijn vader gerust te stellen heb ik niet alleen filosofie, maar ook een beetje rechten gestudeerd. Daarna kwam ik terecht op het kabinet van Hervé Hasquin, waar ik werkte rond burgerschap en gelijke kansen en nadien bij het departement migratie van het CGKR. Zo werd mijn interesse in de problematiek gewekt. Later ging ik werken voor Promo Jeunes, een jeugdhulporganisatie in metrostation De Brouckère. Toen de regering besliste om het CGKR te splitsen, zag ik de vacature voor directeur bij Myria.

      In zijn migratiebeleid lijkt het soms alsof de intussen vervangen staatssecretaris Theo Francken vooral begaan was met communi­catie en perceptie naar de bevolking en minder met de realiteit op het terrein. Akkoord?
      De Smet: Migratie was al langer een belangrijk thema, maar tot 2014 had niemand de culot om er een hele politieke carrière rond te bouwen zoals Francken. Hij doet dat bovendien, dat moet gezegd, met talent en charisma. En het klopt dat de boodschap een effect heeft, net zoals in de economie een aandeel beïnvloed kan worden door communicatie en perceptie. Toen e regering het had over bad, bed en brood was dat in eerste instantie een bericht aan de bevolking: maak u geen zorgen, we spenderen niet te veel middelen aan die migranten. Tegelijk was de boodschap ook gericht naar migranten. Het idee is dat als we mensen te goed onthalen, er morgen drie keer zoveel zullen zijn.

        Het gevreesde aanzuigeffect. Is daar iets van aan?
        De Smet: Ja en nee. Mensen komen niet naar hier om te genieten van de beperkte sociale zorg die we aanbieden. Anderzijds zit je wel met smokkelnetwerken en sociale media die snel boodschappen kunnen verspreiden. In 2015 is een groep mannen uit de buurt van Bagdad naar hier gekomen. Zij hebben zich gemengd in de massa van vooral Syriërs en ze vertelden allemaal hetzelfde verhaal. Dat was een probleem. De vraag is hoe we daarmee omgaan en hoever we gaan in de ontradende communicatie. Het eerste conflict dat we hadden met Francken ontstond omdat hij weigerde om asielzoekers een brochure te geven met hun rechten, zoals gevraagd door de Dublin-conventie van de Europese Commissie.

        Daarnaast is het gewoon zo dat veel meer mensen toegang hebben tot informatie, al dan niet fake, via internet en smartphones. Het echte aanzuigeffect is niet die informatie op zich, maar het feit dat steeds meer mensen weten dat ze hier objectief meer kansen hebben om een leven uit te bouwen en in vrede te leven.

          U noemt Francken talentrijk. Wat is zijn belangrijkste sterkte?
          De Smet: In de eerste plaats is hij een werker. Als parlementslid las hij al onze rapporten, en had hij altijd een wetsvoorstel klaar. Een andere kwaliteit is dat hij niet hypocriet is en dat is zeldzaam in de politiek. Er is geen verschil tussen wat hij zegt, wat hij denkt en wat hij doet. Dat brengt hem soms in de problemen, maar tegelijk is het verfrissend. Het verduidelijkt het debat. Iedereen wordt verplicht om positie te nemen. N-VA heeft in elk geval een coherente visie.

          Daarnaast heeft Francken het beleid enorm gepersonaliseerd. Het woord dat hij het meest gebruikt is waarschijnlijk ‘ik’. ‘Ik heb een verblijfsvergunning gegeven of geweigerd …’ Zijn grootste gebrek is waarschijnlijk dat hij te veel vereenvoudigt, op Twitter bijvoorbeeld. Daar zijn limieten aan.

            Schuift de partijcommunicatie van N-VA niet steeds meer in de richting van extreemrechts?
            De Smet: Migratie maakt bang. Daarachter schuilt het vraagstuk van identiteit. Europa heeft vijfhonderd jaar lang de wereld gedomineerd. We hebben onze normen, talen en manier van denken opgelegd aan de hele wereld. Maar nu willen we ons verschuilen omdat grote delen van de wereld vandaag beseffen dat ze slechter af zijn dan wij. Onze samen­leving is geseculariseerd en kent geen grote ideologieën meer. Er is een gevoel van wanorde. Dat verklaart de aantrekkingskracht van een sterke persoonlijkheid met een duidelijk discours.

              Vervangt het identitaire discours de godsdienst van weleer?
              De Smet: Duitse filosofen zoals Fichte en Hegel zeiden al dat de natie de religie vervangt. Ik vind dat overdreven, maar er is wel iets van aan. Er is een duidelijk onderscheid tussen de natie en de democratie. Die laatste is altijd een beetje gebricoleerd. Het gaat om het nu, om onderhandelen. Het is niet perfect en niet sexy. Maar het werkt wel.

              Daarnaast heb je de natie. Die is veel aantrekkelijker omdat je wordt meegenomen. Het gaat niet om het heden, maar om het verleden en de toekomst. Dat mobiliseert niet alleen de rede zoals de democratie probeert te doen, maar ook een emotie. Het probleem is dat de natie haar beloftes nooit helemaal kan waarmaken. Je kan geen natie definiëren zonder uit te sluiten. Uiteindelijk gaat het om waarden. Talen, gebruiken en godsdiensten zijn vergankelijk als je het op lange termijn bekijkt. De strijd om migratie gaat daarover: zijn de rechten van de mens belangrijker voor de Europese bagage dan gebruiken, godsdiensten of een huidskleur?

                Transitmigrant 3 Francois Desmet BRUZZ ACTUA 1643
                © Saskia Vanderstichele | François Desmet, directeur van het federaal migratiecentrum Myria.

                De Universele Verklaring van de Rechten van de Mens bestaat zeventig jaar. U noemde die verklaring in een strip van uw hand een ideologie. Is die vandaag voorbijgestreefd?
                De Smet: De mensenrechten zijn meer dan ooit nodig. Ze bieden ons een maatstaf om te vermijden dat we te ver gaan. Bijvoorbeeld wanneer we Soedanezen terugsturen zonder garanties dat ze niet mishandeld worden. Door ze een ideologie te noemen, wil ik tonen dat ze fragiel zijn. De mensenrechten zijn uiteindelijk ‘maar’ een conventie. Ze zijn niet ontleend aan de menselijke natuur, aan God, of wat dan ook. Op een bepaald moment hebben we beslist dat we enkele rechten boven alles plaatsen.

                Het verhaal van dat ontstaan heb ik willen vertellen in mijn strip over de mensenrechten.
                Vandaag staan die rechten onder druk. Wie ze verdedigt, wordt soms uitgemaakt voor Gutmensch of Bisounours (naar de animatiereeks Troetelbeertjes, red.). Nationalisten vinden de buitenwereld te gevaarlijk om de rechten nog toe te passen. Die argumentatie zit ook in het boek van Francken. Daartegenover staat het multilaterale denken. Dat vertrekt van de vaststelling dat je problemen zoals migratie, maar ook het klimaat, niet apart kan oplossen. Het Migratiepact is hiervan een ultieme uiting.

                  "Bij Francken is er geen verschil tussen wat hij denkt en wat hij doet. Dat brengt hem soms in de problemen, maar tegelijk is het verfrissend"

                  François De Smet, directeur federaal migratiecentrum Myria

                  François Desmet, directeur federaal migratiecentrum Myria inzet

                  Vindt u dat Migratiepact een goed akkoord?
                  De Smet: Ja, al is het zeker niet perfect. In tegenstelling tot wat men zegt, verbiedt het niet formeel het opsluiten van kinderen of gezinnen. Het is de vrucht van onderhandelingen. Het frustrerende is dat het werk echt goed gedaan is. Iedereen is geraadpleegd en op vraag van België is bijvoorbeeld de tekst rond gezinsherenigingen strenger geworden.

                  Het gaat ook over de smokkel­problematiek en hoe de oorzaken van migratie aanpakken. Het wil eveneens de diaspora betrekken en dat is volgens mij de toekomst. Europeanen van buitenlandse komaf sturen enorme sommen geld naar families in hun land van herkomst. Het bedrag is veel groter dan het budget van ontwikkelingssamenwerking, maar het komt terecht bij families. Misschien kunnen we een klein deel daarvan aanspreken voor investeringen in bijvoorbeeld scholen en ziekenhuizen.

                  Ook kunnen we circulaire migratie organiseren, waarbij mensen tijdelijk werken of studeren in België en dan terugkeren. We moeten zoeken naar creatieve oplossingen die positief zijn voor iedereen. We zullen het niet oplossen met ontrading en angst.

                    Transitmigrant Francois Desmet BRUZZ ACTUA 1643
                    © Saskia Vanderstichele | François De Smet:"Ik zal uw vraag beantwoorden, maar ik benadruk dat Myria niet aan politiek doet, dus het is louter fictief."

                    Hoe moeten we omgaan met de transitmigranten, die hier geen asiel willen aanvragen uit vrees dat ze worden teruggestuurd?
                    De Smet: In de aanloop naar de gemeenteraadsverkiezingen wilde de regering er zoveel mogelijk oppakken, maar die aanpak heeft gefaald. Het Maximiliaanpark en de snelwegparkings in Vlaanderen zijn nog altijd draaischijven. Ook is het niet efficiënt in de strijd tegen mensensmokkel. We zouden beter samenwerken met de slachtoffers. In plaats van hen op te sluiten, hen opvangen in een open transitcentrum en met hen onderhandelen, zoals in Frankrijk. Daar proberen ze transitmigranten af te raden om naar Engeland te gaan. Ze kunnen asiel aanvragen in Frankrijk, zonder garantie op asiel, maar met opschorting van de Dublin-conventie. Door met hen te praten kunnen ze helpen om smokkelnetwerken op te rollen.

                      Myria stelde zich burgerlijke partij in het proces tegen mensen die migranten opvingen. Spelen zij het spel van de smokkelaars mee?
                      De Smet: Het is complex. Het platform dat vluchtelingen herbergt, levert volgens mij goed werk. Hulp aan illegale immigratie mag niet, maar er geldt een uitzondering voor hulp om louter humanitaire redenen. Vermoedelijk zal niemand van de mensen die vluchtelingen opvingen veroordeeld worden (dat bleek ook het geval, red.)Tegen hen hebben we ons ook geen burgerlijke partij gesteld, maar de wetgever zou beter vooraf duidelijk gemaakt hebben wat kan en wat niet. Uiteindelijk ligt de verantwoordelijkheid bij de regering. Als er een open centrum voor transitmigranten zou zijn, hoefden burgers hen niet op te vangen.

                        Transitmigrant 2 Francois Desmet BRUZZ ACTUA 1643
                        © Saskia Vanderstichele | François De Smet, directeur federaal migratiecentrum Myria

                        De regering beperkte de opvangcapaciteit en het aantal asielaanvragen per dag. Organiseerde Francken zelf de chaos, zoals tegenstanders zeggen?
                        De Smet: Het zegt veel over het beleid dat er steevast bespaard wordt op de opvang van asielzoekers, maar dat er makkelijk geld gevonden wordt voor gesloten centra om mensen terug te sturen. De boodschap van de regering is opnieuw ingegeven door de vrees voor het aanzuigeffect. Met minder plaatsen, zullen er minder migranten komen. Het is een vreemde redenering. Daarnaast stelt de beperking tot vijftig registraties per dag België voor een juridisch probleem. We zijn verondersteld om elke persoon die asiel aanvraagt te ontvangen.

                          Stel dat u zelf staatssecretaris was. Hoe zou u de migratie aanpakken?
                          De Smet: Ik zal uw vraag beantwoorden, maar ik benadruk dat Myria niet aan politiek doet, dus het is louter fictief. Eerst en vooral moeten we erover waken dat we de mensenrechten respecteren. Ik zou bijvoorbeeld stoppen met kinderen op te sluiten. Daarnaast zou ik een minister be-voegd maken voor Asiel en Migratie én Ontwikkelingssamenwerking.

                          Zo kan je niet anders dan het totaalplaatje zien. In de ideale wereld moet je de asielkwestie organiseren op Europees niveau. Burgers zouden bij een huma-nitaire crisis een aanvraag moeten kunnen indienen in een van de ambassades van de EU. Die besteedt de dossiers uit aan lidstaten volgens een verdeelsleutel. Dat vergt wel een geharmoniseerde asielprocedure, wat vandaag zeker niet het geval is.

                            Verder moeten we het budget voor ontwikkelingssamenwerking optrekken tot 1 procent. Nu zitten we aan 0,4 terwijl het 0,7 proent zou moeten zijn. Wist u dat België daar zelfs de uitgaven voor de opvang van asielzoekers bij telt? Francken gelooft niet in ontwikkelingssamenwerking en het klopt dat we daarmee een nieuwe middenklasse creëren die makkelijker kan migreren. Maar dat wil niet zeggen dat we geen ontwikkelings­beleid moeten hebben.Daarnaast moeten we objectiveren hoeveel economische migranten wenselijk zijn, in functie van onder meer de demografie. De Europese bevolking veroudert. Zonder migratie was die bevolking al drie jaar aan het krimpen. We hebben dus ook belang bij migratie. Dat is iets wat linkse partijen moeilijk uitgelegd krijgen.

                              Wat doet u met de grenscontroles?
                              De Smet: Die zullen er altijd zijn, maar als je een echte oplossing biedt, heb je een grotere legitimiteit om daarnaast te strijden tegen illegale immigratie en mensensmokkel. Vandaag is het systeem heel arbitrair. Als je enkel mensen helpt die hier geraken, accepteer je een soort neoliberalisme. Het zijn de meest zelfredzamen die een kans krijgen. Dat betekent niet dat we de grenzen moeten opengooien, maar we kunnen de toegangen wel rechtvaardiger maken. Dan kunnen we onze grenzen bewaken met minder scrupule.

                                François De Smet

                                • Geboren in Brussel, 1977
                                • Studeerde rechten en filosofie aan de ULB
                                • Werkte op het kabinet van Hervé Hasquin (MR) toen die minister-president van de Franse Gemeenschap was (1999-2004)
                                • Doctoraat in de filosofie 2010
                                • Directeur bij Myria sinds 2015
                                • Woont in Evere

                                2018, het jaar van de transitmigrant

                                Een mensenketting aan het Noordstation om politie-interventies tegen transitmigranten te verhinderen en protest tegen de vervolging van mensen die migranten opvangen. Het thema migratie is alomtegenwoordig in 2018. Brussel toont zich solidair met mensen op de vlucht.

                                Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

                                Lees meer over: Brussel, Samenleving, Jaaroverzicht 2018: transitmigrant, François De Smet, migratiecentrum Myria

                                Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

                                Site by wieni