Het nieuwe wonen: kleiner, comfortabeler, collectiever

Wie de baksteen in zijn maag voelt knorren, kan vanaf zaterdag opnieuw naar Batibouw. We speurden er naar de woontrends van morgen.

België is ook vandaag nog een land vol eengezinswoningen, rijhuisjes en verkavelingsvilla’s. De hoogmis van het bouwen en inrichten die Batibouw is, ademt nog steeds die sfeer. De bezoeker loopt er onder meer langs zwembaden, buitenjacuzzi’s, royaal terrasmeubilair en bovenmaatse zitcombinaties. Erg stedelijk voelt het vaak niet aan.

Toch wil de beurs ook de nieuwe, vaak stedelijkere woontrends tonen, zegt de organisatie. En als er de voorbije jaren één woontrend was, dan is het wel die om steeds kleiner te gaan wonen. Een voorbeeld: in 2000 was het gemiddelde nieuwbouw huis voor een gezin in Vlaanderen nog 160 vierkante meter groot. Vandaag is dat nog 133 vierkante meter.

Comfort

Die krimpkeuze maakten de bouwers niet echt zelf. Bouwgrond werd schaarser en dus duurder. En de nieuwe woningen verrezen ook vaker in stedelijke centra, waar de plaats ook beperkter is.

Het kleinere wonen leidt er volgens de beursorganisatoren toe dat we meer belang hechten aan het comfort in onze compactere woningen. “We kunnen dat ook betalen want vaak zijn de technieken om te bouwen ook eenvoudiger en dus goedkoper geworden”, vertelt Batibouw-woordvoerder Bart Van Den Kieboom.

De woordvoerder ziet op zijn salon wel meer vernieuwends. “Artificiële intelligentie gaat echt een steeds belangrijkere rol spelen in onze huizen. Ik zag net een Viessmann verwarmingsketel die kan praten met een hele reeks van apparaten van andere merken, tot en met de elektrische auto in de garage. Dat soort interconnectiviteit is nieuw.”

Domper

Tijdens onze speurtocht naar nieuwe woontrends begeven we ons al snel naar Paleis 10, dat helemaal in het teken van hernieuwbare energie en duurzaam bouwen staat. Het blijkt een domper. De hal blijkt maar half gevuld. Tussen de stands die wel aanwezig zijn springen twee grote luxe-auto’s meteen in het oog: een Tesla en een elektrisch sportmodel van BMW.

(Lees verder onder de foto)

“Duurzaamheid vult vandaag geen hal meer omdat dat aspect nu over alle andere stands verdeeld is”, zegt de woordvoerder eerst. Even later volgt nog een uitleg. “Toegegeven, ook de crisis bij producenten van zonnepanelen maakt dat er nu geen toevloed meer is voor die plekken." De subsidiekraan die dichtging heeft zijn sporen nagelaten in de sector.

De standhouders die er wel zijn, kunnen met hun vreugde geen blijf als ze horen dat we in Brussel wonen. “En u hebt nog geen zonnepanelen? Wist u dat Brusselaars meer subsidies krijgen dan inwoners in de rest van België? Op 3 à 4 jaar is een fotovoltaïsche installatie afbetaald, terwijl dat in Vlaanderen al snel 9 jaar is”, aldus een enthousiaste verkoper.

Naast de Brusselse overheidssteun maakt ook de evolutie van de producten de panelen aantrekkelijker. De panelen halen steeds meer energie uit dezelfde oppervlakte en worden tegelijk goedkoper. “Voor 3.500 euro leggen we bij u 10 panelen, alles inbegrepen.”

Coworking en familiefeesten

Het bezoek aan de beurs laat ons wat op onze honger en dus bellen we ook nog met Kristiaan Borret. Hoe ziet de bouwmeester het nieuwe wonen?

“Dat we steeds kleiner gaan wonen klopt. Het belangrijkste gevolg daarvan is voor mij niet dat we comfortabeler wonen, maar dat de nood aan collectieve ruimte toeneemt. Je ziet dat in nieuwe bouwprojecten zoals de woontoren aan Sainctelette, op de plek waar net een grote brand was. De appartementen daar zullen niet zo groot zijn, maar er komt wel een gemeenschappelijke verdieping midden in het gebouw, met een mooi zicht op het kanaal. Die kan in de week als coworkingruimte worden gebruikt, ’s avonds als feestzaal en in het weekend voor familiefeesten.”

Die kleinere woningen in een steeds dichter bebouwde stad hebben voor Borret trouwens ook gevolgen voor de overheid.

“We zeggen de laatste jaren dat we moeten verdichten, maar je moet daar ook heel goed mee opletten. Meer mensen op een kleinere oppervlakte betekent ook dat er in die buurt dan méér openbare ruimte moet zijn voor die bewoners. Als je alles dichtbouwt gaat het mis. En dat gevaar is reëel: met woningen bouwen verdienen promotoren geld, terwijl parken en pleinen aanleggen geld kost.”

www.batibouw.be