Leerlingen secundair spijbelen minder vaak

In het schooljaar 2011-2012 waren 404 leerlingen van het Nederlandstalig secundair onderwijs problematisch afwezig op school. Een lichte daling, het aandeel problematische spijbelaars zakte van 3,5 naar 2,8 procent. Brussel houdt daarin gelijke tred met Vlaamse steden als Gent en Antwerpen.

Een en ander blijkt uit cijfers die CD&V-parlementsleden Bianca Debaets en Paul Delva opvroegen bij zowel Vlaams minister van Onderwijs Pascal Smet (SP.A) als Guy Vanhengel (Open VLD), die binnen de VGC bevoegd is voor onderwijs.

Binnen het Gewest blijken er wel grote verschillen te zijn. Amper 1 procent van de leerlingen die school lopen in het Nederlandstalig secundair onderwijs en in Jette wonen is problematisch afwezig. In Sint-Jans-Molenbeek stijgt dat percentage tot 5,1 procent, in Sint-Joost-ten-Node tot 5,8 procent.

"De daling van het aantal spijbelaars stemt ons tevreden", zeggen Debaets en Delva. "Maar er is nog veel werk aan de winkel. GOK-leerlingen en leerlingen met een niet-Belgische achtergrond blijken bijvoorbeeld veel gevoeliger voor de problematiek."

Over de Franstalige en Nederlandstalige netten heen werden in mei 2011 101 dossiers overgemaakt aan het parket van leerlingen die in geen enkele school ingeschreven waren.