Pajottenland: de wanhopige zoektocht naar een parkeerplek

Jean-Marie Binst
© Brussel Deze Week
14/11/2012
De zoektocht naar een parkeerplaats in de rand van Brussel en de westkant (Pajottenland) jaagt de pendelaar vroeg uit de veren. We zoeken de snelste manier om in Anderlecht in de metro te geraken. Geen sinecure om de auto te dumpen. Maar we vinden nog enkele gratis transitparkeerplaatsen. Ook voor u, als u snel bent.

D e proef op de som nemen is de beste manier om het dagelijkse pendelleed te schetsen van de Pajottenlander die in Brussel wil werken.

We negeren het aanbod van De Lijn en de MIVB om van Gooik tot Elsene twee uur te spenderen aan een enkele pendel ('s ochtends of 's avonds) met het openbaar vervoer. En dus rijden we met de auto tien kilometer tot metrohalte Erasmus in An­derlecht, op enkele honderden meters van de grens met Vlaanderen. Daar ligt een eerste transitparkeerterrein.

Van dit aanbod gebruikmaken sluit braaf aan bij het beleid dat Vlaams minister van Mobiliteit Hilde Crevits (CD&V) voorstaat, namelijk 'zo dicht mogelijk bij huis voortransport gebruiken (auto, fiets of te voet) in relatie met overstapparkings en snel openbaar vervoer naar Brussel'.

Autorijden tot de metrohalte Erasmus biedt bovendien het grote voordeel dat we, mits we de auto kunnen parkeren uiteraard, in één uur tijd het traject van 23 kilometer van Gooik tot Elsene kunnen afleggen. Eenvoudig door de combinatie auto, twee metrolijnen en een bus. Niet ideaal, maar wel de tweede snelste vervoersoptie, na 'alles met de auto' tot diep door de stad.

Goochelen
Na het slakkengangetje vanuit het hinterland naar metro-eindhalte Erasmus (extra gehinderd doordat het grondtransport van de GEN-werf in de Pedevallei voorrang krijgt), is het zoeken naar een parkeerplaats.

Eerste mogelijkheid: de privéparkings Erasme en Lennik, op wandelafstand van de metro. In 2010, toen we voor het eerst op onderzoek gingen, stond Erasme (in eerste instantie voor de ziekenhuisbezoekers bestemd) 639 parkeerders toe, nu zijn dat er om en bij de 740. Voor zonsopgang slibt de inrit daarnaar al vol. Het tarief is 2,20 euro per uur en 120 euro per maand. Eigenaar is Vinci Park, die in januari ook P-Lennik overnam van de Société Immobilière des Parkings Erasme (SIPE).

P-Lennik is hét grote overstapterrein aan de westelijke grens. Van alle zijden zie je die vol staan, dus probeerde ik het nooit uit. P-Erasme/Lennik en de Brusselse openbaarvervoersmaatschappij MIVB hebben nochtans een deal, valt al eens te lezen: honderd pendelaars met MIVB-abonnement (Mobib) kunnen er gratis hun vierwieler kwijt. Maar hoe dat in zijn werk gaat, wordt nergens aangegeven. Wel is parkeren in P-Lennik goedkoper dan in P-Erasme: 1,40 euro per uur en 100 euro per maand.

Officieel geeft het parkeerterrein 675 plaatsen aan. In realiteit wordt met de capaciteit gegoocheld. Met de vinger tellen we bijna negenhonderd parkeerders, waarvan een honderdtwintigtal naast de parkeerlijnen, op verhoogde bermen, naast plantsoenen en voor hekken die oude inritten afsluiten. Zolang de circulatie op het terrein niet gehinderd wordt, geen probleem; "U vindt altijd wel een plekje, ook na negen uur," sussen de wachters. Evident is dit in de praktijk niet. De overcapaciteit blijkt al bij het ochtendkrieken. Risicoloos is het evenmin. Bij een tweede try-out vinden we al een kaartje 'geïnteresseerd in de aankoop van uw auto'. Hoe waterdicht is de bewaking van een transitparking die de overheid aanduidt? Het is duidelijk dat een privéparking weinig te dicteren valt. "Dit is privédomein, we hoeven de pers geen gebruikscijfers te geven," stelt Vinci Park scherp.

We proberen dan maar de straat als parkeerzone. Aan de overzijde liggen braakliggende velden die van parkeren doen dromen (fuchsia vlek links boven in de kaart). Maar tussen de Simonetlaan én de oude en nieuwe spoorwegen (van het GEN) wil de gemeente een immens woonpark laten bouwen. Alsof duizend extra bewoners geen enkele extra auto zullen toevoegen aan dit al moeilijke transitknooppunt.

Misschien is de oplossing wel helemaal terugrijden, Sint-Pieters-Leeuw door, en in de buurt van de treinstations van Ruisbroek en Lot, waar parkeren nog kan, de auto te dumpen. Maar moeten we de Ring dan eerst niet op? Eerst zoeken in Anderlecht lijkt de enige redding.

Ontmoedigen
De gemeentelijke politiek inzake langparkeren voor pendelaars is niet veranderd sinds 2007. De Anderlechtse beleidsnota Mobiliteit stelt: "Pendelaars moeten ontmoedigd worden hun auto langdurig in de buurt van metrostations te parkeren (…) om de verkeersdruk te verminderen en het gebruik van (alternatieve) parkeerterreinen in de rand van Anderlecht te promoten."

Of die overstapparkings er op Vlaamse bodem kunnen komen, wordt nog onderzocht. Twee jaar geleden zetten de bevoegde CD&V-ministers Hilde Crevits (Vlaanderen) en Brigitte Grouwels (Brussel) een interregionale Werkgroep Mobiliteit op. "Het overleg loopt nog, het is te vroeg om meer informatie te geven," stelt het kabinet-Crevits. Ook bij Grouwels heet het een 'work in progress'. Grouwels belooft vanaf 2013 werk te maken van een zoektocht naar publiek-private samenwerking om het tekort aan transitparkings op te lossen. Zonder privégeld en/of subsidiëring door de federale overheid (Beliris) kan het Brussels Gewest die nood niet lenigen.

Betalen met sms
In afwachting van de alternatieven moeten we op straat parkeerplaats zoeken, het liefst naast de metro. Het nieuwe Parkeerplan van de gemeente heeft heel Anderlecht in parkeerzones ingedeeld, met eigen tarieven, anders dan wat Brussel net heeft ingevoerd. Waar, hoe en tegen welke prijs geparkeerd kan worden, moet de pendelaar maar per gemeente uitzoeken. Op de parkeermeters langs de Lenniksebaan (Erasmus) vinden we niet terug op welk telefoonnummer of welke website uitleg te krijgen is over het systeem; een automaathersteller van de firma Krautli weet het ook niet.

Bij de Parkeerdienst van de gemeente Anderlecht - in een uithoek van de gemeente, op de grens met Vlezenbeek en maar één dag tot 18 uur open - krijgen we een plannetje met witte, groene, blauwe en rode parkeerzones, zonder enige aanduiding van metro- of buslijnen. Van metro Erasmus tot metro Eddy Merckx en verder tot metro Coovi kan trouwens op straat niet (of in ieder geval niet de hele dag) geparkeerd worden. In 2010 moest over de middag uit het centrum teruggekeerd worden om de parkeerschijf te draaien of muntjes bij te steken. Nu is sms-parkeerbetalen mogelijk, al dringt de communicatie hierover niet door tot de pendelaar. De helft van de parkeerzone rond Erasmus blijft daarom leeg. De witte zones (gratis parkeren) in het bedrijvenpark bij Erasmus staan wel vroeg vol. Op de gevaarlijke Ring-afrit Henri Simonetlaan is een zeldzame plek te vinden tussen de buitenlandse vrachtwagens die er overnachten.

Grijze zone
De transitparking Coovi bij de Bergensesteenweg en de afrit van de Ring is ook nog een optie. Ook daar stroomt tussen zeven en halfacht het parkeerterrein al vol; na acht uur kun je het schudden. De capaciteit bedraagt 202 plaatsen. Er staan nog ook 99 wildparkeerders bij, die soms nét doorgang laten voor een auto die de buitenspiegels dichtklapt.

Ook de brug naar de bovenparking bulkt van de sluikparkeerders. Minister Grouwels stelt dat de politie 'bijtijds' optreedt. Maar in de praktijk wordt er vooral opge­treden als de bushalte op het parkeerterrein geblokkeerd wordt. Verbaliseren op dit terrein bevindt zich in de 'grijze zone' van de wettelijkheid, gaf Mobiel Brussel in 2010 al toe.
Na metrohalte Het Rad (aan de drukke Bergensesteenweg) is de eerste gemeentelijke transitparking Bizet. De Brusselse Grondregie gaf het terrein vorig jaar in erfpacht aan de gemeente. Die heeft nog niet beslist of er een slagboom komt, en gereserveerde plekken voor Mobib-abonnees. P-Bizet telt 181 parkeerplaatsen. Een overbezetting met dertig tot veertig auto's, nog vóór acht uur, bemoeilijkt de circulatie op het hele terrein.

Eureka!
De zoektocht naar een parkeerplek zuigt ons dieper de stad in. We weten dat de Sint-Annakliniek een parkeerterrein van 250 plaatsen heeft, waar we op dit vroege uur nog kans maken. Daarvandaan is het 250 meter wandelen tot metrohalte Jacques Brel. Niet slecht, maar omslachtig.

Op de hele witte zone bij het kanaal langs de Nijverheidskaai - we zijn dan wel al bij de Slachthuizen van Anderlecht en niet ver van het Zuidstation - is het gratis parkeren. Er staat overdag amper iemand. Wie de buurt kent, weet dat zijn auto op vier lege bakken trappist teruggevonden kan worden, of in het geheel niet. We lonken jaloers naar het grote privéparkeerterrein van de Erasmushogeschool en de Abattoir-parking. Potentiële kleine overstapplekken, maar al veel te ver het gewest in, en niet betaalbaar.
Er lijkt niks anders op te zitten dan geduld te oefenen tot de uitbreidingspoging richting extra overstapparkings is geslaagd. Minister Grouwels roept de nieuwe Brusselse gemeentebesturen alvast op om constructief samen te werken met het Gewest.

Voorlopig ten einde raad rijden we dus terug naar het vertrekpunt: overstapparking P-Lennik bij Erasmus. Na vier dagen een portier en een overste gesproken te hebben wordt het ons duidelijk. Er is 'onbeperkt toegang' voor wie een Mobib-abonnement heeft. Eureka! We krijgen een formulier waarop naam, Mobib-abonnementsnummer, nummerplaat, het adres van de werkgever en de afstand tot de werkplek (minstens twee kilometer van Erasmus) moeten worden ingevuld.

Hoeveel Mobib-abonnees gebruikmaken van de 'honderd transitplaatsen', komen we ook na tien keer vragen van niemand te weten. Tot een nachtwacht zich op een avond verspreekt: "Jullie hebben al 120 plaatsen, maar het mag tot 150 gaan, en er zijn een tachtigtal pendelaars die ervan gebruikmaken." We zijn dolblij met het gratis, semi-bewaakte parkeren achter een slagboom.

Wat wel een wrang gevoel geeft, is dat de Vlaamse pendelaar positief gediscrimineerd wordt doordat hij het formulier zelf mag signeren. In de Franse versie moet de werkgever ondertekenen. Vast een tikfout... En zo eindigt de zoektocht naar een parkeerplaats alweer op een surrealistische noot.

De dagelijkse pendel

Brussel Deze Week pakt uit met een special rond pendelaars. Twee derde van de pendelaars komt met de auto naar Brussel. Zolang zij niet degelijk kunnen overstappen op het openbaar vervoer, zal de verkeersstroom blijven groeien. Hoewel De Lijn met een nieuw tramnetwerk een flinke bijdrage levert, is lang niet iedereen bereid om mee te werken aan oplossingen die goed zijn voor pendelaar én stad. De volgende stukken stellen het probleem scherp. 

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Anderlecht , Samenleving , De dagelijkse pendel

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni