Rwandese ambassade viert einde van genocide met 800 genodigden

Een 800-tal personen kwam donderdagavond samen op de Rwandese ambassade in Sint-Pieters-Woluwe om er het einde van de genocide in Rwanda 25 jaar geleden te herdenken. Ambassadeur Amandin Rugira hield er een emotionele toespraak.

De huldiging in de Rwandese ambassade, gelegen op de hoek van de Tervuren- en Bloemlaan, werd geopend door enkele jonge Brusselse Rwandezen. Meisjes tussen 5 en 15 jaar zongen het volkslied van België, alsook dat van Rwanda.

Bevrijdingsdag

Nadien nam ambassadeur Rugira het woord. In zijn uitgebreide toespraak schetste hij de teneur van 4 juli 1994, de dag waarop de Rwandese hoofdstad Kigali in handen kwam van de troepen van Paul Kagame en het genocidaire bewind afgezet werd.

"Kigali was een spookstad. Rwanda was een spookland zonder inwoners. Want op een populatie van 8 miljoen Rwandezen werden er op honderd dagen tijd 1 miljoen vermoord en nog eens 2 miljoen vluchtten het land uit. Maar toen wandelden de RPF-strijders, met op kop Kagame, de hoofdstad binnen", herinnert Rugira zich.

Minuut stilte

"Rwanda is ontsnapt aan een hel die niemand zich nog kan voorstellen. Die genocide kent zijn gelijke niet. Hoe moet je een land na zo'n enorme crisis opnieuw opbouwen?", ging Rugira voort alvorens een minuut stilte in acht te nemen voor de Rwandese slachtoffers.

Onder meer op de afspraak was de Orde van de Vrienden van Manneken Pis. Zij deden het Brusselse ketje een kostuum aan van het Rwandese modehuis Moshions, ter herinnering van 'Bevrijdingsdag'.