in Molenbeek Snijboontje 2

Voorpublicatie 'In Molenbeek' (4): De sociale lift

Hans Vandecandelaere
© Brussel Deze Week
05/08/2015

Beeldvorming sluit Oud-Molenbeek doorgaans op in een cocon van armoede. Maar de combinatie van kansrijkdom en kansarmoede lijkt reëler. De wijk kent niet alleen schaarste in tal van gradaties, ze brengt ook rijkdom voort: van megawinsten van huisjesmelkers tot indrukwekkende business knowhow.

M et een niet te omzeilen décolleté, gezwollen blote kuiten en op haar hoofd een cowboyhoed vraagt ze me of ik de kleine, gedekte eettafel naast het raam met haar wil delen. Ik nam de stek in vanwaar deze habituée haar vastgebonden hondje op straat surveilleert. De bazige vrouw schuift dicht tegen me aan op de houten zitbank en palmt twee derde van de tafelruimte in. Ze gaat na hoeveel beleenheden ze nog heeft, “Want,” en zo begint ons gesprek, “als je hier komt eten, dan is het om te sparen, hé meneer.” Het Snijboontje, op de hoek van de Gentsesteenweg en de Oostendestraat, is een van de vier sociale restaurants van Oud-Molenbeek. Marie-Françoise Van Lil is er de stuwende kracht van en heeft een bagage van 45 jaar armoede-expertise.

Huistaakbegeleiding
“Armoede is een vast gegeven in de gemeente,” legt ze uit. “Maar ze stijgt als gevolg van de crisis en de migratie. We zien ook steeds meer poor workers, dus mensen die met hun salaris niet meer rondkomen. Om een concreet voorbeeld te geven: in ons voedseldepot Snijboontje Bis drukken wij onze omzet uit in ‘voedseldagen’, omdat iemand met één voedselpakket meerdere dagen verder kan. Wel, zo dekten we in de jaren 1980 jaarlijks ongeveer 4.000 ‘voedseldagen’. In 2013 steeg dit aantal tot maar liefst 33.952. De vraag naar voedselpaketten is groter dan het aanbod.”

Precaire leefsituaties bemerk je op enkele honkvaste plaatsen. In de Ransfortstraat schuiven mensen soms aan om in een gemeentelijk badhuis uit 1911 voor vijftig eurocent een half uur te douchen. Ze komen omdat ze thuis geen badkamer hebben of anders om te sparen op waterverbruik. In de Gentsesteenweg staan einde reeks- en brolwinkels onder druk, maar in de Ribaucourtstraat zijn ze nog ruim present: torenhoog gestapelde afgeprijsde Nutellapotten en LU-koeken, tweedehandskleren- en gasfornuizen of herstelwinkels voor hifi en telefonie. Tijdens de donderdagmarkt kun je met wat ervaring afdingen tot een krat aardbeien nog slechts een habbekrats kost. Met wat noties Arabisch hoor je hoe er verkopers met een caddie rondlopen en in het geniep platte, zelfgebakken broden aanbieden voor vijftig cent onder de marktprijs. En zij die het financieel iets breder hebben, kunnen zich langs de Gentsesteenweg nog steeds vrij goedkoop opmaken met glitterartikelen.

Maar om armoede echt te ervaren, moet je binnendringen in het leven van de buurtbewoners. Schooldirecties vertellen me hoe ze voelen dat de invulling van een verlengd weekend voor kinderen vaak beperkt blijft tot videogames en boodschappen doen in de Lidl. Of hoe leerlingen binnenshuis spanningen hebben en die meebrengen naar school. Op een dag ben ik bij zonsondergang uitgenodigd voor het beëindigen van de vasten in de Moskee van de Solidariteit in de Zwarte Vijversstraat. Ik tafel met joden, katholieken, erkende imams, burgemeester Schepmans en enkele schepenen, terwijl er in de zaal boven ons, al heel de ramadan lang, een honderdtal mensen een gratis maaltijd krijgen. Twee op vijf jongeren die de moskee bezoeken, werken niet. De tien euro per maand die de voorzitter vraagt voor de organisatie van huistaakbegeleiding is voor veel gezinnen te duur.

Les Barons
Zolang de structurele hefbomen zoals huisvesting, onderwijs of arbeidsmarkt vastzitten, zijn er geen snelle oplossingen en gemakkelijke antwoorden voor de buurt. Treffend is wel het constante zoeken naar hoe men moet omgaan met armoede, cultuurverschil, gezondheid, huisvesting en onderricht. Vaak is dit pionierswerk dat in alle stilte van onderuit wordt uitgevoerd. De sociale vangnetten van moskeeën en kerkgemeenschappen worden geflankeerd door een waaier van formele instanties. Ze maken dat Oud-Molenbeek kan terugvallen op een zekere sociale warmte.

“Maar de buurt kan ook een lanceerplatform zijn voor een pijlsnelle opwaartse mobiliteit,” vertelt de voorzitter van Foyer Johan Leman vanuit zijn bureaustoel. “Een politicus kan hier met de nodige netwerking eensklaps enkele duizenden stemmen behalen. De slager en de apotheker kunnen binnen de kortste keren een enorm cliënteel aan zich binden. Of in de artistieke sector kun je je met een bepaald soort humor eerst opwerken onder een Marokkaans publiek en vervolgens doorstoten. Kijk naar acteur Ben Hamidou, die na verloop van tijd de planken van de KVS beklom. Of naar de makers van Les Barons die in Molenbeek ogenblikkelijk konden terugvallen op een publiek dat zich in de film herkende en achteraf, gestuwd door het succes, een bredere afzetmarkt vonden. Het komt erop aan om een niche te vinden.” (Lees verder na de foto)

In Molenbeek Tapis
1001 Tapis
Veel van wat ik zie, is Chinees van de betere kwaliteit: tapijten, kroonluchters, zilverwerk, stoelen met velours- of lederbekleding, spiegels en pompeuze vazen. Zaakvoerder Hamid opende 1001 Tapis langs de Gentsesteenweg toen hij al in 2010 aan de top van een imperium stond. Na een winkel in Kuregem, Antwerpen en de Schaarbeekse Brabantstraat kwam er een Molenbeekse bij. “Vanaf 2003 begonnen we met het verbreden van de aanvoerlijnen door in China een import-exportbedrijf op te starten,” preciseert hij. “Het gros van het Molenbeekse winkelaanbod komt vandaar, en een beetje vanuit Vietnam. De tapijten zijn een uitzondering. Die komen voor dertig procent uit China en voor zeventig procent uit Turkije. Tegelijk bouwden we onze tak in China uit tot een exportdraaischijf naar Brazilië, Kameroen, de Maghreb en de Verenigde Staten.”

Deze gemondialiseerde rijkdomproductie is in Oud-Molenbeek lang niet uitzonderlijk, maar ze haalt zelden de media. Armoede verkoopt beter. Azzedine, de zaakvoerder van de halalfastfoodketen Tonton Chami, dealt rechtstreeks met een Iers halalslachthuis. Nog steeds op de Gentsesteenweg laten de eigenaars van Le Salon Marocain hun tafels en zitbanken in Italië maken en vanop het Sint-Jans-Baptistvoorplein reist de Syrische stoffenhandelaar Mustafa geregeld naar Indië, Pakistan en Dubai.
Het ondernemerschap zit in de lift. De meeste bakkers en vishandelaars maakten de afgelopen tien jaar een kwaliteitssprong. Slagers beginnen hun waar met bereide gerechten te diversifiëren. De Gentsesteenweg is het vlaggenschip. Gemiddelde maandelijkse huurprijzen van 2.000 à 3.000 euro doen er brolverkopers stilaan naar adem happen. Achter de schermen circuleren kapitaalstromen. Panden staan niet meer leeg. De middenstand kruipt duidelijk uit een dal en vindt opnieuw aansluiting bij de naoorlogse glorie. Alleen is hij anders, wat exotischer en vooral meer dan ooit tevoren verbonden met de rest van de wereld.

Informele sector
Rijkdom en armoede dus. Oud-Molenbeek kent beide. Er zijn moskeeën met geld, eigenaars met huizen, werknemers met salaris en handelszaken als lichtbakens. Arm en rijk staan ook niet zomaar naast elkaar. Dikwijls is er kruisbestuiving. In het legale circuit verschaft armoede werk aan honderden bedienden en in de informele sector kunnen de rijkeren voor kleine treden zorgen op de sociale ladder.

Mohammed toont me de helende snijwonden op zijn handen. Met achthonderd euro op zak kwam hij vier maanden geleden om 18.30 uur vanuit Spanje aan in het Zuidstation. Na een week op hotel was zijn budget gehalveerd. Een Marokkaanse huisbaas hielp hem aan een studio in Molenbeek. Eens gedomicilieerd bood hij zich aan in interimbureaus. Op het moment van onze afspraak heeft hij zijn eerste formele werkweek geklopt als chauffeur van een vuilniswagen bij Net Brussel. “Even daarvoor werkte ik in het zwart in de Molenbeekse snack van een Marokkaanse Belg,” zegt hij met gemengde gevoelens. “Pure exploitatie. Ik ontving vijftig euro voor hard werken van elf uur ’s ochtends tot elf uur ’s avonds. Ze profiteerden van mij omdat ze natuurlijk mijn fragiele situatie kenden. Voor verband en ontsmettingsmiddel moest ik zelf zorgen. Anderzijds heeft het schamele inkomen wel geholpen om de periode te overbruggen tot ik echt werk vond.”

Dit soort van informele praktijken zijn geen unicum. “Als welvaartsvoorzieningen en integratie via werk door crisis en discriminatie onder vuur liggen,” stelt hoogleraar Eric Corijn, “dan neemt een ander economisch circuit aan belang toe: de vaak informele sector waarbij men elkaar helpt met goederen en diensten. Binnen dit scenario heb je er alle belang bij om deel uit te maken van de etnische gemeenschap of de uitgebreide familie. Als je mensen dus uitsluit van de arbeidsmarkt en welvaartsvoorzieningen onder druk zet, dan krijg je meer ‘communauteit’, etnisch toebehoren. Als je in omgekeerde richting meer vermenging, onzuiverheid of interculturalisering wil, dan moet je sterker inzetten op de eerste twee economische circuits.”

Historicus Hans Vandecandelaere dook twee jaar in de coulissen van Oud-Molenbeek. Voor zijn boek ‘In Molenbeek’ sprak hij met acteurs, jongeren, dokters, huisjesmelkers, schooldirecties, Cubaanse danseressen, politiecommissarissen, pastoors en imams, loft- en kelderbewoners, druggebruikers en getalenteerde commerçanten. ‘In Molenbeek’ verschijnt begin september bij uitgeverij Epo. Tot dan brengt Brussel Deze Week een greep uit zijn reisimpressies. Volgende week: migratie.

Voorpublicatie: In Molenbeek

Historicus Hans Vandecandelaere dook twee jaar in de coulissen van Oud-Molenbeek. Voor zijn boek ‘In Molenbeek’ sprak hij met acteurs, jongeren, dokters, huisjesmelkers, schooldirecties, Cubaanse danseressen, politiecommissarissen, pastoors en imams, loft- en kelderbewoners, druggebruikers en getalenteerde commerçanten. ‘In Molenbeek’ verschijnt begin september bij uitgeverij Epo. Tot dan brengt Brussel Deze Week een greep uit zijn reisimpressies.

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Sint-Jans-Molenbeek, Samenleving, Voorpublicatie: In Molenbeek

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni