© Ivan Put
Vorst koestert art deco
M agda De Galan, burgemeester van Vorst (PS), herinnert zich nog in welke erbarmelijke omstandigheden het OCMW-personeel gehuisvest was in de Jean-Baptiste Vanpéstraat. Het vorige gemeentebestuur had beslist om het gebouw te verkopen. Het kwam in handen van een vastgoedontwikkelaar, die er drie verdiepingen appartementen bovenop wou neerpoten. Sinds 2004 staat het gebouw nagenoeg leeg.
"Toen ik het dossier in 2007 in handen kreeg," vertelt OCMW-voorzitter Stéphane Roberti (Ecolo), "heb ik besloten om het mooie art-decogebouw weer te laten schitteren en hier een deel van de OCMW-diensten, die verspreid zaten over Vorst, onder te brengen."
Roberti wou meer. Hij nam contact op met Leefmilieu Brussel en vroeg een gewestelijke subsidie aan in het kader van het project Voorbeeldgebouwen, een subsidielijn van het Brussels Gewest voor passief- en lage-energiebouw. "We wilden een budgetneutrale operatie. Met energiebezuinigende maatregelen wilden we de energiefactuur naar beneden halen. Dat zou op termijn een flinke bonus kunnen opleveren. Dankzij de gewestelijke subsidie zijn we daar héél ver in kunnen gaan."
Vorige week werd het art-decogebouw in Vorst aan pers en publiek voorgesteld. Gevel, granitovloer en de monumentale art-decotrap werden bewaard. De rest werd nagenoeg volledig gesloopt. Na die tabula rasa kon binnen de oude muren een nieuw kantoorgebouw worden opgetrokken dat beantwoordt aan de op één na strengste norm voor passiefbouw, goed voor een energievraag van minder dan 30 kilowattuur per vierkante meter per jaar.
Julie Willem, verbonden aan het architectenbureau A2M van Sebastian Moreno-Vacca en gespecialiseerd in passiefbouw, legt uit: "De energievraag van het gebouw hebben we kunnen terugbrengen tot 22 kWh per vierkante meter per jaar. Vergeleken met vroeger - 335 kWh per vierkante meter per jaar - is dat een enorme besparing."
Hoe zijn de architecten daarin geslaagd? De achtergevel is volledig opnieuw opgebouwd met een buitenisolatie en nieuwe houten ramen met superisolerend glas. Aan de voorkant was er wel een probleem omdat aan de art-decogevel niet geraakt mocht worden. Willem koos daarom voor binnenisolatie in cellulose, nieuwe wanden met voorzetramen, zodat aan de stalen art-decoraamprofielen niet geraakt hoefde te worden. "Een beetje bijzonder is dat we, om de isolatie optimaal te krijgen, alle vloerplaten hebben doorgezaagd en gestut zodat ze, op enkele punten na, los komen te staan van de bestaande voorgevel," zegt Willem.
Aangevuld met fotovoltaïsche zonnecellen op het dak en een warmtewisselaar kan het openbare gebouw vandaag met veel comfort en een laag gebruik functioneren.
Architecte Willem ontkracht intussen de mythe dat ramen in een passiefbouw niet geopend zouden mogen worden, zoals weleens gezegd wordt. Of dat passiefbouw niet samengaat met een publieke functie omdat daar voortdurend binnen en buiten wordt gewandeld.
Ze opent een luikje in de voorzetramen, dat uitkomt op een oud verluchtingsgat in de jarendertiggevel. Openzetten om wat te verluchten is geen enkel probleem, zegt ze. "Het enige wat je ziet bij passiefhuizen, is dat ze traag reageren. Als er even wat koele lucht binnenvloeit, is dat niet erg. Als je natuurlijk een heel weekend alle ramen openzet, zal het lang duren om het gebouw opnieuw op temperatuur te krijgen." De radiatoren die her en der staan, dienen dan ook alleen maar om de opwarming van het gebouw een eerste zetje te geven.
Kostprijs van de renovatie: 1,83 miljoen euro. Veel geld, maar volgens minister van Leefmilieu Evelyne Huytebroeck (Ecolo) is die investering gerechtvaardigd. Brussel moet immers een enorme achterstand inhalen. De minister ziet nog een bijkomend voordeel: "Dit project bewijst dat ook gebouwen die erfgoedkundig interessant zijn, gerenoveerd kunnen worden tot passiefgebouwen."
Lees meer over: Vorst , Samenleving
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.