Analyse

Waarom je het nieuwe boek van Rachida Aziz moet lezen

Michaël Bellon
© BRUZZ
13/01/2018

| Rachida Aziz.

Met Niemand zal hier slapen vannacht schreef Rachida Aziz een boek over racisme, whiteness, discriminatie, feminisme en sociale strijd. Haar allesomvattende en radicale aanpak veranderde definitief de blik van Michaël Bellon. Omdat Rachida Aziz geen interviews geeft bij het boek, en omdat hij vermoedt dat het boek ook weerstand zal oproepen, wil hij preventief de geesten masseren om het toch te lezen. Nederig en empathisch, zonder in een witte kramp te schieten.

Rachida Aziz leek lang een Brusselse mode-ontwerpster die in de media als allochtonenspecialiste kon worden opgevoerd. In werkelijkheid is mevrouw Aziz een hele hoop dingen. Waaronder de auteur van Niemand zal hier slapen vannacht - een even radicaal, scherp geschreven, als belangrijk boek waarin u terecht kan voor al uw goede voornemens voor het nieuwe jaar. Sommigen maant het boek aan tot bescheidenheid en verregaande zelfbevraging, anderen spoort het aan om zelfzeker het heft in handen te nemen en niet langer te zwijgen. Nog anderen zullen het boek misschien niet willen lezen, en dat wil ik zoveel mogelijk voorkomen.

Dit stuk is dus een als opiniestuk vermomde oproep om het boek te kopen, te lezen, te internaliseren en ernaar te handelen. Voor mensen van kleur en voor veel vrouwen kan dat niet zo’n probleem zijn, omdat het boek hen inspiratie en kracht geeft. Maar omdat heel wat witte mensen wel eens zouden kunnen tegensputteren, en we van mevrouw Aziz niet kunnen verwachten dat zij zich nog langer met hen bezighoudt, probeer ik voor die laatste categorie nog wat imaginaire drempels weg te ruimen.

Rachida Aziz 1

| Rachida Aziz.

Niemand zal hier slapen vannacht is zowel een autobiografie als een analyse van onze witte, patriarchale, racistische, kapitalistische maatschappij. Een boek over hoe de stem van de onderdrukten al een eeuwigheid lang wordt gesmoord. Elk hoofdstuk gaat over een ander thema, en zijdelings ook over een ander facet van de persoonlijkheid van Rachida Aziz. Zij is de dochter van een gemigreerde Berberse herder, die rond haar achtste ging beseffen dat ze van kleur is, en daar ondanks haar mooie professionele parcours voortdurend onder te lijden heeft gehad: op school, bij de dokter, in de media, in haar professionele leven, zoals ten overstaan van het Vlaams Audiovisueel Fonds.

Aan haar persoonlijke ervaringen, visies en commentaren op de actualiteit voegt Aziz ten overvloede kleine maar tragische verhalen van racisme en onderdrukking elders in de wereld toe, die maar al te vaak onder de dikke mat van de geschiedenis werden geveegd. En ten slotte deinst ze er ook niet voor terug de Geschiedschrijving zelf te analyseren en te wijzen op haar witte, racistische, selectieve inslag. Te beginnen bij de historische canon omtrent het Verlichtingsdenken, dat vaak als een peiler (en als uitsluitingsmechanisme) van de ‚superieure’ Westerse samenleving wordt geclaimd, hoewel ze ten eerste niet zo Verlicht en ten tweede ook niet zo Westers was als de apologeten van ons Avondland willen doen geloven. Maar het gaat ook over geschiedenis die nog maar pas is geschreven. Zoals de aanrandingen op nieuwjaarsnacht 2016 in Keulen, die werden aangegrepen om de zogenaamde seksuele roofdieren van vluchtelingen zedenlessen te geven, terwijl pakweg de seksuele agressors die jaar na jaar aan het werk zijn op de Oktoberfesten nooit aanleiding geven tot enige vergelijkbare verontwaardiging, laat staan stigmatisering of heropvoeding. Of over geschiedenis die nog moet worden geschreven. Zoals over het causaal verband tussen voortdurende blootstelling aan racisme, en de lichamelijke en psychologische klachten waarmee de slachtoffers ervan hebben af te rekenen.

Behalve bij John Locke, Abu Ghraib, of de Griekse kwestie, komt Aziz in haar betoog dus evengoed bij België, Brussel en Bart De Wever uit. Omdat het universele en het anekdotische elkaars bewijslast alleen maar aanvullen. En omdat doorwrochte studie en klare taal elkaar niet tegenspreken in de kwesties die mevrouw Aziz behandelt. Desnoods haalt ze er Alice In Wonderland en Ciske De Rat bij. Of een checklist van een relatietherapeut in de vrouwenboekskes die illustreert hoe perfide machtsverhoudingen in een onevenwichtige liefdesrelatie één op één toepasbaar zijn op de relatie tussen het ‚wij’ en ‚zij’ in een gesegregeerde samenleving als de onze.

Rachida Aziz 2

| Rachida Aziz.

Niemand zal hier slapen vannacht is dus een gestructureerd, beredeneerd en gedocumenteerd betoog. Maar er klinkt tegelijk en voortdurend een luide, emotionele schreeuw van woede in door. Misschien kan ik wie daar wat gevoelig aan is voor waarschuwen. Een citaat op pagina 18 laat aan duidelijkheid niets te wensen over: „Er raast een woede in mij om alles wat mij ontnomen werd. Ik ben te boos om te verzoenen en te verbinden met een maatschappij die mij dat heeft aangedaan. Zoek in dit boek geen uitgereikte hand naar een systeem dat mij uitspuwde. Er is alleen een gebalde vuist te vinden.”

Beter dan wie ook weet mevrouw Aziz dat een hoop witte mensen deze passage zullen kwalificeren als een manifeste blijk van onwil, onredelijkheid en onverzoenlijkheid, waarmee de auteur zichzelf wat hen betreft buitenspel zet, en het gedroomde excuus verschaft om niet verder te hoeven lezen.

Het is dus mijn hoop dat ook die mensen toch verder lezen. En dan graag meteen ook wat beter. Zo leidt een goede lezing van bovenstaand citaat niet tot de vaststelling dat mevrouw Aziz iedereen de middenvinger toont, maar tot het inzicht dat zij zichzelf niet eens buitenspel kan zetten mocht ze dat willen, om de eenvoudige reden dat ze - als vrouw van kleur - al buitenspel stond. Hopelijk leidt de goede lezing van die passage dan ook tot het besef dat we het met zijn allen toch wraakroepend ver hebben laten komen, dat een mens (zelfs één van haar kaliber) zo boos is dat ze niet meer wil verbinden met de maatschappij. Lees je het citaat dus met een minimum aan welwillendheid, dan zal je er een slachtoffer in herkennen, en toegeven dat van slachtoffers uiteraard geen braaf uitgereikte hand wordt geëist vooraleer ze tegemoet getreden worden.

"Het boek is een oproep aan iedereen om oude gedachten te verlaten en inzicht en empathie te verwerven"

Michaël Bellon, journalist

michael bellon

Er staat in het boek trouwens nergens dat de lezer de auteur (en al wie zij vertegenwoordigt) niet de hand zou mogen reiken. Als u het mij vraagt, is verzoening tussen die tragisch tegenover elkaar staande ‚wij’ en ‚zij’ ook een wenselijk einddoel. Daarvoor is het noodzakelijk dat ‚zij’ zich tot ‚wij’ bekennen en omgekeerd. Maar aangezien er bij één van de partijen sprake is van slachtoffers, is wat hen betreft een noodzakelijke voorwaarde tot verzoening ook inzicht, berouw en een gewijzigd handelen bij de daders. Die daders zullen alvast wat van dat inzicht kunnen verwerven door dit boek te lezen.

Tot dat inzicht behoort ook de erkenning een dader te zijn, en dan wordt het natuurlijk wat moeilijk. Misschien helpt het al wat om daderschap niet teveel te verwarren met schuld. Schuld is een vaag concept uit een ideologie die ik persoonlijk niet onderschrijf. Het lijkt me echt niet nodig om tijdens het lezen verteerd te worden door schuldgevoelens of uit je vel te springen van verontwaardiging om wat je, bvb als witte heteroman, allemaal ten laste wordt gelegd. Maar dat op iedereen een zekere verantwoordelijkheid rust zijn we in onze samenleving wel overeengekomen, en dus ben je wel degelijk een dader als je bewust of onbewust onrechtvaardige machtsmechanismen bestendigt, privileges op basis van geboorterecht verdedigt, uitsluitende veralgemeningen die in een woord als ‚allochtonen’ besloten liggen onderschrijft, en de slachtoffers ervan niet helpt. Niets doen aan je tekort aan kennis en inlevingsvermogen ter zake is ook verzuim. Informeer uzelf en u wéét dat ons Westers wereldbeeld eenzijdig en exclusief is, dat slavernij en kolonialisme geen afgehandelde kwesties zijn, dat dailyracism nog altijd onderschat wordt, dat de Zwarte Piet-discussie niet willen voeren een racistische daad is, dat u als journalist veel te snel veralgemenende en stigmatiserende frames blijft gebruiken, dat elke keer wanneer u geen concrete conclusie trekt uit discussies over discriminatie u naar beneden trapt op de sociale ladder om uw eigen positie daarop te kunnen behouden.

Rachida Aziz

| Rachida Aziz.

Wat zou u nog kunnen aanvoeren om dit boek aan de kant te schuiven? Dat mevrouw Aziz er geen groot betoog in houdt over islam of migratie misschien. En dat haar benadering daardoor eenzijdig zou kunnen worden genoemd. Maar hoewel dit boek over heel veel gaat, kan het natuurlijk niet over alles gaan, en hebben islam en migratie ten gronde nu eenmaal weinig met discriminatie of racisme te maken. Ook al zien velen dat anders.

Wie in dit boek op zoek zou gaan naar godsdienstwaanzin zal die overigens niet vinden. Al weigert Aziz - solidair als ze zich opstelt - een „spijtoptant” te zijn in de ogen van de zelfverklaarde islamologen. „Zeggen dat ik geen moslima ben, zou een lucratieve zet zijn” beseft ze. Het zou de luisterbereidheid bij een breed publiek wellicht vergroten. Maar ze doet het dus niet omdat ze niet om de verkeerde redenen wil worden gehoord, en dat pleit voor haar. Eén van evidenties die uit dit boek tevoorschijn komen, is dat de ‚het moet van twee kanten komen’-mantra van de conservatieven louter propaganda is. In de relatie tussen geprivilegieerde en gedepriveerde, tussen dader en slachtoffer, moet het eerst van de ene kant komen.

Als u gelooft dat er zoiets bestaat als het Kwaad, en dat dat besloten kan liggen in een boek als de Koran, of in de fictieve kern van iemands persoonlijkheid, een geloof of een bevolkingsgroep, dan zal dit boek natuurlijk op uw onbegrip botsen en u eenzijdig toeschijnen. Maar als u gelooft dat een mens een veranderlijke resultante is van biologische, psychologische en sociale omstandigheden, dan zal je toegeven dat eerst die omstandigheden gelijk moeten zijn, en dat zolang dat niet het geval is, de minderbedeelde kant uw prioritaire, blijvende aandacht verdient.

Niemand zal hier slapen vannacht is een oproep aan iedereen om oude gedachten te verlaten en inzicht en empathie te verwerven ten aanzien van iedereen die onder discriminatie, racisme, seksisme, genderstereotypie, uitsluiting, white supremacy en sociale onderdrukking gebukt gaat. Dat is het wervende en tegelijk vervelende morele appel dat van dit boek uitgaat. Er is nog een hele hoop werk waartoe wij allemaal zouden kunnen bijdragen. De verborgen sleutel die mevrouw Aziz daartoe aanreikt is het geloof in het individu. Een geloof dat een tweesnijdend zwaard is, maar dan in positieve zin.

Door te erkennen dat iedereen een individu is, kieper je meteen de kwalijke veralgemeningen weg die aan veel van de genoemde problemen ten grondslag liggen. Het individu is de enige realiteit in het fictieve wij-zij verhaal,

Maar geloven in het individu betekent ook geloven in de kracht van jezelf en iedereen die dezelfde kant opkijkt. Mevrouw Aziz heeft geen interviews nodig om zichzelf te affirmeren, maar heeft wel duidelijk zeer bewust haar portret op de voor- en de achterkant van dit tegelijk persoonlijke en solidaire boek gezet. Onbezoedeld door een titel, commerciële blurbteksten of sterren van recensenten. Ons individu is ook het enige dat wij in het systeem waarin we fungeren in de schaal kunnen werpen, en het verdient aanbeveling om dat op eigen voorwaarden te doen. Mevrouw Aziz nodigt de lezer daar ook symbolisch toe uit, door hem of haar op de eerste pagina de gelegenheid te geven om zélf het boek te signeren. Dit boek is een daad en een kreet, een brandbrief en een baken. Hopelijk wordt het ook een mijlpaal.

Rachida Aziz, Niemand zal hier slapen vannacht, uitgeverij EPO, 19 euro 90, www.rachidaaziz.be, www.epo.be

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Brussel, Samenleving, Rachida Aziz, Literatuur, racisme, discriminatie

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni