Sportcolumn David Steegen: Brusselaars van 't Jaar

© Brussel Deze Week
17/04/2010
Op verplaatsing spelen is altijd spannend. Ik kom altijd net voor de aftrap aan, en tijdens de wedstrijd sterf ik duizend doden. Elke bal is belangrijk. Vooral in de laatste rechte lijn naar de titel.

Na de match ga ik naar de perszone waar spelers, trainers en bestuur - meestal bestuursleden van de thuisclub - hun zegje doen. Als paars-wit uit speelt, dan heersen drukte en chaos. Alle media lopen door elkaar, een veelvoud van wat er normaal gezien langskomt. Trainer Ariël Jacobs moet minstens acht keer hetzelfde vertellen voordat hij naar de persconferentie kan, waar hij dezelfde redevoering mag houden, om daarna de lokale pers te woord te staan.

Supporters van de tegenpartij staan rond de spelersbus. Op jacht naar handtekeningen en foto's met spelers die ze even voordien nog uitgefloten hebben.

Mbark Boussoufa en Romelu Lukaku zijn gegeerd. Zoveel verering vervult onze club met trots, maar in Milaan of Londen zijn deze taferelen ondenkbaar. Folklore.

Sint-Truiden uit. Ik ga graag naar Haspengouw, hoewel de fruittelende kanaries paars-wit nooit liggen. Aan de ingang van de eretribune (nu ja...) staat er een standbeeld van wijlen Raymond Goethals. Je moet het weten als je hem wilt herkennen. De kunstenaar met dienst zag hem met enigszins andere ogen. Al altijd eigengereid geweest, daar in Zuid-Limburg. Artistieke vrijheid is grenzeloos.

We komen weg met een punt. Misschien iets meer dan we verdienen. Soit , RSCA speelde tot op vandaag 52 wedstrijden, waarvan er maar acht verloren gingen. En toch nog geen kampioen.

Ook in Europa ging het lekker. Sporting maakte dit jaar deel uit van de beste zestien clubs van het continent. De Brusselse eer werd dit seizoen hoog gehouden van Suvas over Timisoara en Amsterdam tot in Hamburg en van Aarlen tot in Ieper. Waar paars-wit komt, is er volk.

Julien Vrebos en Johan Verminnen zijn dit jaar door hun vrienden van de vzw Ara! uitgeroepen tot Brusselaars van het Jaar. Het is hun gegund. Misschien mag die eer ook RSCA te beurt vallen na meer dan 45 opeenvolgende Europese campagnes - een record -, 29 titels (bijna dertig), negen nationale bekeroverwinningen, drie Europabekers en zoveel aanzien in binnen- en buitenland?

Royal Sporting Club Anderlecht speelde de eerste Europese wedstrijd tegen de Hongaren van Vörös Lobogó op 7 september 1955. Een jaar voor de Hongaarse opstand, die meteen ook het einde inluidde van de gloriejaren van het Hongaarse voetbal. Lobogó was destijds een voetbalgrootheid. Daarna werd de club MTK Boedapest, de ex-club van Roland Juhász. Het allereerste avontuur liep niet goed af, ondanks de mooie prestatie. 6-3 in Boedapest, 1-4 in het Emile Verséstadion.

Eén speler valt op. Hippolyte Van den Bosch. Een echte Ket, een goaltjesdief. Hij scoort in beide wedstrijden. 'Polyte' was bankbediende en kwam met tram 76 naar het stadion. De kleine inside debuteerde op zijn zeventiende en speelde aan de zijde van grootheden als Jef Mermans, Felix Week en René van der Wilt, de eerste doelpuntenmaker van paars-wit in Europa. Van den Bosch won vier kampioenstitels met RSCA, werd vier keer topschutter en maakte deel uit van de eerste kampioenenploeg van Anderlecht in 1947. Met een beetje geluk zal hij ze alle dertig hebben meegemaakt.

Op 30 april wordt Polyte 84 jaar. Tegen dan zijn we hopelijk kampioen.

Hippolyte Van den Bosch is de Brusselaar van het Jaar.

:: David Steegen is persverantwoordelijke van voetbalclub RSC Anderlecht

David Steegen

David Steegen is persverantwoordelijke van Anderlecht. Uw wekelijkse blik achter de schermen van de grootste voetbalclub van het land.

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Sport, David Steegen

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni