Sportcolumn David Steegen: Voetbalkoorts in de hoofdstad

David Steegen
© Brussel Deze Week
14/06/2013
We beslissen om met de Vespa naar Laken te rijden. Dat is handig. De zon straalt heerlijk en onvoorwaardelijk, het zwerfvuil schittert op de stoepen rond het Elisabethpark aan het voorportaal van de imposante Basiliek van Koekelberg.

Uit de huizen en appartementsgebouwen stappen jonge mensen gehuld in de rode truien van de Rode Duivels, de nationale driekleur wappert op de rug van jonge meisjes en mannen van middelbare leeftijd, kinderen huppelen uitbundig aan de hand van hun vaders en moeders. De voetbalkoorts heeft de hoofdstad in haar greep.

Onderweg naar het Koning Boudewijnstadion scheuren we langs volgepakte bussen en trams. Horden fans van allerlei pluimage staan zij aan zij opeengepakt in Lijn- en MIVB-bussen en -trams. Ze komen van overal. We horen West-Vlaamse en Waalse klanken. Ook de Brusselaars zijn in grote getale vertegenwoordigd. Vijftigduizend landgenoten stappen opgewonden naar het nationale stadion. De vader van Rode Duivel Guillaume Gillet zit achterop. Hij geniet. "Ik voel me in Rome," glimlacht hij wanneer we de vespa's voor het stadion parkeren. Mijn echtgenote heeft zijn schoondochter opgeladen. De Luikenaars zijn inmiddels helemaal verknocht aan Brussel. Gillet is een halve Brusselaar geworden. Hij woont in het noorden van Brussel en hij woont er graag. De kleine en grote ongemakken neemt hij er graag bij. De enige Belg die in het vaderland voetbalt, is trots om zijn land te vertegenwoordigen.

De Rode Duivels verenigen het vaderland. We verslaan de Serviërs met 2-1. Gillet zit op de bank en valt niet in. Jammer, maar het kan de pret niet bederven. Hij juicht mee, loopt met de rest van de titularissen de ereronde alsof de kwalificatie - die nu echt niet meer te ontlopen is - voor het WK 2014 in Brazilië al binnen is. Opvallend hoe de solidariteit in de tribunes even hecht is als in de ploeg. Het oorzakelijk verband. Er is geen onderscheid tussen de vaste waarden en de invallers. Na de match wachten we hem op in de receptiezaal. Guillaume mag eindelijk op vakantie. Zijn seizoen heeft twee weken langer geduurd dan dat van de anderen. We beslissen om er nog eentje te gaan drinken. We kiezen voor Le Corner aan de hoek van de Houba de Strooperlaan. De familie Gillet, nog een Rode Duivel en zijn vrouw, een minister en wat vrienden maken het gezelschap compleet. De meeste fans zijn al naar huis en wie nog geniet van de nacht trekt grote ogen als de twee Rode Duivels opdagen in het volks café. De mensen zijn dankbaar en sympathiek. Er wordt gelachen en gepraat. Tot onze grote verrassing is er geen bier meer. Ongelooflijk maar waar. Het zegt wat over de populariteit van de nationale elf.

We drinken streekbieren en witte wijn "van de goede fles", knipoogt de rondborstige herbergierster. De avond is wonderlijk. De Rode Duivels zijn er bijna, iedereen is goedgezind. Dat geldt ook voor de rest van het land waar grote schermen in de meeste steden marktpleinen hebben veroverd, waar volledige gemeenschappen verbroederen rond de prestaties van de nationale voetbalhelden. De horeca vaart er wel bij. Behalve in Antwerpen. Grote schermen werden er verboden uit "vrees voor rellen." De hoofdstad van alle voetbal is Brussel.

David Steegen is persverantwoordelijke van voetbalclub RSC Anderlecht

David Steegen

David Steegen is persverantwoordelijke van Anderlecht. Uw wekelijkse blik achter de schermen van de grootste voetbalclub van het land.

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Sport, David Steegen

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni