Interview

Bruggenbouwer Ney: 'Ik droom van bruggen'

Laurent Vermeersch
© BRUZZ
23/02/2018

| Laurent Ney: "Een brug moet om de acht jaar geschilderd worden. Bij mijn weten is die over de Tervurenlaan uit 2001 nog geen enkele keer herschilderd."

In Brussel bouwde hij al bruggen over de Tervurenlaan en de Berenkuil, en hij stond in voor de stabiliteit van tal van gebouwen en structuren zoals de luifel op het Rogierplein. Tegenwoordig werkt Laurent Ney echter vooral buiten onze grenzen.

Bruggen bouwen is iets heel bijzonders. Dat weet Laurent Ney als geen ander. “Meestal beseffen we pas hoe belangrijk een brug is als ze er om een of andere reden niet meer is,” vertelt de ingenieur-architect tijdens een gesprek in zijn kantoor met zicht op het Zoniënwoud. “Een brug overwint een barrière en brengt mensen bij elkaar. Daarnaast is er een symbolische dimensie. Die proberen we altijd te benutten.”

"Brussel heeft veel potentieel, maar we moeten ons een beetje beter organiseren."

Laurent Ney BRUZZ ACTUA 1604

Kunt u een voorbeeld geven van die symbolische kracht?
Laurent Ney: In Tintagel in Engeland bouwen we een brug naar een schiereiland waar volgens de legende koning Arthur geboren is. Het is een bijzondere plek in Cornwall, een beetje het einde van de wereld. Jaarlijks gaan er duizenden mensen naartoe om niets te zien. Wij hebben een internationale wedstrijd gewonnen met een ontwerp voor een brug die eigenlijk geen brug is, maar twee halve bruggen die elkaar net niet raken. Zo blijft het eiland los van het vasteland. Wie over het gat stapt, gaat van de realiteit naar de legende, van het heden naar het verleden.
Een ander voorbeeld is De Oversteek in Nijmegen, een brug over de Waal. De brug is gebouwd op de plek waar Amerikaanse soldaten de rivier overstaken tijdens de Tweede Wereldoorlog. 48 van hen sneuvelden. De brug is tegelijk ook een monument. Elke avond gaan de 48 lichten op de brug aan, een voor een, op het ritme van iemand die te voet oversteekt. Zo maken we meer dan een brug en creëren we een ander niveau van ervaring.

Waar komt uw passie voor bruggen vandaan?
Ney: Eigenlijk wilde ik ingenieur worden om vliegtuigen te bouwen, maar ik kwam vrij snel tot de conclusie dat het niet echt mijn ding is. Als je geluk hebt, kan je misschien een schroef of een ander klein onderdeel ontwerpen. Zo ben ik teruggekeerd naar een andere passie, en dat was architectuur. Ik ben burgerlijk ingenieur geworden en heb dan zes jaar gewerkt bij het bekende ingenieursbureau Greisch in Luik. Daar werd ik geconfronteerd met bruggen en ik voelde me daar goed bij. Ik merkte dat ik een meerwaarde kon bieden. In 1996 ben ik met mijn eigen bureau begonnen.

Lees verder onder de afbeelding.

Laurent Ney BRUZZ ACTUA 1604

| Een ontwerp van Laurent Ney op een schiereiland in Cornwall. "Het zijn eigenlijk twee bruggen die elkaar net niet raken."

U bent afkomstig uit Luxemburg en hebt gestudeerd in Luik en Aken. Van waar de beslissing om het bureau uit te bouwen in Brussel?
Ney: Daar waren verschillende redenen voor. Eerst en vooral kende ik Brussel goed omdat mijn vriendin, ondertussen mijn vrouw, hier gestudeerd heeft. Zo kwam ik hier regelmatig en leerde ik de stad kennen. Het is een aangename plek met een grote levenskwaliteit.
Later zaten mijn eerste klanten in Antwerpen en het noorden van het land. Brussel was dan een handige uitvalsbasis om de werven te bezoeken. De stad bekleedt ook een neutrale positie in de Belgische context. Bovendien sta je snel in Londen, Parijs of Amsterdam, waardoor je ook de mogelijkheid krijgt om in het buitenland te werken.

U maakte naam met uw brug over de Tervurenlaan. Zijn er nog bruggen op komst in Brussel?
Ney: Die wedstrijd voor de Tervurenlaan (in het kader van de uitbouw van de Groene Wandeling, red.) was de eerste waar we aan meededen. Dat is als beginnend bureau niet evident, want meestal moet je referenties kunnen voorleggen. Dit was echter een open wedstrijd. We hebben die gewonnen en zijn zo langzaam uitgegroeid tot een van de bekendste bureaus voor bruggen in België. Tegenwoordig doen we in Brussel vooral de stabiliteit van gebouwen en structuren, grote infrastructuurprojecten ontwerpen is nu wat minder. Wel zijn er kleinere dingen, zoals een wandel- en fietsverbinding langs de spoorweg in Elsene. Dat is geen bewuste keuze. Ik wil heel graag nog bruggen bouwen in mijn stad. Maar zoals men zegt: Niemand is profeet in eigen land (lacht).

Ondertussen werken jullie veel in de buurlanden, maar ook in Azië.
Ney: Sinds enkele jaren hebben we een bureau in Tokio. We hebben er al enkele projecten gedaan en prijzen gewonnen. Dat ging niet vanzelf. Ik heb veel lezingen gegeven, en kreeg altijd te horen: u doet mooie dingen, maar Japan is anders. Nu we bewezen hebben dat we er kunnen werken, is het makkelijker om opdrachten binnen te halen. Ook in China hebben we al een brug gebouwd. In India liggen de zaken moeilijker. Er zijn veel lagen van verantwoordelijkheid en het is niet altijd duidelijk wie wat beslist. Een beetje zoals in België (grijnst).

Gaat het niet de goede kant uit met het stedenbouwkundig beleid in Brussel?
Ney: Er is een positieve evolutie, bijvoorbeeld met de komst van de bouwmeester. Er zijn meer wedstrijden en de kwaliteit van gebouwen gaat erop vooruit. Maar we komen van ver, en er ontbreekt nog altijd een globale visie. In Rijsel heb je een communauté urbaine die nadenkt over de context. Hier is alles te veel versnipperd. Infrastructuur gaat over verbinden, maar het heeft weinig zin om dat op wijkniveau te doen. Je moet verbinden op grote schaal. Het wordt moeilijk zodra je een grens overschrijdt en hier zijn zoveel grenzen dat je er altijd wel eentje tegenkomt. In Brussel zijn veel competente en creatieve mensen die dingen kunnen oplossen, maar er is nood aan een visie die dat mogelijk maakt.

Wat moet er dan gebeuren?
Ney: Het zal in de eerste plaats van de publieke sector moeten komen, want het gaat om publieke infrastructuur. Architectuur is gematerialiseerde cultuur. We hebben de architectuur die we verdienen. Architecten en studiebureaus zijn slechts een deel van het verhaal. De procedures en de bouwheer zijn ook heel belangrijk. Als de visie of de beschrijving van de problematiek niet goed is, kunnen we geen goed antwoord formuleren. Brussel heeft veel potentieel, maar we moeten ons een beetje beter organiseren.

Uw ontwerpen zijn heel verschillend. Waar haalt u inspiratie?
Ney: Goh, daar zou ik een hele dag kunnen over spreken (glimlacht). Bij elk project onderzoek je verschillende pistes. Je moet proberen de context te begrijpen, het landschap, maar ook het budget, het milieu enzovoort. Al die dingen probeer je te vertalen naar een ontwerp. Er worden echter ook altijd dingen onderzocht die niet gekozen worden, maar die kunnen misschien van pas komen bij andere projecten. Ik droom van bruggen en ik heb nog ideeën die ik nog niet heb kunnen uitvoeren, omdat de juiste context zich nog niet heeft aangediend.

Hebt u een favoriete brug aller tijden?
Ney: Ik ben gefascineerd door enkele historische bruggen zoals de Forth Bridge in Schotland. Die is zo sterk, een sculptuur, een monument. Een andere is de Brooklyn Bridge in New York. Bruggen moeten werken op twee heel verschillende schalen: ze moeten goed passen in het landschap, maar ook werken voor de gebruiker. Het moet aangenaam zijn om erover te wandelen.

Zal uw werk de tand des tijds doorstaan?
Ney: De meeste dingen zijn nog erg jong, en het is niet aan mij om te zeggen dat ze goed oud worden. Maar veel hangt ook af van het onderhoud, en dat is vaak een probleem in België en in Brussel. Een brug moet om de acht jaar geschilderd worden. Bij mijn weten is die over de Tervurenlaan (uit 2001, red.) nog geen enkele keer herschilderd. Bij verouderende infrastructuur riskeer je vandalisme en dreig je in een negatieve spiraal te verglijden.
De bezorgdheid om het onderhoud speelt ook een grote rol bij de keuze voor de vorm, de materialen en de detaillering. Een brug moet minstens 100 of 120 jaar meegaan. Je mag daarom niet alleen kijken naar de bouwkosten, je moet ook de kosten voor onderhoud in rekening brengen. Een slecht ontwerp kan goedkoop zijn om te bouwen, maar heeft misschien heel hoge onderhoudskosten. Budget mag nooit een excuus zijn om iets slecht te bouwen.

Projecten gaan soms niet door. Waarvan hebt u het meeste spijt?
Ney: De Lange Wapper in Antwerpen. Er zal nu een Oosterweel-verbinding komen zonder brug. Jammer, want een tunnel heeft niet dezelfde magie. En in Brussel was er ook het Schumanplein: we hadden een wedstrijd voor de heraanleg gewonnen met Xaveer De Geyter, maar spijtig genoeg kregen we geen contract omdat we niet tot een akkoord kwamen over het ereloon. De overheid verwachtte een simpele aanleg met stenen en wat gras, maar ons ontwerp was complex. Dat was niet doenbaar met het voorgestelde ereloon. Elk project verdient enthousiasme en we zoeken altijd naar de beste oplossing, maar soms lukt het niet. That’s life.

Het lijkt steeds moeilijker om nog grote projecten te realiseren in ons land.
Ney: Mensen zien infrastructuurwerken vaak als iets negatiefs, terwijl ze ook kansen bieden om de levenskwaliteit te verbeteren. Het probleem is dat we uit een periode komen waarin infrastructuur vaak tegen de mens en alleen voor de auto gebouwd is. De grote werken uit de jaren 1960 en 1970 waren brutaal en respectloos. Ik ben ervan overtuigd dat we dingen kunnen realiseren die rekening houden met de context en waar mensen gehoord worden. In Nederland hebben wij al gebrainstormd met buurtbewoners voor we een brug bouwden. Mensen leverden ideeën die we zelf niet konden vinden. Omwonenden weten wat belangrijk is. Dat wil niet zeggen dat we alles meenemen. De ontwerper blijft de orkestleider, maar mensen voelen zich betrokken en tonen begrip als je uitlegt waarom iets niet kan. Zo maak je werk van infrastructuur die niet van bovenaf is opgelegd, maar waar mensen trots op zijn.

Laurent Ney (53)

  • Opleiding burgerlijk-ingenieur architect aan de Université de Liège en Technische Hochshule Aachen
  • Werkte voor het befaamde studiebureau Greisch in Luik
  • Heeft sinds 1996 zijn eigen bureau Ney & Partners.
  • Behalve het hoofdkantoor in Bosvoorde heeft hij ook medewerkers in Namen, Luxemburg en Tokio.
  • Geeft les aan de Université Libre de Bruxelles (ULB)

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Brussel, Stedenbouw, infrastructuur, brug, Tervurenlaan, ingenieur, Laurent Ney

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni