Procureur: 'Gevangenis van Vorst is een sombere en akelige plek'

"De gevangenis van Vorst dateert uit 1910, maar nu nog steeds lijkt het alsof de tijd is blijven stilstaan. Deze gevangenis is een sombere en akelige plek," zo zei de openbare aanklager woensdag voor het Brusselse hof van beroep. De zaak gaat over de onmenselijke behandeling van gevangenen door veertien cipiers in 2014 en 2015.

De gevangenismedewerkers worden verdacht van ernstig fysiek en moreel geweld tegen gedetineerden in de D-vleugel en in de psychiatrische annex van de gevangenis van Vorst tussen 2014 en 2015. Het zou gaan om strafexpedities die 's avonds werden uitgevoerd, vooral bij kwetsbare en geïsoleerde gevangenen.

Verschillende bewakers maakten er een spel van om de gedetineerden te beledigen, vernederen en provoceren en hen zo tot het uiterste te drijven totdat ze agressief werden. Dit gaf de bewakers dan weer de macht om hen in het 'cachot', oftewel de isoleercel, te plaatsen. De daders zouden vervolgens valse tuchtrapporten hebben opgesteld om hun gebruik van geweld te rechtvaardigen.

"Niet alle cipiers die in 2014 en 2015 in de gevangenis werkten, zo'n 250 bewakers, zitten hier op de beklaagdenbank," aldus de procureur. "Dat toont dat het wel degelijk mogelijk was om je werk te doen zonder de meest elementaire mensenrechten te schenden."

In maart 2019 had de correctionele rechtbank van Brussel voorwaardelijke gevangenisstraffen uitgesproken van twee tot twintig maanden tegen veertien van de 22 beschuldigde bewakers. Daarop tekenden zowel de openbare aanklager als de verdediging beroep aan. De zitting wordt donderdag verdergezet.