Wat een job! (5): de babyverpleger

Patrick Jordens
© Brussel Deze Week
30/05/2012
Amper dertig weken jong, veertig centimeter klein en met een gewicht van zo’n anderhalve kilo: dat is zowat de allerkleinste baby die Thomas Gerulus ooit in zijn armen heeft gehad. Nochtans is hij geen papa, maar een kinderverpleger. Sterker nog: een babyverpleger. “Ik ben altijd heel gelukkig als ik een kindje naar huis zie vertrekken,” vertelt Thomas.

Je werkt in het Sint-Jansziekenhuis, op de afdeling met de moeilijke naam neonatologie. Kan je dat even uitleggen?
Thomas (Th)
: Op onze afdeling liggen ofwel te vroeg geboren baby's, ofwel pasgeboren baby's die het risico lopen ziek te worden. Soms kan een baby'tje bij de bevalling een infectie oplopen. Ze zijn dan niet echt ziek, maar kunnen het wel makkelijk worden. Wij gaan ze hier dan zo'n vijf dagen verzorgen. En daarnaast zorgen we hier dus ook voor te vroeg geboren baby's. Een kindje komt soms al ter wereld op 30 of 32 weken, terwijl het eigenlijk minstens 37 weken in de baarmoeder zou moeten blijven.

En hoe zorgen jullie voor hen?
Th
: Eerst en vooral leggen we ze in een couveuse. Dat is een soort gesloten bedje waarin het altijd 34 °C graden warm is. Het moeilijkste voor zulke kleine kindjes is om hun eigen lichaamstemperatuur op peil te houden. Ook drinken is voor hen heel vermoeiend: je zou het kunnen vergelijken met de marathon lopen voor ons! Sommige baby's geven we dan heel voorzichtig te drinken met een bekertje, maar bij andere kindjes moeten we een sonde steken.

Een sonde, wat is dat?
Th
: Dat is een héél dun buisje dat we aanbrengen in hun neusje, en zo gaat de melk dan naar hun maag. In kleine dosissen, want die baby'tjes hebben ook een piepkleine maag. Ongeveer zo groot (toont het met zijn vingers), een kleine walnoot.

Het is heel secuur werk, zeg! Is dat niet heel stresserend? Je hebt veel verantwoordelijkheid...
Th
: Ja, maar dat vind ik er ook net boeiend aan. Die baby'tjes zijn waarschijnlijk de meest kwetsbare patiënten die je kan verzorgen. Ik vind het geweldig om hen te zien aansterken, om hen te helpen gezond naar huis te kunnen.

Ook een goed contact opbouwen met de ouders vind ik een uitdaging. Veel ouders weten helemaal niet wat hen overkomt als hun baby'tje hier moet blijven, dus we moeten hen goed informeren en ook geruststellen. Vaak in verschillende talen, want ouders in Brussel spreken dikwijls een andere taal.

Mogen de ouders hun kindjes bezoeken?
Th
: Ja, in ons ziekenhuis mogen de ouders 24 uur op 24 langskomen, ook 's nachts. We proberen hen er zoveel mogelijk bij te betrekken.

En de broers en zusjes?
Th
: Die mogen twee keer op bezoek komen, op woensdag- en op zaterdagnamiddag.

Dat is niet vaak...
Th
: Dat is waar, maar je mag niet vergeten dat kinderen graag rondlopen en makkelijk lawaai beginnen maken. Dat is normaal, maar voor die kleine kindjes is dat natuurlijk niet ideaal. Maar ze mogen wel hun babyzusje of -broertje eens vastnemen, of soms zelfs een flesje geven.

Hoe lang liggen de meeste baby'tjes hier?
Th
: Goh, dat wisselt sterk. Soms ligt een baby hier maar één dag, maar een te veel vroeg geborene kan hier soms wel twee maanden blijven voordat hij of zij echt sterk genoeg is.

Wat voel je als het baby'tje dan vertrekt, na al die tijd?
Th
: Ik ben altijd heel gelukkig als het naar huis mag, want dat betekent dat ik mijn werk goed heb gedaan. Maar soms is het ook emotioneel, want ergens ben je toch een beetje de mama of papa geweest van dat kind, hé. Het mooiste moment was toen twee Afrikaanse ouders hun te vroeg geboren zoontje mochten komen halen. Ze kwamen spontaan naar me toe om me te knuffelen, met tranen in hun ogen van geluk. Dat was een machtig gevoel, zoveel dankbaarheid...

Je bent de enige man hier, op neonatologie.
Th
: Ja, maar dat heeft ook zijn voordelen. De verpleegsters waren heel blij toen ik hier begon, het was dertig jaar geleden dat ze nog met een man hadden gewerkt! Dus ik word hier zelf soms ook in de watten gelegd (lacht).

Was het je droomjob, babyverpleger worden?
Th
: Nee, helemaal niet (lacht). Ik was eerst aan Romaanse filologie begonnen (het bestuderen van talen zoals Frans en Italiaans, red.). Maar in het derde jaar besefte ik dat het moeilijk zou zijn om met zo'n diploma werk te vinden. En ook: ik wou graag iets betekenen voor mensen. Toen ben ik verpleegkunde gaan studeren, en door de stages kwam ik in contact met kinderverpleegkunde. Dat klikte meteen! Tot mijn grote verbazing, eigenlijk. Vroeger dacht ik altijd: werken met kinderen, nooit! En nu zou ik niets anders meer willen...

Bijzondere beroepen

Een keer per maand snort Zazie iemand met een ongewoon en speciaal beroep op: van operazanger tot topsporter, van wc-madame tot goochelaar. 

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Bijzondere beroepen

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni