Interview

Jean Paul Van Bendegem: ‘Ik amuseer me rot als gepensioneerde’

Nathalie Carpentier
08/11/2020

| Jean-Paul Van Bendegem is wiskundige, filosoof en was als hoogleraar logica en wetenschapsfilosofie verbonden aan de Vrije Universiteit Brussel.

Toen VUB-professor Jean Paul Van Bendegem met pensioen ging, voelde hij zich gereduceerd tot wat hij zelf de ‘economisch nuttelozen’ noemt. Een bekrompen beeld van 65-plussers, vindt hij. Van de weeromstuit heeft hij dan maar een pamflet geschreven waarin hij senioren oproept tot burgerlijke ongehoorzaamheid. “We moeten onze stem verheffen.”

Wie is Jean Paul Van Bendegem?

  • Geboren in 1953
  • Is wiskundige en filosoof
  • Was tot twee jaar geleden professor logica en wetenschapsfilosofie aan de VUB
  • Van 2005 tot 2009 was hij decaan van de faculteit letteren en wijsbegeerte aan de VUB
  • Is een veelgevraagde gast in tv-programma’s, schreef columns voor onder meer voor Knack
  • Ging op 1 oktober 2018 met pensioen aan de VUB

Met zijn wilde haren en zijn enthousiaste reacties heeft hij nog altijd iets onstuimigs, maar ook de bekende wetenschapsfi losoof Jean Paul Van Bendegem (67) is voorzichtiger geworden met de jaren, zeker nu de tweede coronagolf zich aandient. Met de besmettingscijfers die hier pieken, probeert hij reizen naar de hoofdstad, zijn vroegere werkplek, toch enigszins te beperken. Daarom had hij gevraagd of het interview ook digitaal kon. Gedurfd voor een man die zelfs geen smartphone heeft, ware het niet dat op het moment van afspraak niet hij, maar ik mijn camera niet ingeschakeld krijg.

Zeg nu nog eens dat senioren niet mee zijn met technologie. Het is maar een van de vele negatieve beelden die Van Bendegem in zijn boek Wijs, grijs en puber wil doorprikken. Hij ervoer immers dat ouder worden verrijkend is en intens. Meer zelfs: hij noemt het een soort tweede puberteit. In zijn boek ijvert hij ook voor een opwaardering van levenswijsheid die doorgaans geassocieerd wordt met ouderdom, maar het nu vaak moet afl eggen tegen wetenschappelijke kennis. Het werd een pamfl et waarin hij senioren oproept tot burgerlijke ongehoorzaamheid. Niet vreemd dat het boek begint op 1 oktober 2018, de dag waarop Van Bendegem met pensioen ging. Het moment ook waarop hij volgens velen zou belanden in het grote zwarte gat

“Als 65-plusser leef je intenser, af en toe word je zelfs weer roekelozer. Je krijgt een gevoel van nu-of-niet-meer”

Jean Paul Van Bendegem, emeritus professor

Was het zo erg als voorspeld?
Jean Paul Van Bendegem: Het viel mee. Ik ben nog voor tien procent verbonden aan de VUB en de lezingen die ik voordien ook al gaf, lopen verder, dus ik blijf nog wel actief. Het voordeel is dat heel wat onaangename aspecten van mijn job zijn weggevallen, zoals de eindeloze vergaderingen. Ik hoef ook niet langer overal naar geld te zoeken voor mijn onderzoek, waar ik op het einde van mijn loopbaan toch een derde van mijn tijd mee bezig was. In die zin voelt het zelfs als een bevrijding.

Is het gevoel niet dubbel? U behoort nu zoals u zelf schrijft plots tot de ‘economisch nuttelozen’.
Van Bendegem: Je moet je inderdaad wel herpositioneren. Ik kan nu geen geld meer binnenbrengen, het mag zelfs niet. Het contact met mijn vroegere collega’s is niet veranderd, het moeilijkste is dat de rest van de samenleving je plots wél anders behandelt: ineens ben je gereduceerd tot een gepensioneerde die de maatschappij handenvol geld kost. Je mag hooguit nog consument zijn.

Is de publicatie van dit boek een poging om die nutteloosheid te bezweren?
Van Bendegem: Die term vat het mooi samen, ik geef toe dat er ook wel een therapeutisch aspect aan zat. Het is leuk als je het van je af kan schrijven. Veel leeftijdsgenoten herkennen ook wat ik schrijf.

Jean-Paul Van Bendegem is wiskundige, filosoof en als hoogleraar logica en wetenschapsfilosofie verbonden aan de Vrije Universiteit Brussel

| Jean-Paul Van Bendegem beleeft zijn tweede puberteit als senior.

Directe aanleiding was de betutteling die u zelf ervoer toen u in de trein naar Brussel stapte zonder ticket. Een vergetelheid omdat u vroeger voor die lijn een abonnement had. De conducteur was behulpzaam, maar toen ze u plots luider en trager toesprak, werd u opstandig.
Van Bendegem: Ja, ik voelde me behandeld alsof ik mijn mentale vermogens kwijt was. Het is niet omdat je ouder wordt dat je geen treinbiljet meer kan ontcijferen, hè. Vergelijk het met hoe mensen reageren op iemand in een rolstoel: plots spreken ze niet meer mét die persoon, maar over zijn hoofd heen. Wellicht heeft het ook met onwennigheid te maken, maar ik merk toch dat mensen zich tegenover senioren vaak onnozel beginnen te gedragen. Bijna alsof ze weer over de wieg hangen en je in kindertaal aanspreken. Ik wil dat men senioren blijft behandelen als volwaardige mensen.

Het maakte u opstandig. Iets wat senioren meer zouden moeten uiten, vindt u.
Van Bendegem: Ze mogen zich niet zo laten doen. Dat kan klein beginnen. Door zich te verzetten als ze met verkleinwoorden worden aangesproken. Iemand mailde me dat ze hem zelfs aanspraken in de wij-vorm. Een verzorgster kwam de kamer van het woonzorgcentrum binnen met de vraag: ‘En hebben wij goed geslapen, vannacht?’ Waar slaat dat op? Ik zou trouwens ook eisen dat ze me aanspreken met meneer Van Bendegem. En wie ‘Jean Polleke’ tegen me durft te zeggen, vliegt buiten.

“In een woonzorgcentrum zou ik eisen dat ze me aanspreken met meneer Van Bendegem. Wie ‘Jean Polleke’ tegen me durft te zeggen, vliegt buiten”

Jean Paul Van Bendegem, emeritus professor

U vergelijkt senioren met pubers.
Van Bendegem: Niet per se omwille van die ongehoorzaamheid, dat is daar eerder een uitvloeisel van. Ik wil vooral bepleiten dat je het leven kan opsplitsen in drie volwaardige fases: de jeugd, de volwassenheid en de ouderdom. En dat laatste deel komt niet gewoon neer op aftakeling, nee, het is een intense, nieuwe periode op zich die meer aanleunt bij de puberteit dan bij de volwassenheid. Net zoals bij een puber verandert er voor een senior lichamelijk veel waar hij niet meteen blijf mee weet en wijzigt er ook mentaal van alles. Ik overdrijf nu een beetje, maar zelfs in het seniorenbrein worden nog nieuwe verbindingen gemaakt. Als 65-plusser leef je ook intenser, af en toe word je zelfs weer roekelozer. Je krijgt een gevoel van nu-of-niet-meer. Ik vond het als jong gepensioneerde ook geweldig te ontdekken dat de exploratiedrang uit mijn puberteit ook terugkeerde. Om maar te zeggen: vandaag amuseer ik me weer rot!

Ze delen nog iets: de ene wil zelfstandig worden, de andere zelfstandig blijven.
Van Bendegem: Zeker. Ze vinden elkaar ook in een aantal transgenerationele problemen waar ze beiden mee geconfronteerd worden, zoals de klimaatopwarming. Jongeren ijveren om de planeet waar zij nog lang op verder zullen moeten leven te beschermen, maar de senioren zijn nu al de eerste klimaatslachtoffers. Door de toename van hittegolven zie je daar oversterfte. Daarom zijn de grootouders van het klimaat ook zo’n mooi initiatief, de senioren en junioren vinden elkaar daar in één strijd. Terwijl de tussengeneratie, de volwassenen, druk bezig is met werk en gezin.

Jean-Paul Van Bendegem is wiskundige, filosoof en als hoogleraar logica en wetenschapsfilosofie verbonden aan de Vrije Universiteit Brussel

| Jean-Paul Van Bendegem.

Tegelijk zijn de senioren wel de generatie die de klimaatverandering had kunnen voorkomen.
Van Bendegem: Dat is een moeilijk vraagstuk: waar ligt de verantwoordelijkheid en waar mag je die leggen? Wij zijn inderdaad de generatie die de idee koesterde dat onbeperkte groei mogelijk was, maar tegelijk beseften velen van ons – onder wie ikzelf – ook dat het niet kon blijven duren. Ik behoorde tot de marginalen die opperden dat je energie uit windmolens kon halen. Dat werd destijds weggelachen.

U beschrijft in het boek dat wetenschappelijke kennis wijsheid te veel heeft weggedrumd. Wijsheid die u associeert met ouderdom en die in ere hersteld moet worden. Waarom?
Van Bendegem: Als je een flink aantal levensjaren op je teller hebt, heb je waarschijnlijk een gevoeligheid ontwikkeld voor hoe je best met alledaagse situaties omgaat en heb je hopelijk veel mensenkennis opgebouwd. Die levenswijsheid is ook van belang. Kijk naar de coronacrisis. Enerzijds had je de adviezen van virologen en wetenschappers, anderzijds een enorm probleem om die concreet te vertalen. Die wetenschappelijke kennis is essentieel, maar soms zo weinig gekoppeld aan het alledaagse doen en laten van mensen dat het fout loopt. Neem het advies over de bubbels. Je hoefde toch geen psycholoog te zijn om te begrijpen dat dat voor problemen zou zorgen? Zie je nu echt een gezin van vier waarbij de oudste beslist: ‘ik neem oma als nauw contact, neem jij opa maar.’ En dan mogen die grootouders alleen die ene persoon nog knuffelen? Zo werkt dat toch niet?

Uw boek gaat niet over corona, maar u noemt de coronacrisis wel een perfecte casestudy: u vindt dat senioren niet als volwaardige mensen werden behandeld.
Van Bendegem: Ja, er werd heel vaak óver senioren gesproken, maar nooit mét hen. Zo klonk het dat ‘we’ alle senioren in quarantaine moesten plaatsen voor een jaar. En met ‘we’ werd iedereen bedoeld die geen 65-plusser was. Of denk aan de rel in Nederland waar Marianne Zwagerman (een opiniemaakster, red.) opperde dat we ons niet zo druk moesten maken: de coronacrisis kwam gewoon neer op het wegsnoeien van dor hout.

Veel van de geleverde inspanningen gebeuren wél om senioren te beschermen.
Van Bendegem: Dat klopt, maar de aanpak kan toch beter? Bij het overleg over eventueel bijkomende maatregelen in het onderwijs zodat leerlingen veilig verder naar school kunnen, zaten ook vertegenwoordigers van de leerlingen zélf aan tafel. Maar als het gaat over de woonzorgcentra, zie je in eerste instantie Margot Cloet, toch geen bewoner van een woonzorgcentrum. Of denk aan de telling van de overlijdens in de eerste golf: lang was het niet eens duidelijk of de sterfgevallen bij de rusthuisbewoners al of niet werden meegeteld. Dan heb je toch het gevoel dat je bij het grof huisvuil wordt gezet?

Het boek Wijs, grijs en puber, pleidooi voor de burgerlijk ongehoorzame senior, van Jean Paul Van Bendegem, is nu uit bij ASP

| Het boek Wijs, grijs en puber, pleidooi voor de burgerlijk ongehoorzame senior, van Jean Paul Van Bendegem, is nu uit bij ASP.

U wil senioren oproepen tot burgerlijke ongehoorzaamheid. Zoals de 89-jarige rusthuisbewoner die in ‘De Afspraak’ opkwam voor zijn vrijheid in tijden van corona?
Van Bendegem: Bijvoorbeeld. Zo iemand moet die mening kunnen uiten, je mag die niet het zwijgen opleggen. Ik wil vooral dat mensen hun stem verheffen, dat we laten merken dat we er zijn. Door lawaai te maken.

Krijgt uw oproep veel gehoor?
Van Bendegem: Ik krijg toch veel vragen voor interviews en lezingen van heel wat seniorenorganisaties die zich aangesproken voelen. Zij zijn wat ouder, maar nog altijd even actief. Regelmatig mailt iemand me dat hij blij is dat ik dit eindelijk aankaart. En af en toe krijg ik de vraag of ik geen seniorenbeweging wil opstarten.

En wat is het antwoord?
Van Bendegem: Als iemand anders het lanceert, sluit ik me graag aan. Maar zelf ga ik het niet oprichten. Ik weet wat ik kan, maar ook waar ik niet goed ben – in organisatie. (Lacht) Dat besef is ook een vorm van wijsheid.

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Brussel, Wetenschap, jean paul van bendegem, VUB, hoogleraar, Logica, burgerlijke ongehoorzaamheid, senioren, 65+, pensioen

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni