Hoe grondig verandert artificiële intelligentie de Brusselse samenleving? De grootste vertaalopleiding van Brussel noteert dit jaar al 20 procent minder inschrijvingen, en ook Actiris ziet het somber in: “De Brusselse diensteneconomie zal de volle impact van AI voelen.”
©
Delphine Frantzen
“Eerlijk gezegd denk ik niet dat AI mij zal vervangen. De mogelijkheden zijn duidelijk beperkt, en het belangrijkste is dat je je studies met je hart kiest.” De 22-jarige Edwina Smits koos voor een pad dat sommigen in het tijdperk van artificiële intelligentie als riskant zouden bestempelen. Ze behaalde een master vertalen aan de VUB en volgt nu een master journalistiek, twee richtingen die rechtstreeks worden getroffen door de opkomst van artificiële intelligentie op de werkvloer. Een document vertalen, een artikel schrijven, een persbericht in real time herformuleren: allemaal taken die geautomatiseerde taalmodellen razendsnel overnemen.
Toch maakt ze zich weinig zorgen over de toekomst. “De mensen om mij heen, die een vergelijkbaar pad hebben gevolgd, zijn niet ongerust. We weten wat AI kan, en vooral wat ze niet kan,” benadrukt ze.
Niet iedereen deelt die gemoedsrust. Bij de hogescholen en universiteiten die vertaalopleidingen aanbieden, spreken de cijfers voor zich. “De inschrijvingen voor de vertaalopleidingen zijn dit jaar met 20 procent gedaald, een duidelijke terugval voor een richting die lang als veilig werd beschouwd,” constateren Frédéric Lohest, voorzitter van ISTI–Cooremans, de grootste Brusselse vertaalschool, verbonden aan de Faculteit Letteren, Vertaling en Communicatie van de ULB, en Sonja Janssens, vicedecaan van de faculteit.
Minder literair
Ook het profiel van de studenten evolueert. “Het is niet meer hetzelfde publiek,” merkt Lohest op. Minder literair, meer technisch; ze combineren talen met tools. “We zien dat hun keuzes heel pragmatisch zijn. Sommigen kiezen opnieuw voor Nederlands, dat lang verwaarloosd werd, maar veel kansen biedt op de Brusselse arbeidsmarkt, terwijl anderen de voorkeur geven aan Chinees.”
Ook de faculteit zelf heeft zich aangepast. Zeven jaar geleden werd de impact van AI voelbaar. In 2022 kwam er een leerstoel voor vertalen en artificiële intelligentie, waarin onderwijs en onderzoek elkaar treffen. Voor Sonja Janssens is het essentieel om de beperkingen van AI in het achterhoofd te houden, zonder de meerwaarde ervan te minimaliseren. “Vertalen blijft bovenal menselijke interactie. Het kader verandert, maar de missie blijft dezelfde: communicatie tussen mensen mogelijk maken,” stelt ze. “Ondanks hun vooruitgang beheersen machines niet altijd de subtiliteiten van culturele referenties, vooroordelen of de juiste toon.”
“Ondanks hun vooruitgang beheersen machines niet altijd de subtiliteiten van culturele referenties, vooroordelen of de juiste toon”
Vicedecaan van de Faculteit Letteren, Vertaling en Communicatie (ULB)
Moet je jongeren, met het spookbeeld van automatisering voor ogen, dan nog aanmoedigen om voor vertalen te kiezen? Frédéric Lohest draait niet om de hete brij: “Ik zou het doen, zolang we de opleiding blijven aanpassen aan de realiteit.” Janssens deelt die overtuiging: “Het is een solide studie, met echte carrièremogelijkheden, banen voor mensen die communicatief sterk zijn, openstaan voor andere culturen en zich makkelijk kunnen aanpassen. Waarom zouden we deze evolutie niet als een kans zien? Vertalers kunnen die technologieën leren begrijpen en helpen om ze te sturen.”
Brussel in het vizier
Vertalers kunnen de overstap maken naar projectmanagement, de digitale sector of de evenementenbranche. “Hun vaardigheden zijn overdraagbaar,” zegt Romain Adam, woordvoerder van Actiris, de gewestelijke dienst die instaat voor het werkgelegenheidsbeleid. Buiten de vertaalsector blijft het echter moeilijk om precies in kaart te brengen welke beroepen bedreigd worden. Eén ding is zeker: “Brussel zal het bijzonder zwaar te verduren krijgen. De economie van de hoofdstad steunt grotendeels op diensten, want er is maar heel weinig industriële activiteit.”
Bij Actiris leidt Sébastien Avanzo een uitgebreid onderzoek naar de impact van AI, dat zich voorlopig toespitst op twee prioritaire sectoren: de gezondheidszorg en de zakelijke dienstverlening, zoals advocatenkantoren, accountants en fiscalisten. “Dat zijn domeinen die volop in de vuurlinie liggen en waar de effecten van AI zich al laten voelen. We beginnen daarmee, want alle sectoren analyseren is een gigantisch werk dat veel tijd zal vergen,” legt hij uit.
In de gezondheidszorg zijn administratieve functies, zoals op een medisch secretariaat, bijzonder kwetsbaar voor automatisering. “Dat betekent niet dat ze zullen verdwijnen, maar hun aantal dreigt te verminderen.” Een essentieel punt, volgens hem: “Automatisering kan de administratieve last van zorgverleners verlichten en opnieuw ruimte maken voor menselijk contact. Zo kan AI helpen om een diagnose te stellen, waardoor een arts meer tijd heeft voor zijn patiënten.” Al nuanceert hij ook meteen: “Op voorwaarde dat die menselijke dimensie dan weer niet te tijdrovend wordt.”
“Brussel kan, net als heel Europa, rekenen op strikte regelgeving – een echte troef om een ongebreideld gebruik van AI te vermijden op de arbeidsmarkt”
Arbeidsmarktanalist bij Actiris
Ook in de consultancy is de transformatie bezig: repetitieve taken worden steeds vaker toevertrouwd aan machines. Een direct gevolg is dat juniorprofielen, die traditioneel zulke taken op zich nemen, het meest kwetsbaar zijn. “Het is een echte paradox: als we minder jongeren aanwerven, hoe vernieuwen we dan de teams van morgen?”
Hij waarschuwt wel voor grootse verklaringen. “We lezen overal dat AI een revolutie zal ontketenen in de geneeskunde, maar in de praktijk gaat het veel trager: financiële drempels, verouderde software en IT-systemen die niet goed met elkaar communiceren, vertragen de transitie enorm.”
Loopt België achter? “Dat is geen bewuste keuze,” benadrukt Avanzo. “Innovaties ontstaan eerst in hubs zoals Silicon Valley en komen daarna naar hier.” Maar die afhankelijkheid, vooral van de VS en China, brengt uitdagingen met zich mee, met name in de gezondheidszorg, waar “de kwaliteit van gegevens en het respect voor de privacy cruciaal zijn.” Brussel kan, net als heel Europa, rekenen op strikte regelgeving, “een echte troef om een ongebreideld gebruik van AI te vermijden, vooral op de arbeidsmarkt.”
Voorlopig ziet Actiris geen massale werkloosheid door AI. “Het veld evolueert wel en we moeten ons voorbereiden,” legt Actiris-woordvoerder Adam uit. De uitdaging voor de komende jaren zal zijn om de opleidingen aan te passen, want terwijl sommige beroepen veranderen, ontstaan er nieuwe functies, met name in de zorg: “hybride profielen die de brug slaan tussen technologie en zorgverleners.” Maar, zo geeft hij aan: “Het zijn vaak de meest kwetsbare jongeren, laaggeschoold of zonder diploma, die de meeste moeite zullen hebben om zich aan te passen. We zullen hen moeten begeleiden om die tools verstandig te gebruiken.”
Is AI een existentiële bedreiging? “Nee,” zegt Actiris, “ze is een nieuwe variabele.”
AI overal
Voor Vincent Ginis, professor wiskunde aan de VUB, en Andres Algaba, postdoctoraal onderzoeker in artificiële intelligentie aan dezelfde universiteit, beperkt de impact van AI zich niet tot een paar duidelijk afgebakende beroepen. “Al zijn het in eerste instantie vooral jobs waarbij de interactie via een scherm loopt.”
Beiden zijn ook verbonden aan FARI, het Brusselse instituut voor artificiële intelligentie, dat werd opgericht door de VUB en de ULB. Behalve met toegepaste onderzoeksprojecten houdt FARI zich bezig met opleidingen, in nauwe samenwerking met de universiteiten. “Dit jaar studeert de eerste lichting van de bachelor artificiële intelligentie aan de VUB af,” zegt Vincent Ginis opgetogen. “En eerlijk gezegd zie ik vandaag geen enkele studierichting die niet op de een of andere manier met AI te maken krijgt.”
“In de geneeskunde zou AI veel verder kunnen gaan, maar we remmen de automatisering bewust af om de menselijke band te bewaren”
Postdoctoraal onderzoeker in artificiële intelligentie aan de VUB
Artificiële intelligentie beperkt zich niet langer tot repetitieve taken automatiseren of grote hoeveelheden data verwerken. Ze begint door te dringen in vaardigheden die we tot nu toe als diepmenselijk beschouwden. “We dachten dat deze modellen vooral het vertalen of de taalkunde zouden transformeren,” merkt Andres Algaba op. “Vandaag zien we studenten modellen gebruiken om complexe technische of wiskundige problemen mee op te lossen – of zelfs om creatieve projecten uit te voeren die echt origineel zijn.”
Zelfs de gezondheidszorg doet in zekere mate mee. “Chatbots kunnen een patiënt die 's nachts een paniekaanval krijgt al bijstaan, door oefeningen te suggereren die door een therapeut zijn voorgeschreven,” legt hij uit.
Verlies aan vaardigheden
Hier duikt wel een ethische grens op. “Het is niet de bedoeling om een psycholoog te vervangen,” waarschuwt Algaba. Dat is misschien wel de kern van de zaak: het is niet alleen een technologische, maar ook een maatschappelijke kwestie. “In de geneeskunde zou AI veel verder kunnen gaan, maar we remmen de automatisering bewust af om de menselijke band te bewaren.” Omgekeerd, in domeinen als wetenschappelijk onderzoek, waar die menselijke tussenkomst niet zo aan de orde is, “kan AI het werk versnellen zonder al te veel weerstand.”
Er is nog een dilemma: wat doen we zelf en wat laten we aan de machine over? Voor Andres Algaba is de inzet duidelijk: “Skill atrophy, het verlies aan vaardigheden, is een reëel risico. Schrijven is daar een goed voorbeeld van. AI niet principieel afwijzen, maar, om 'het nog steeds in de vingers te hebben', ervoor kiezen om zelf te blijven denken en produceren.”
Een ander scenario: mensen sturen de creatie niet langer aan, maar geven instructies, controleren en corrigeren wat AI produceert. “Als schrijven, onderzoek of zelfs creatie wordt gedelegeerd, wat rest er dan nog dat echt stimulerend is?”
In de journalistiek bijvoorbeeld kan AI allerlei tijdrovende taken overnemen, zoals research, samenvattingen maken of interviews uitschrijven. Maar alles hangt af van de redactionele keuzes: “Ofwel gebruik je de gewonnen tijd om onderwerpen uit te diepen en diepgravend onderzoek te doen, ofwel gebruik je die om sneller te produceren, met minder middelen, en dus met minder journalisten,” stelt Vincent Ginis.
De risico's voor de werkgelegenheid zijn reëel. “Meerdere onderzoekers trekken aan de alarmbel,” benadrukt Ginis. De automatisering zou ingrijpende gevolgen kunnen hebben voor de arbeidsmarkt. “Een sprekend voorbeeld is Sam Altman, CEO van OpenAI, die al bijna acht jaar lang investeert en participeert in AI-projecten, maar tegelijkertijd pleit voor een collectief antwoord op de ingrijpende veranderingen die eraan komen.” Zijn gok? “AI zal de economische taart niet verkleinen, maar die net spectaculair doen groeien, met genoeg voor iedereen.”
“Het is hallucinant: onze politici kunnen nachtenlang debatteren over de pensioenen van over veertig jaar, terwijl ze nauwelijks een woord zeggen over AI, die het land binnen de vijf jaar op zijn kop zal zetten”
Professor wiskunde (VUB), lied van FARI
“Het klassieke scenario, waarin banen verdwijnen en het systeem onveranderd blijft, is niet wenselijk,” zegt Andres Algaba. Er is een andere weg: AI niet alleen inzetten voor efficiëntie, maar ook om de samenleving opnieuw vorm te geven en welvaart te herverdelen. “Neem bijvoorbeeld Noorwegen, dat zijn natuurlijke rijkdommen omzet in inkomsten voor iedereen,” illustreert Vincent Ginis. “Op dezelfde manier zullen we moeten leren omgaan met onze 'niet-natuurlijke rijkdommen' – technologie en AI – zodat de hele samenleving ervan profiteert.”
Volg je talenten
Op Belgisch niveau is het contrast frappant. “Het is hallucinant: onze politici kunnen nachtenlang debatteren over de pensioenen van over veertig jaar, terwijl ze nauwelijks een woord zeggen over AI, die het land binnen de vijf jaar op zijn kop zal zetten,” verbaast Ginis zich.
“Die stilte is geen loutere vergetelheid,” benadrukt hij. “AI gaat te snel en is te moeilijk te vatten. We luisteren naar scenario's van massale automatisering, en dan gaan we weer over tot de orde van de dag, alsof er niets aan de hand is.”
Volgens hem komt die ontkenningsreflex voort uit een grotendeels optimistische visie: “We praten veel over productiviteitswinsten, over de belofte van efficiëntie, maar zelden over de risico's.” Sommige mensen zien het zelfs nog als een “voorbijgaande trend.” Het resultaat? “AI ontbreekt op de politieke prioriteitenlijst – in België, maar niet alleen daar. Vandaag zijn het vooral de CEO's van techbedrijven die het debat voeren.”
En de jongeren in dit alles? Hoe kies je je studie, je beroep? Ginis klinkt nuchter: “We kunnen niet weten welke sectoren op lange termijn de toekomst hebben. Veel van de huidige miljonairs komen uit studierichtingen zoals informatica of wiskunde, waarop dertig jaar geleden niet werd ingezet.” Het belangrijkste: volg je talenten, je interesses. “Een studie is er niet om ons voor te bereiden op een baan, maar om ons te helpen groeien, om de stap naar het volwassen leven te zetten.”
Lees meer over: Analyse , AI , FARI , technologie , werk , economische werkloosheid , VUB , ULB , onderzoek , Actiris , vertaling , Brusselse studenten , werkgelegenheid