Een jaar na de gemeenteraadsverkiezingen is het tijd voor een eerste balans: hoeveel van de ruim 700 gekozenen namen hun zitje in, wie daagt steevast op en wie niet, en hoelang duren die vergaderingen eigenlijk? BRUZZ dook in ruim honderd verslagen en zet drie tendensen van het lokaal bestuur op een rijtje.
© Bart De Waele
De negentien Brusselse burgemeesters, de tientallen schepenen en de honderden gemeenteraadsleden nemen beslissingen met verreikende gevolgen voor alle inwoners. Dat gaat van ordehandhaving en de netheid van de straten over de inrichting van kruispunten, het beleid in scholen, de organisatie van culturele evenementen tot de OCMW's. Sommige beslissingen treffen de burger in de portemonnee, kijk maar naar de onroerende voorheffing die in alle gemeenten fors is gestegen.
Op 13 oktober vorig jaar werden die negentien gemeenteraden verkozen, al vond in Sint-Joost in februari 2025 wel een herverkiezing plaats, omdat de oppositiepartijen een klacht indienden wegens een vermoeden van kiesfraude door burgemeester Emir Kir. BRUZZ dook in de verslagen van januari tot juli 2025 om te zien hoe goed de lokale democratie werkt.
Jette zit drie keer zo lang op de bank als Evere
De ene vergadering is een bliksemsessie, de andere eerder een marathon. De duur van de openbare zittingen verschilt sterk per gemeente. In Evere duurt een zitting gemiddeld anderhalf uur, terwijl de Jettenaren of Anderlechtenaren het laat durven te maken met vergaderingen van vijf uur.
Naar een precieze verklaring voor die grote verschillen tussen de gemeenten blijft het gissen. Dat het in Evere na negentig minuten beklonken is, heeft zeker met traditie te maken. Evere (1u26) kent een stabiel gemeentebestuur, met weinig echte politieke strubbelingen. De PS houdt in die gemeente de touwtjes strak in handen, en de oppositie slaagde er nooit echt in om verandering aan te brengen.
Molenbeek (4u44) is de tegenpool. De PS, die in allerlei facties is uiteengevallen, heeft er met veel moeite een meerderheid kunnen vormen. Dat uit zich ook in woelige en lange gemeenteraden.
De gemeente Jette (5u12) mag dan wel bogen op een stabiele meerderheid – er was een voorakkoord – de duur van de gemeenteraden is enorm toegenomen. Jette haalt zo het record van alle gemeenten. Dat heeft mogelijk te maken met de oppositie die zich roert, en veel en lange interpellaties doet.
En dan is er nog een gemeente als Sint-Lambrechts-Woluwe. Ondanks een stabiele meerderheid gaan de gemeenteraden geregeld de nacht in. Dat is nooit anders geweest en dat heeft weer te maken met een echte (Franstalige) debatcultuur, met politici die graag het woord nemen om hun punt te maken, zowel bij oppositie en meerderheid, en zeker bij burgemeester Olivier Maingain (Lib.res).
Het record voor de langste zitting gaat naar Molenbeek: op 22 januari duurde de bijeenkomst maar liefst bijna acht uur. Pas om 2 uur 's nachts keerden de leden naar huis terug.
De conclusie is dubbel: lange gemeenteraden betekenen dat iedereen er het woord kan nemen en dat bepaalde kwesties goed worden doorgepraat. Maar als de gemeenteraden te lang duren, bestaat het risico dat het publiek en andere betrokkenen afhaken.
Wie verkozen wordt, gaat ook zetelen
Een opvallend cijfer: van de ruim zevenhonderd gekozenen in oktober sloeg slechts 7 procent het aanbod af. Dat de overgrote meerderheid zijn of haar mandaat echt opneemt, is zeker een positief resultaat. Het betekent immers dat de lokale democratie haar werk doet.
Professor Herwig Reynaert (UGent), specialist in lokale besturen, waarschuwt wel voor te veel optimisme. “Naarmate de jaren vorderen, zie je meer uitval. Gekozenen die vol enthousiasme beginnen, merken na een tijd dat hun impact toch eerder beperkt lijkt te zijn. Een lid van de meerderheid kan misschien nog iets in beweging brengen, maar in de oppositie gaat dat veel moeilijker, al is ook dat niet onmogelijk.”
Volgens Reynaert valt 25 à 30 procent uit tegen het einde van de legislatuur. Hun plaatsen worden door opvolgers ingenomen, die met vernieuwde kracht aan hun opdracht beginnen. “Die uitval mag je niet alleen toeschrijven aan een gebrek aan motivatie,” zegt de politicoloog. “Mensen verhuizen, of hebben professionele verplichtingen.”
"Naarmate de jaren vorderen, zie je meer uitval. Gekozenen die vol enthousiasme beginnen, merken na een tijd dat hun impact toch eerder beperkt lijkt te zijn"
Politicoloog UGent
Wie zijn dan die afhakers, meteen na de verkiezingen van 13 oktober? Dat beeld is gemengd. Wellicht zijn sommigen ervan geschrokken dat ze verkozen raakten: bijna de helft van hen stond vrij laag op de kieslijst, al zitten bij de afhakers ook bekende namen. Het gaat dan om politici met bovenlokale renommee. Ze kozen ervoor om hun partij te steunen door mee op de lijst te staan, maar hadden wellicht nooit de bedoeling om dat mandaat echt op te nemen. Voorbeelden zijn Rudi Vervoort (PS) of Elke Van den Brandt (Groen), beiden ontslagnemend minister in de Brusselse regering.
Anderen, zoals voormalig schepen Susanne Müller-Hübsch (Groen), raakten zonder probleem verkozen, maar beslisten meteen om de fakkel door te geven. Als schepen van Mobiliteit in Anderlecht werd ze geconfronteerd met een harde anti-Good Move-beweging – ze werd zelfs bedreigd. Daar had ze genoeg van, en dan zes jaar in de oppositie zitten was niet aan haar besteed, zo verklaarde ze zelf aan BRUZZ.
Tot slot is er ook iemand als Stéphane Obeid (MR) in Ganshoren. Hij raakte als lijsttrekker verkozen, was tweede in de lijst met meeste voorkeurstemmen van de hele gemeente, hoopte vurig om burgemeester te kunnen worden, maar toen al snel bleek dat hij die ambitie zou moeten opgeven, besloot hij om niet te zetelen. En zo verdween hij, zonder grote verklaringen af te leggen, uit de lokale politiek, om te gaan werken voor een federaal MR-kabinet.
Laag absenteïsme
Misschien wel het opvallendste cijfer uit het BRUZZ-dataonderzoek: het absenteïsme in de gemeenteraden ligt relatief laag, al zijn er wel onderlinge verschillen. In de helft van de gemeenten is er een gemiddeld absenteïsme van minder dan 10 procent, een aanvaardbaar cijfer. Sint-Joost (4 procent) en Anderlecht (5 procent) tekenen voor de meest enthousiaste gekozenen. In Sint-Lambrechts-Woluwe (16 procent), Sint-Agatha-Berchem (14 procent), Sint-Gillis (13 procent) en Sint-Jans-Molenbeek (13 procent) ligt het absenteïsme wat hoger.
Nog een andere interessant cijfer: 62 procent van de gemeenteraadsleden miste tot nu toe geen enkele zitting. Ook bij die statistiek past een slag om de arm, omdat de bestuursperiode nog maar aan het begin staat. Naarmate die vordert, kan de motivatie ook wel zakken. Een volgende ‘temperatuurcheck' zal dat al dan niet moeten bevestigen.
Toch blijkt uit de cijfers over het algemeen een sterk gemotiveerd lokaal politiek personeel. Het toont aan dat de gemeenteraadsleden die ervoor kozen om te zetelen, ook echt het verschil willen maken. Voor het geld moeten ze het niet doen. Ze krijgen wel presentiegeld, maar dat gaat maar over 100 tot 200 euro per zitting, terwijl het toch heel wat inzet vraagt.
"Het beeld van politici als zakkenvullers klopt niet voor leden van de gemeenteraad"
Politicoloog UGent
Professor Herwig Reynaert: “Het toont aan dat lokale politici echt voor een engagement kiezen en dat mag weleens in de verf worden gezet. Het beeld van politici als zakkenvullers klopt hoegenaamd niet voor gemeenteraadsleden.”
Reynaert vergelijkt het wat met het belangeloze engagement voor een voetbalclub of een andere vereniging. De vraag What's in for me wordt daarbij niet echt gesteld, al heb je er natuurlijk altijd, zo zegt Reynaert, die hopen om ooit schepen of burgemeester te kunnen worden, en die wel degelijk aan politieke carrièreplanning doen.
En hoe zit het met de chronisch afwezigen? 21 gekozenen (op de meer dan zevenhonderd) zijn de helft of meer van de tijd afwezig. Het gaat zowel om gekozenen van de meerderheid als van de oppositie. Burgemeester Catherine Moureaux (PS, Molenbeek) spant de kroon. Zij heeft een geldige reden: ze is in ziekteverlof. In dat lijstje staan ook kleppers als Elisabeth Degryse (Les Engagés, Ukkel) of Yvan Verougstraete (Les Engagés, Sint-Pieters-Woluwe), maar dat zijn politici die de handen vol hebben in de nationale en/of Europese politiek. Verder zijn er ongetwijfeld een aantal ontgoochelde politici, die gehoopt hadden op een schepenambt, of een ander postje.
Tot slot wijzen enkele lokale politici erop dat ze misschien niet altijd in de gemeenteraad aanwezig zijn, maar dat dat niet wil zeggen dat ze niet lokaal politiek geëngageerd zijn. Er is meer dan de gemeenteraad, zo geven ze aan.
Data-journalist Eleanor Denneman geeft uitleg bij de cijfers die zij analyseerde.
Lees meer over: Brussel , Analyse , Politiek , Gemeenteraad
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.