Brusselse economie groeit licht, daling werkloosheid verwacht tegen 2030

Volgens prognoses van het Planbureau en regionale statistiekbureaus zal de Brusselse economie dit jaar met maar 0,7 procent groeien. Ook wordt voorspeld dat de werkloosheid tegen 2030 zou dalen tot 11,5 procent.

Voor dit jaar is de verwachting dat de Brusselse economie met 0,7 procent zal stijgen. Nadien zou wel een lichte vertraging volgen, “omdat de groei van de binnenlandse vraag zal afnemen”. Maar in de periode 2028-2030 zou dat herstellen, met een verwachte groei van 0,9 procent.

Wallonië en Vlaanderen volgen een gelijkaardige trend, met een groei van respectievelijk 1,2 en 1,5 procent dit jaar, gevolgd door een lichte vertraging en in de periode van 2028-2030 een groei van respectievelijk 1,2 en 1,4 procent.

Het Planbureau en de statistiekbureaus verwachten dat de koopkracht van de gezinnen (het reëel beschikbaar inkomen) in 2026 en 2027 amper zal toenemen. Dat heeft te maken met de beperking van de duur van werkloosheidsuitkeringen.

Werkgelegenheid

Er zullen daardoor minder werkloosheidsuitkeringen worden uitgekeerd, en dat wordt maar gedeeltelijk gecompenseerd doordat er meer mensen een (lager) leefloon zullen krijgen.

In de periode 2028-2030 zal de koopkracht wel stevig aantrekken, "vooral dankzij de geplande verlagingen van de personenbelasting en de - vooral in Brussel - aantrekkende groei van de werkgelegenheid". Voor Vlaanderen wordt dan een koopkrachtgroei van gemiddeld 1,2 procent per jaar voorspeld, in Brussel gaat het Planbureau zelfs uit van een toename met 1,6 procent.

Pendelarbeid

Daarvoor rekent het Planbureau op een groeiend aantal Brusselaars dat pendelt naar jobs in Vlaanderen, het pendelen in omgekeerde richting zou volgens de ramingen de komende vijf jaar stagneren.

De werkloosheidsgraad zou in 2030 dalen tot 11,5 procent in Brussel, onder meer door de beperking van de werkloosheidsuitkeringen in de tijd. Vorige maand lag dat aandeel nog op 14,4 procent. In Wallonië zou dat op termijn 12,4 procent worden, en 6 procent in Vlaanderen.

Het Planbureau heeft een slecht oog in de evolutie van de Brusselse overheidsfinanciën. "De financiën van het Gewest lijden onder de aanzienlijke stijging van de rentelasten", zo worden die slechte vooruitzichten verklaard. Daarnaast wijst het Planbureau ook naar de stijgende kosten van de gezondheidszorg en de fiscale hervorming van de federale regering als schuldige. Die laatste zou de groei van de ontvangsten uit de personenbelasting verminderen de komende vijf jaar.