Het Huis van het Nederlands krijgt extra middelen van de Vlaamse regering om meer kansen aan te bieden om Nederlands te oefenen. Dat kondigden Vlaams minister van Integratie en Inburgering Hilde Crevits (CD&V) en minister van Brussel Cieltje Van Achter (N-VA) maandag aan tijdens een gezamenlijk bezoek aan de organisatie.
Interview met minister Hilde Crevits (CD&V) en minister Cieltje Van Achter (N-VA).
Vlaamse regering investeert extra in Huis van het Nederlands
Beide ministers benadrukken dat het versterken van het Nederlands in Brussel een gemeenschappelijke beleidsprioriteit is. Met de nieuwe investeringen, gekoppeld aan het recent gelanceerde sociaal cohesieplan, willen ze ervoor zorgen dat Brusselaars die Nederlands willen leren of oefenen meer laagdrempelige kansen krijgen om de taal in de praktijk te gebruiken.
“Nederlands is de sleutel tot integratie,” zegt minister Crevits. “Niet alleen in formele lessen, maar ook via alledaagse interactie. Het Huis van het Nederlands speelt daarin een onmisbare rol.” Hoeveel er juist geïnvesteerd zal worden, is op dit moment nog onduidelijk.
200.000 bezoekers in 20 jaar
Het Huis van het Nederlands is voor volwassenen in de hoofdstad het centrale aanspreekpunt om Nederlands te leren, te oefenen of toe te passen. Daarnaast ondersteunt de organisatie ook scholen, bedrijven en verenigingen bij hun taalbeleid.
In 2024 hielp het Huis 16.738 unieke bezoekers met een traject Nederlands als tweede taal (NT2). Daaruit volgden 8.943 inschrijvingen voor cursussen, 400 meer dan het jaar voordien. Een groot deel van de bezoekers doet dat op eigen initiatief, los van een verplicht inburgeringstraject.
Tijdens hun bezoek kregen de ministers inzicht in de dagelijkse werking van de organisatie: van intakegesprekken tot de begeleiding van Brusselaars in hun zoektocht naar een passend taalaanbod.
Focus op oefenkansen
Een opvallende insteek in het nieuwe sociaal cohesieplan is de aandacht voor taaloefenkansen buiten het formele lescircuit. Volgens de ministers is het cruciaal dat mensen ook buiten de klas Nederlands kunnen oefenen, bijvoorbeeld in hun vrije tijd, op het werk of in contact met stadsdiensten.
“In Brussel spreekt 15 procent van de mensen geen Nederlands of Frans. Dat maakt de nood aan oplossingen urgenter dan ooit,” zegt minister Van Achter. “Met dit plan investeren we niet alleen in lessen, maar ook in het dagelijkse gebruik van het Nederlands. Het Huis van het Nederlands is daarin een spil.”
De Vlaamse Gemeenschapscommissie (VGC), die de regierol heeft over het lokale integratiebeleid in Brussel, zal bij de uitvoering van het plan samenwerken met het Agentschap Integratie & Inburgering en verschillende partnerorganisaties. Ook de inclusie van vrouwen en meisjes krijgt bijzondere aandacht.
Lees meer over: Brussel-Stad , Onderwijs , huis van het nederlands , Cieltje Van Achter , Hilde Crevits , Vlaamse overheid , oefenkansen , Nederlands oefenen , Nederlands , Nederlands in Brussel