Voor de Brusselse correctionele rechtbank is dinsdag het proces van start gegaan tegen Carl De Moncharline, de bekende uitbater van verschillende Brusselse nachtclubs. De man staat onder meer terecht voor de verkrachting van twee 17-jarige meisjes in 2014, nadat hij hen een tongkus zou hebben gegeven. De beklaagde ontkent de slachtoffers te hebben misbruikt. “Het gebeurde wel vaker dat meisjes mij kusten.”
'Paus van het Brusselse nachtleven' voor rechter op verdenking van verkrachting
De ‘paus van het Brusselse nachtleven’ staat momenteel terecht voor de verkrachting van twee minderjarige meisjes en de aantasting van de seksuele integriteit van een derde slachtoffer. De meisjes verklaarden in Wood, een voormalige technoclub in het Ter Kamerenbos, te zijn gedrogeerd en vervolgens te zijn misbruikt door eigenaar Carl De Moncharline.
Het Brusselse parket seponeerde aanvankelijk de klachten van de drie meisjes, maar heropende het onderzoek naar aanleiding van een uitzending van het programma ‘Investigation’ van de Franstalige openbare omroep RTBF. In de reportage getuigden verschillende mensen over seksueel misbruik in Wood.
Volgens het parket maakte de man zich schuldig aan verkrachting door twee 17-jarige meisjes te tongkussen tegen hun wil. Een derde slachtoffer zou hij betast hebben.
Naar de eerste verdieping
Volgens de advocaat van de twee meisjes die in de nacht van 3 op 4 januari 2014 met Carl De Moncharline naar de eerste verdieping van zijn nachtclub waren getrokken, maakte de man misbruik van zijn club om aan zijn seksuele driften te voldoen. “Hij houdt van jonge vrouwen en creëerde een situatie waar hij misbruik van kon maken”, pleitte meester Caroline Poiré.
De advocate wees onder meer op de verklaringen van een van haar cliënten, die liet optekenen dat het zwart was geworden voor haar ogen kort nadat ze een drankje van De Moncharline had aangenomen en met hem naar boven was gegaan. Het meisje werd uiteindelijk opgenomen in het ziekenhuis, waar er sporen van amfetamines en MDMA in haar bloed werden aangetroffen.
Carl De Moncharline ontkende op zijn proces de meisjes te hebben misbruikt. “Natuurlijk bood ik glazen aan aan klanten”, verklaarde hij. “Ik deed dat uit commerciële overwegingen, net zoals ik mensen soms gratis binnenliet.”
'Gebeurde wel vaker dat ik werd gekust'
De nachtclubuitbater gaf dinsdag tijdens het verhoor van de rechter toe dat hij een van de twee cliënten van meester Poiré in de nacht van 3 op 4 januari 2014 had gekust. “Het gebeurde wel vaker dat ik werd gekust en dat ze mij hun borsten lieten aanraken. Dat was een soort van spelletje. Dat was ook hier gebeurd. Zij heeft mij gekust en ik ging daarin mee en raakte haar aan. Maar ik heb hen geen tongkus gegeven, ik hou daar niet van. Ik doe dat zelfs niet met mijn vriendin.”
Volgens De Moncharline maakte hij abrupt een einde aan ‘het spelletje’ toen hij merkte dat het meisje zich opeens anders begon te gedragen. “Ze bevond zich niet meer in een normale toestand. Haar vriendin is toen naar beneden gelopen.” De ontmoeting met het derde slachtoffer, dat hij zou hebben betast, herinnert De Moncharline zich niet meer.
Het proces wordt op 17 juni voortgezet met de vordering van het parket en de pleidooien van de verdediging.
De advocaat van Carl De Moncharline gaf na de zitting een korte reactie. “Ik kan alleen maar vaststellen dat het parket deze dossiers heeft geseponeerd en dat er sindsdien geen nieuwe elementen aan zijn toegevoegd”, zei meester Jean-Pierre Buyle.
Lees meer over: Brussel , Justitie , Carl De Moncharline