Tot zes jaar cel voor bende achter reeks cannabisplantages

Tien personen die deel uitmaakten van een criminele organisatie die zich bezighield met cannabisteelt, zijn vrijdag door de Brusselse correctionele rechtbank veroordeeld tot gevangenisstraffen van één tot zes jaar. De organisatie was verantwoordelijk voor minstens vier cannabisplantages die in het najaar van 2022 ontdekt werden. Slechts twee van de tien verdachten waren op het proces aanwezig, en zij vroegen tevergeefs de vrijspraak.

Het onderzoek ging van start toen de politiezone Brussel West in september 2022 tijdens een ander onderzoek een huiszoeking uitvoerde in Beersel, en daarbij op een cannabisplantage stootte.

Daarbij werd een eerste Albanese verdachte opgepakt, maar trof de politie ook een kassaticket aan voor de aankoop van het materiaal voor de plantage. Op de camerabeelden van de winkel waar dat gebeurde, kon de politie twee verdachten zien die wegreden met een kleine bestelwagen.

Die bleek op naam te staan van een andere Albanese man, die geïdentificeerd kon worden als T. en een van de verdachten in de winkel bleek. De tweede man in de winkel bleek zijn broer, en de woning in Beersel werd door T. onder een valse, Griekse naam.

Analyse van de gsm van de Albanees die in Beersel was opgepakt, leidde naar een tweede adres in Maasmechelen, waar op 27 oktober 2022 een tweede cannabisplantage werd ontdekt. Dankzij diezelfde gsm achterhaalden de speurders ook het gsm-nummer van T. en dat werd wekenlang afgeluisterd. Die telefoontaps en observaties brachten de speurders naar nog twee andere adressen, in Herstal en Ukkel, waar cannabisplantages in opbouw waren.

De verschillende plantages waren het werk van T. en zijn drie broers. De woningen werden systematisch gehuurd op naam van een familielid of onder valse namen. Voor hun gsm-nummers maakten ze ook gebruik van valse namen, net als voor hun voertuigen. De organisatie was minstens vanaf mei 2021 actief, tot de arrestatie van de verschillende verdachten in januari 2023, zonder dat een van hen officieel in België was.

Tien verdachten veroordeeld

Van de tien verdachten waren er slechts twee aanwezig op het proces. De eerste was een van de broers T., die de vrijspraak vroeg. "Mijn cliënt is weliswaar de broer van drie andere verdachten, maar heeft met die plantages niets te maken," klonk het. "Hij is niet te horen op de afgeluisterde gesprekken, hij was niet te zien bij de observaties, en zijn vingerafdrukken zijn nergens gevonden. In zijn woning is wel 16.000 euro gevonden, maar één van zijn broers had hem gevraagd dat te bewaren."

De tweede aanwezige verdachte was een Pakistaanse man die de organisatie zou geholpen hebben om geschikte panden te vinden voor de cannabisplantages. Ook zijn advocaat vroeg de vrijspraak: "Hij had de broers T. ontmoet in de gevangenis en ze hadden hem beloofd te investeren in zijn plannen om een nachtwinkel of een carwash te openen. Daarom is hij samen met hen panden gaan bekijken. Niet voor cannabisplantages."

Die argumenten konden de rechtbank niet overtuigen en de twee mannen kregen elk een gevangenisstraf van één jaar opgelegd. Een derde verdachte werd ook veroordeeld tot één jaar cel, vier verdachten kregen elk 36 maanden cel, een zevende verdachte liep een gevangenisstraf op van 40 maanden, en de laatste twee verdachten kregen respectievelijk vijf en zes jaar opgelegd.

De rechtbank beval ook de onmiddellijke aanhouding van die drie laatste verdachten, en verklaarde ongeveer 200.000 euro verbeurd, geld dat de organisatie zou verdiend hebben met de plantages.