Zaak-Mehdi Bouda: betrokken agenten buiten vervolging gesteld

De Brusselse kamer van inbeschuldigingstelling heeft dinsdag in beroep besloten om de vier agenten die betrokken waren bij het overlijden van Mehdi Bouda niet door te verwijzen naar de rechtbank. Bouda stierf in 2019 toen hij werd aangereden door een politiewagen in het centrum van Brussel.

In april 2024 waren de betrokken agenten al eens vrijgesteld van vervolging door de raadkamer, tegen die beslissing ging de familie van Bouda in beroep. Maar de Brusselse kamer van inbeschuldigingstelling blijft nu bij de beslissing om de agenten niet voor de rechtbank te brengen.

In de nacht van 20 augustus 2019 kwam de 17-jarige Mehdi Bouda om het leven na een aanrijding met een politiecombi. Hij werd gegrepen door een voertuig van de anti-agressiebrigade terwijl hij overstak tussen de Ravensteingalerij en de ingang van het Centraal Station. Voor het ongeval zou hij zijn weggevlucht van een identiteitscontrole op de Kunstberg.

De combi was onderweg naar een andere interventie, en reed 98 kilometer per uur. De zwaailichten stonden aan maar de sirenes niet. Bouda zou de straat hebben overgestoken tussen een bestelwagen en een vrachtwagen, op het moment dat de verkeerslichten voor auto's op groen stonden, en op rood voor de voetgangers.

Door die samenloop van omstandigheden zouden de betrokken agenten de aanrijdingen niet hebben kunnen voorkomen, zo betoogde de verdediging van de agenten. De burgerlijke partijen zagen dat anders, en hekelden dat Bouda eerst nog gefouilleerd werd voordat, pas vijf minuten later, reanimatiepogingen werden ondernomen.

Beroep

De advocate van de familie, Joke Callewaert, had daarom bij de eerste behandeling van de zaak door de raadkamer de vervolging van de vier politiemensen voor schuldig verzuim, mensonterende behandelingen (fouille zonder reanimatie) en onopzettelijke doodslag gevraagd. Maar de raadkamer besliste toen anders. De familie van Bouda ging tegen die beslissing in beroep. Vandaag heeft de Brusselse kamer van inbeschuldigingstelling deze beslissing bevestigd en besloten dat de agenten zich niet voor de rechtbank moeten verantwoorden.

De dood van Mehdi wekte veel verontwaardiging op en was de aanleiding voor een witte mars tegen politiegeweld.

Diep geschokt

De familie van Bouda reageert dinsdag misnoegd en verontwaardigd op de beslissing. "Mehdi werd aangereden door een politieauto die aan 98 kilometer per uur over een zebrapad reed. Direct daarna werd hij enkel gefouilleerd en zijn tas werd doorzocht zonder dat de agenten die hem achtervolgden hem enige hulp boden."

"We zijn geschokt, boos en overweldigd door een diep gevoel van onrecht en onbegrip", klinkt het verder. De familie vindt dat dat de kamer van inbeschuldigingstelling de ernst van de feiten op deze manier miskent en zorgt voor straffeloosheid bij de politie. "De pijn van het verlies van een kind wordt erger gemaakt door het gevoel dat de familie in de steek is gelaten door de instellingen van dit land."

"Er zijn regels om het recht op leven te beschermen, en regels rond het gebruik van politioneel geweld en verkeersveiligheid. Recente tragedies laten zien hoezeer deze regels dagelijks met de voeten worden getreden. Wij weigeren te zwijgen." De familie van Bouda roept op om te betogen op zondag 29 juni om 15.00 uur voor het Justitiepaleis.

'Geen fout'

“De KI heeft de feiten geanalyseerd en is tot de bevinding gekomen dat de politieambtenaren geen fout hebben begaan in oorzakelijk verband met het ongeluk en dat zij zich evenmin schuldig hadden gemaakt aan schuldig verzuim of een onterende behandeling”, verklaarde de persrechter van het Brusselse hof van beroep.

“Het hof, de kamer van inbeschuldigingstelling, is, na een volledig nieuw onderzoek van de zaak, tot dezelfde conclusie gekomen en heeft de beschikking van de raadkamer, die een buitenvervolgingstelling heeft uitgesproken, bevestigd."

'Per mail medegedeeld'

Ayoub Bouda, de broer van Mehdi, reageert voor de camera van BRUZZ echter uiterst ontgoocheld. "Niet alleen door de inhoud, maar ook door de manier waarop we de beslissing hebben moeten vernemen. We begrijpen deze beslissing niet. Dit getuigt van weinig respect en dat zeg ik vooral door de manier waarop ze de beslissing hebben gecommuniceerd. In plaats van ons dit persoonlijk te zeggen, is de beslissing per mail medegedeeld. Dat vind ik onaanvaardbaar, zeker omdat we hier al zes jaar op wachten.”

“Maar ook au fond is wat de beslissing totaal onbegrijpelijk. Zelfs het parket, de procureur-generaal, zegt dat er voldoende elementen zijn in het dossier om tot een rechtszaak over te gaan.” Wij hebben zestig pagina’s aan argumenten overhandigd, maar de kamer van inbeschuldigingstelling heeft zich maar over een paar daarvan uitgesproken. Wat met de onmenselijke behandeling? Volgens de kamer van inbeschuldigingstelling waren de agenten te zeer getraumatiseerd om de eerste zorgen toe te dienen. Maar waarom hebben ze hem dan wel gefouilleerd? Op die vraag hebben we geen antwoord gekregen."

“Zeker met de recente actualiteit in het achterhoofd (hiermee verwijst Bouda naar de dood van de 11-jarige Fabian, red.) is het nodig om tot een publiek debat over te gaan over de voorwaarden voor een politie-achtervolging."

11.200 euro

"Voor de agenten zijn er geen aanklachten weerhouden, maar wij zijn wél veroordeeld tot het betalen van een vergoeding van 11.200 euro aan de politieagenten", aldus nog Ayoub Bouda. "Zij krijgen een vergoeding van in totaal 18.000 euro. Terwijl hun advocaten betaald werden door de politie. Ik snap niet waarvoor zij dit krijgen, dat is onbegrijpelijk."

"Nu blijven wij achter met een sterk gevoel van onrechtvaardigheid. De kamer van inbeschuldigingstelling heeft ons een grondrecht ontzegd. We voelen ons niet gehoord door justitie."

Tot slot kondigt de broer van Mehdi aan dat de familie naar het Hof van Cassatie trekt tegen de seponering van de zaak. Volgens de familie zijn er voldoende elementen om die stap te rechtvaardigen.

Mensenrechtenliga

Ligue des Droits Humains, de Franstalige tegenhanger van de Liga voor Mensenrechten, betreurt de seponering van de zaak-Bouda. De organisatie had zich burgerlijke partij gesteld in de zaak, en overweegt om in cassatie te gaan.

"In hun redenering negeert de kamer van inbeschuldigingstelling het systematische gebrek aan toezicht op politieachtervolgingen en prioritaire interventies. Talrijke andere zaken, waaronder enkele zeer recente, hebben de dringende noodzaak aangetoond om dit toezicht te herbekijken", klinkt het bij de Ligue.