Charles Picqué betreurt niet meer geld aan federaal gevraagd te hebben

De bijzondere commissie naar het Metro 3-project heeft donderdag een hoorzitting gehouden met een aantal gewezen Brusselse ministers en minister-presidenten die betrokken waren bij de opstart van het project. In de voormiddag kwamen oud-minister-president Charles Piqué (PS) en voormalig Begrotingsminister Guy Vanhengel (Open VLD) langs.

Charles Picqué, Brussels minister-president van 1989 tot 1999 en van 2004 tot 2013, verdedigde de opdeling van de verantwoordelijkheid voor het project tussen de MIVB en het federale Brusselfonds Beliris. "Federaal wilde als medefinancier betrokken blijven", aldus Picqué.

Dat MIVB verantwoordelijk werd voor het tracé Noord-Albert had volgens hem te maken met de ervaring van de vervoersmaatschappij met studies rond het station Grondwet en het Albertplein. De gewezen regeringsleider erkende dat hij achteraf betreurde dat hij niet meer geld aan de federale regering had gevraagd: "Met meer middelen hadden we andere werkhypotheses kunnen ontwikkelen".

Picqué herinnerde eraan dat de MIVB reeds in 2008 studies gevraagd had voor de uitbreiding van de metro. Maar het was door de herfinanciering van het Brussels Gewest in 2010 dat er nieuwe investeringen mogelijk waren, voegde hij eraan toe. Wat de stijgende kosten betreft, stelde de gewezen minister-president dat men er zich van bewust was dat met de ondergrond rekening moest gehouden worden voor de gekozen methodes en trajecten.

Zoals de bijzondere commissie bij haar opstart merkte, had ook Charles Picqué moeilijkheden bij het verzamelen van de documentatie van de regeringsbeslissingen. Hij engageerde zich bijkomende info aan de commissie over te maken die hij nog zou vinden.

Alarmen

Guy Vanhengel, Brussels minister van Begroting en Financiën tussen 2000 en 2019 met een korte uitstap naar de federale regering, wees erop dat het Metro 3-project niet de eerste uitbreiding van de metro was. "De verdere uitbreiding van de metro maakte steeds deel uit van het Brusselse politieke debat", verwees hij naar de uitbreiding naar Erasmus.

Hij somde ook andere kostelijke dossiers in verhouding tot het beschikbare budget van het Brussels Gewest op - de waterzuivering, Josaphat-tunnel, tunnels, ...
De Open VLD'er herinnerde er nog aan dat ook de verlenging naar Erasmus grotendeels met Belirismiddelen gefinancierd werd. In het Belirisfonds zit overigens nog 450 tot 500 miljoen euro waarop het Brussels Gewest beroep zou kunnen doen.

De spectaculaire stijging van de kosten voor Metro 3 liggen bij het traject Noordstation-Bordet, waar het budget steeg van 860 miljoen naar 3,1 miljard van eind 2020 tot eind 2024 door de te hoge offertes. Maar daarnaast liepen de kosten van het project op door bijkomende eisen van onder meer de gemeenten bij het ontwerpen van de stations.

Voor Vanhengel is het Metro 3-project te realiseren als er beroep wordt gedaan op andere financieringsbronnen zoals PPS, Beliris dat een aantal jaren jaarlijks de volledige 125 miljoen aan de metro zou besteden, de investeringsmiddelen voor mobiliteit bij MIVB en voor openbare werken, de EIB en de invoering van een stadstol.

De voormalige minister erkende nog "dat we bij Financiën wat meer alarmen hadden moeten installeren dan te vertrouwen op de specialisten van de MIVB en Beliris".