Photonews

| Het aantal hittegolven kan volgens het KMI tegen 2100 verdrievoudigen.

Opinie

Expert Simon De Muynck: 'Brussel is nauwelijks voorbereid op de extreme hitte’

02/07/2025

Een hittegolf treft niet iedereen in gelijke mate, schrijft onderzoeker Simon De Muynck. “Oversterfte treft ouderen, maar ook mensen die op straat leven of in onwaardige woningen, zijn extra kwetsbaar.”

Simon De Muynck

  • Master in Milieuwetenschappen en -beheer
  • Coördinator bij het Centre for Urban Ecology en onderzoeker (ULB–LoUIsE)

Het is warm in Brussel. En daar zullen we aan moeten wennen. We spreken van een hittegolf wanneer gedurende minstens vijf opeenvolgende dagen de maximumtemperatuur 25 °C of meer bedraagt, waarvan er minstens drie dagen een maximumtemperatuur van 30 °C of meer hebben. Uit het klimaatrapport van het Koninklijk Meteorologisch Instituut (KMI) van België blijkt dat, bij een ongewijzigd klimaattraject, het aantal hittegolven in het Brusselse stadscentrum tegen 2100 kan verdrievoudigen, de intensiteit ervan kan verdubbelen en de duur met vijftig procent kan toenemen. Met andere woorden: hittegolven worden de norm.

Eerste probleem: de blootstelling aan hittestress is zeer ongelijk verdeeld over het grondgebied van het Brussels gewest. De gemeenten en wijken van het hypercentrum en de eerste kroon zijn veel meer verstedelijkt en beschikken over minder groene ruimtes en vegetatie. De sociaaleconomisch meest kwetsbare bevolkingsgroepen die er wonen, zijn dus veel meer blootgesteld aan de hitte dan andere – een eerste vorm van milieuongelijkheid.

Extra kwetsbaar

Tweede probleem: hitte doodt. Onderzoek van Sciensano toont aan dat lange periodes van hitte (en de dagen erna) doorgaans gepaard gaan met oversterfte in alle gewesten van het land.

‘Hittegolven worden de norm’

Simon De Muynck

Coördinator Centre for Urban Ecology en onderzoeker (ULB–LoUIsE)

BRZ 20250702 1942 OPINIE Simon De Muynck

De geregistreerde oversterfte betreft vooral (maar niet uitsluitend) senioren. We spreken over enkele honderden mensen in België en een vijftigtal in de zomer van 2022. Maar er wordt minder gesproken over mensen die op straat leven, in onwaardige woningen verblijven of die op andere manieren extra kwetsbaar zijn voor hitte. Die groepen worden opvallend weinig bestudeerd in Brussel, maar ze hebben wel degelijk last van de gevolgen: ademhalingsproblemen, vermoeidheid, slaap van mindere kwaliteit, concentratieproblemen op het werk, op school ... De lijst is lang. En grotendeels onbekend.

Derde probleem: Brussel is nauwelijks voorbereid op de gevolgen van extreme hitte. Het vorige Brusselse regeerakkoord maakte gewag van enkele intenties om stedelijke wijken te vergroenen en reflecterende materialen te gebruiken, wat beter is dan niets, maar verre van voldoende. Het Brusselse regeerakkoord van deze legislatuur laat nog altijd op zich wachten. Het federale coalitieakkoord 2025-2029 wijdt 2,5 regels aan hittegolven: het stelt voor om te onderzoeken of federale gebouwen met airconditioning opengesteld kunnen worden voor het publiek, iets wat in steden als Parijs of Nantes al gebeurt.

Het nationaal ozon- en hitteplan bestaat gelukkig wel, maar treedt pas in werking wanneer beide problemen zich tegelijk voordoen (hitte en ozon) en lijkt zijn weg niet te vinden naar alle kwetsbare groepen die gevoelig zijn voor hoge temperaturen (daklozen, mensen in onwaardige woningen, enzovoort).

Zorgwekkende realiteit

Veel initiatieven om de stad aan te passen aan hittestress zijn stopgezet (Good Move, Renolution) of schieten schromelijk tekort (schoolstraten, vergroening van scholen, drinkwaterfonteinen, enzovoort). De verstedelijking van Brussel – de belangrijkste factor die bijdraagt aan de blootstelling aan hitte – neemt sinds de jaren 1950 lineair toe. In 1950 was nog geen kwart van het gewest ondoorlatend.

In 2022 is dat al meer dan de helft. En die cijfers verhullen een veel zorgwekkendere realiteit op gemeentelijk niveau: 90 procent van het grondgebied van Sint-Joost is ondoorlatend, 85 procent van Sint-Gillis, 78 procent van Schaarbeek, 77 procent van Elsene ... tegenover 19 procent van Bosvoorde, 34 procent van Oudergem, 37 procent van Ukkel of 45 procent van Sint-Pieters-Woluwe. Opnieuw zitten dus niet alle inwoners in hetzelfde schuitje, en zijn het vaak de armste mensen die de prijs betalen voor een klimaatontwrichting die op wereldschaal grotendeels veroorzaakt wordt door ... de rijkste mensen.

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni