Menu

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni
BRZ 20250910 1947 OPINIE SPOED ZIEKENHUIS

Shutterstock

| Luckas Vander Taelen belandde op de spoeddienst na een val: “Ik werd geparkeerd in een verlaten gang en was blijkbaar onzichtbaar geworden.”

Opinie

Luckas Vander Taelen over zijn heldag op spoed: ‘Gebrek aan empathie en Nederlands’

© BRUZZ
10/09/2025

Na een val met zijn fiets werd opiniemaker Luckas Vander Taelen afgevoerd naar het Sint-Pieterziekenhuis in Stad Brussel. Een ervaring die hem diep tekende: “Ik werd zowat gek.”

Luckas Vander Taelen

• auteur en opiniemaker

• woont al meer dan veertig jaar in Brussel

Ik ging onderuit met de fiets op de natte kasseien rond het Sint-Katelijneplein. Ik kon niet anders dan luid schreeuwen, want de pijn in mijn scheenbeen was enorm. Dat trok de aandacht van voorbijwandelende toeristen, die me bijstonden, mijn fiets veilig vastmaakten en een ambulance belden. Die was er snel. De eentalige ambulanciers zeiden me in het Frans dat ik kon kiezen tussen twee spoedafdelingen: die van het Sint-Jan- of het Sint-Pieterziekenhuis. Er dook ook meteen een patrouille op met twee agenten. Blijkbaar wordt de politie automatisch verwittigd bij elke oproep van een ambulance. De ook al eentalige agent legde me uit dat ze verplicht waren een proces-verbaal op te stellen, dat naar het parket gestuurd zou worden. Voor een ongeluk waar alleen ik bij betrokken was en er geen tegenpartij was. Tot mijn verbazing was hun eerste daad me onderwerpen aan een alcoholtest, die negatief was. Die was verplicht als gebruiker van de openbare weg.

De agenten zouden twee uur besteden aan de interventie en een totaal zinloos handgeschreven pv opstellen dat ik drie keer moest ondertekenen. Brusselse politici klagen over een gebrek aan politionele mankracht. Als je weet hoe vaak ambulances elke dag uitrijden, dan kom je gauw aan een grote groep agenten die nergens anders kan worden ingezet.

Het is niet omdat je met een ambulance aankomt op spoed dat je voorrang krijgt. De ambulancier had me uitgelegd dat dat enkel gold voor levensbedreigende situaties. Ik werd om 15 uur ingeschreven en er werden dadelijk radiografieën gemaakt van mijn been. Ik was onder de indruk van de efficiënte snelheid, toen nog …

“Ik had pijn. Ik moest urineren. Drie uur lang kwam er niemand vragen hoe het met me ging”

Luckas Vander Taelen

Auteur en opiniemaker

BRZ 20250910 1947 OPINIE Luckas Vander Taelen

Nadien werd ik geparkeerd in een verlaten gang. Boven mijn hoofd hing een horloge. Traag zag ik de tijd verstrijken. Personeel dat langskwam, negeerde me. Ik was onzichtbaar geworden. Na twee uur kon ik de aandacht trekken van een jonge verpleger. Die vertelde me, uiteraard in het Frans, dat ik een korte verdoving zou ondergaan in de intensivecare-unit. Dat kwam hij me nog een paar keer melden. Toen was het al 18 uur. Ik zou weldra aan de beurt zijn, was zijn blijde boodschap. Hij bracht me naar een kleine kamer om een katheter te plaatsen. Toen dat gebeurd was, liet hij me alleen. Op een bed zonder enige mogelijkheid met iemand te communiceren. Het alarmbelletje lag op een onbereikbare afstand ver achter mij. Het was 18 uur.

Ik had pijn. Ik moest urineren. Drie uur lang kwam niemand vragen hoe het met me ging. Ik begon te denken dat ze me vergeten waren. Ik werd zowat gek. Rond 21 uur was ik de wanhoop nabij en begon ik te schreeuwen om enige hulp te krijgen. Een verpleegster kwam, maar omdat ik enigszins uitzinnig schreeuwde dat ik niet begreep hoe het eraan toeging in dit hospitaal, dreigde ze ermee de security te bellen als ik niet zou kalmeren. Dat dat allemaal in het Frans gebeurde, hoef ik er niet bij te vertellen.

Uiteindelijk werd ik om 22 uur de intensive care binnengereden. Toen ik een half uur later wakker werd met een geplaasterd been, was ik weer helemaal alleen, met bedrading op mijn lichaam en tikkende machines rond mij. Het zou een uur duren voor de dokter langskwam met de mededeling dat ik naar huis mocht. Maar hij verdween even snel als hij gekomen was en weer was ik alleen.
Intussen was mijn vrouw erin geslaagd bij mij te komen. Zij zag dat het alarmbelletje weer handig op een onbereikbare plek was opgeborgen. Nadat ze er op geduwd had, daagde na een kwartier een verpleegster op.

Na middernacht stond ik met krukken op de stoep van de spoed, zo’n negen uur nadat ik er was aangekomen. Iedereen doet heel hard zijn best in Sint-Pieter, maar op de organisatie en de empathie met de patiënt valt helaas veel aan te merken.