De Brusselse bestuurstaalwet, die de taalwetgeving voor ambtenaren regelt, wordt nog steeds massaal met de voeten getreden. Dat blijkt uit het nieuwe jaarrapport 2024 van de Brusselse vice-gouverneur Jozef Ostyn. De besluiten tot schorsing van de vice-gouverneur leidden geen énkele keer tot een vernietigde beslissing.
Brusselse taalwet blijft dode letter: 2.180 besluiten tot schorsing niet opgevolgd
Als Brusselse gemeenten en OCMW's een ambtenaar benoemen, moeten ze dat dossier opsturen naar de Brusselse vice-gouverneur. Die moet nakijken of de taalwetgeving wordt gerespecteerd. Ambtenaren, op enkele uitzonderingen na, moeten volgens de taalwetten verplicht een attest hebben voor de andere landstaal. Nederlandstaligen moeten zo kunnen voorleggen dat ze Frans kunnen en omgekeerd, maar dat attest ontbreekt in het merendeel van de gevallen.
In totaal werden vorig jaar 3.639 benoemingen waarop de bestuurstaalwet van toepassing is (het gaat van vaste benoemingen en tewerkstellingen van onbepaalde duur tot promoties en aanstellingen van stagiairs) naar de vice-gouverneur gestuurd. Daaruit volgden maar liefst 2.180 zogenoemde schorsingsbesluiten.

© Saskia Vanderstichele
| Brusselse vice-gouverneur Jozef Ostyn.
Sterke stijging
Dat is iets minder dan in 2023 toen het om 2.315 besluiten ging, maar de voorbije jaren was een sterke stijging zichtbaar. In 2016 ging het nog 'maar' om 1.032 schorsingen.
Zoals in voorgaande jaren is er een groot verschil merkbaar naargelang het om statutaire of contractuele personeelsleden gaat. Van de statutaire personeelsleden was 67,5 procent van de benoemingen conform de bestuurstaalwetgeving. Bij de contractuele personeelsleden was dat slechts 7,9 procent.
Opvallend: de schorsingsbesluiten van de vice-gouverneur leidden in 2024 tot... 0 vernietigde beslissingen. Alle benoemingen konden dus gewoon doorgaan. De bevoegdheid tot vernietiging van een geschorste beslissing komt immers toe aan de Brusselse regering of het college van Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie en niet aan de vice-gouverneur.
Reactie minister van Werk Clerfayt
In een reactie aan BRUZZ verdedigt Brussels minister van Werk Bernard Clerfayt (Défi) de beslissing om onder bepaalde omstandigheden werknemers die het Nederlands onvoldoende blijken te spreken toch aan te nemen. Volgens hem worden veel OCMW’s en gemeenten namelijk geplaagd door een tekort aan tweetalig personeel.
“Er moeten verschillende belangen worden afgewogen: het respecteren van de taalwetgeving én het waarborgen van de continuïteit van de openbare dienstverlening. Daarom neem ik soms bewust geen annulatiebeslissing, om te voorkomen dat gemeenten of OCMW’s hun dienstverlening aan de bevolking moeten stopzetten”, zegt Clerfayt.
Daarnaast vraagt de minister zich luidop af hoe het komt dat er meer klachten en inbreuken zijn bij de lokale besturen dan bij de regionale instanties. “Dat verschil komt simpelweg door de verschillende taalregels. Als het model van tweetalige dienstverlening met eentalige ambtenaren bij de ministeries wél werkt, waarom zouden we dat efficiënte systeem dan niet ook toepassen op lokaal niveau, waar het nauwelijks tot klachten leidt?”, beantwoordt hij zijn eigen vraag.
'Achteruitgang'
Ostyn stelt dan weer vast dat slechts in 2 van de 19 gemeenten (Oudergem en Sint-Agatha-Berchem) en in 2 van de 19 OCMW’s (Ganshoren en Anderlecht) de leidinggevende functies paritair (met evenredige vertegenwoordiging in beide taalgroepen) zijn ingevuld. Die pariteit is nochtans wettelijk verplicht. “De situatie blijft op dit vlak dus verslechteren”, klinkt het.
In 11 gemeenten en 14 OCMW-besturen bedraagt het overwicht van één taalgroep in de leidinggevende functies ondertussen meer dan 75 procent. In 6 OCMW-besturen is het zelfs zo dat één taalgroep helemaal niet meer vertegenwoordigd is in de leidinggevende functies.
“De bestuurstaalwetgeving blijft de ruggengraat en de maatstaf van de Brusselse tweetaligheid", concludeert Ostyn droogjes. "Globaal kan evenwel besloten worden dat de naleving ervan in de Brusselse lokale besturen zeer problematisch blijft, en in een aantal belangrijke aspecten zelfs verder achteruitgaat. Alle betrokken overheden zullen sterkere en structurele inspanningen moeten leveren om te komen tot een integrale en correcte toepassing van de wetgeving."
"De gewestregering moet het toezicht over de lokale besturen strikter uitoefenen."
Parlementslid (CD&V)

Daarvoor doet parlementslid Benjamin Dalle (CD&V) vrijdag al enkele aanbevelingen. Volgens hem moeten de gewestregering en de GGC hun toezicht over de lokale besturen strikter uitoefenen en geschorste aanwervingen vernietigen.
"Daarnaast zijn extra maatregelen nodig om Nederlandskundige kandidaten toe te leiden naar vacatures bij de gemeenten en OCMW's. Personeelsleden die vandaag niet over het vereiste taalniveau beschikken, dienen taalopleidingen te volgen, gekoppeld aan het behalen van tests." Tot slot stelt Dalle voor om alle laatstejaars secundair de mogelijkheid te bieden om een gratis test af te leggen. "Wie slaagt, krijgt meteen een taalbrevet dat deuren opent bij overheid en bedrijfsleven."
Lees meer over: Brussel , Samenleving , taalwet , bestuurstaalwet , taalwetgeving , benoemingen , ambtenaren
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.