Het publieke debat wordt vandaag vaak als hard en onaangenaam ervaren. Met zijn boek 'De waarheid heeft vier gezichten' schreef de Brusselse filosoof Simon Truwant een handleiding om constructief met elkaar in gesprek te gaan. “In de discussie rond Good Move volstond het niet om alleen de harde feiten te geven.”
©
Ivan Put
| Filosoof Simon Truwant: 'Standpunten worden radicaler, en beide kampen zien de ander als extreem. Zo ontstaat een opbod van radicaliteit, maar niemand wordt er wijzer van'.
Lees ook: Enquête actiegroep: ’Meeste Brusselaars willen minder autoverkeer in dichtbevolkte wijken’
Bio Simon Truwant
- Geboren in Brugge in 1987
- Woont vandaag in Jette
- Studeerde filosofie aan de KU Leuven
- Doctor in de filosofie
- Cultuurfilosoof en ethicus
Praten over maatschappelijke thema’s is vaak moeilijk. Families mijden gesprekken over politiek, vrienden raken verdeeld, en online ontsporen discussies vaak in scheldpartijen. Het gevolg is dat veel mensen uitgekeken raken op de manier waarop we met elkaar discussiëren. Met zijn nieuwe boek wil filosoof en Brusselaar Simon Truwant daar verandering in brengen. Het biedt een leidraad voor constructieve discussies. Een kader van vier niveaus waarop we discussiëren - feitelijk, ideologisch, pragmatisch en existentieel – kan daarbij helpen om niet vast te lopen in eindeloze welles-nietesgesprekken, maar te schakelen naar de laag waar we wel verder raken.
“Het doel is niet om vast te leggen wie de waarheid in pacht heeft,” zegt de auteur. Wat volgens hem telt, is niet de vraag wie gelijk heeft, maar eerst en vooral of iemand waarachtig deelneemt aan een debat.
U maakt een onderscheid tussen waarheid en waarachtigheid. Waarom is dat volgens u zo belangrijk?
Simon Truwant: Als ik een boek over ‘waarheid’ zou schrijven, volgt er automatisch een inhoudelijke discussie over wie gelijk heeft. Dat is niet de bedoeling van mijn boek. Mijn boek wil onderzoeken hoe we betere, productievere en respectvollere publieke debatten kunnen voeren. Dan is niet waarheid in de klassieke zin belangrijk, maar waarachtigheid.
Wat bedoelt u met waarachtigheid?
Truwant: Accuraat proberen te zijn, zeggen wat we echt denken, en oprecht de werkelijkheid en onze intenties proberen weer te geven. Misschien zegt je gesprekspartner iets waar je het niet mee eens bent of dat feitelijk onjuist is, maar merk je toch dat die persoon niet doelbewust onzin vertelt, en dat die wel een waarheid probeert te formuleren.
U schrijft dat het publieke debat vaak hard is. Onlangs zagen we dat nog bij de moord op Charlie Kirk in de Verenigde Staten. Moeten we daar in Europa ook voor vrezen?
Truwant: De samenleving in de VS is gewelddadiger dan bij ons, en er is dat specifieke probleem van wapenbezit. Datzelfde niveau van geweld verwacht ik niet meteen hier. Wel zien we dat de gewelddadige retoriek van iemand als Kirk altijd meer wordt genormaliseerd.
Dat Kirk ineens wordt neergezet als symbool van open debat is absurd. Hij ging in discussie met mensen aan de andere kant van het politieke spectrum en bracht, zo wordt gezegd, de civiele waarde van democratische discussie terug. Net die man wordt dan vermoord. Uiteraard ben ik tegen aanslagen, maar de schets die nu van hem gemaakt wordt, herken ik helemaal niet.
©
Ivan Put
| Filosoof Simon Truwant: 'Dat Charlie Kirk ineens wordt neergezet als symbool van open debat is absurd'.
Waarom niet?
Truwant: Hij vertrok altijd vanuit radicale stellingen en zocht zo radicale tegenstanders. Dat leverde keiharde confrontaties op, zelden met aandacht voor wat het concreet voor mensen betekent. Daarbij verspreidde hij geregeld desinformatie en deed hij haatdragende uitspraken over migranten, trans personen en holebi’s.
Filmpjes met titels als ‘Where I destroyed a leftist student’ tonen hoe het vooral ging om anderen belachelijk te maken en de discussie te ‘winnen’. Zulke formats kunnen entertainend zijn, maar er verandert zelden iemand van mening. Het debat wordt alleen maar harder.
Hoe ziet zo’n vruchtbaar publiek debat er dan wel uit?
Truwant: Het gaat erom dat je elkaar, maar ook jezelf beter probeert te begrijpen. Het gaat niet alleen om feitelijke argumenten, je kunt ook emotionele, persoonlijke ervaringen gebruiken, als je dat op een eerlijke manier doet. Je moet je gesprekspartner als individu zien, en die niet reduceren tot een ideologisch standpunt.
Dat ontbreekt vandaag vaak. Standpunten worden radicaler, en beide kampen zien de ander als extreem. Zo ontstaat een opbod van radicaliteit, maar niemand wordt er wijzer van.
'Van individuen moeten we niet eisen dat ze over alles een mening hebben'
Hoe doorbreek je dat?
Truwant: We botsen vaak op de grenzen van een feitelijke of ideologische discussie. En dan blijven we doorduwen, waardoor we elkaar steeds minder begrijpen en steeds fouter vinden. Terwijl het nuttiger zou zijn om te schakelen naar een ander soort discussie.
Ik maak daarbij onderscheid tussen vier niveaus of vier gezichten van de waarheid. Je kunt een gesprek feitelijk voeren, met cijfers en data. Je kunt het ideologisch voeren, vanuit een bepaald wereld- of mensbeeld. Maar je kunt het ook pragmatisch benaderen: werkt dit in de praktijk, wat zijn de gevolgen? En tot slot kun je het existentieel voeren: wat betekent dit voor mij? Als je vastloopt op één niveau, kan het helpen te verschuiven naar een ander. Dan open je ruimte om elkaar opnieuw te begrijpen, zonder dat je het per se eens hoeft te worden.
Kunt u dat concreet maken? Bijvoorbeeld bij Good Move, waar voor- en tegenstanders lijnrecht tegenover elkaar stonden en nauwelijks nog met elkaar spraken. Hoe raak je uit zo’n discussie?
Truwant: Als je dat alleen op feitelijk niveau benadert, met abstracte cijfers of verkeersmodellen, bots je snel op weerstand. Daarom moet je ook op andere niveaus spreken. Ideologisch: welk stadsbeeld willen we eigenlijk? Pragmatisch: hoe werkt dit in de praktijk, in de wijken zelf? En tegelijk moet je erkenning geven: ik begrijp dat het voor jullie lastig is, dat jullie andere noden hebben.
Het volstaat niet om alleen de harde feiten te geven. Je moet ook een verhaal vertellen over de stad, en de conflicterende behoeftes serieus nemen. Dat is de enige manier om zo’n gesprek vooruit te helpen. En dat is misschien te weinig gebeurd.
©
Ivan Put
| Filosoof Simon Truwant: 'Het heeft geen zin om feitelijke claims te doen als je daar geen expertise over hebt. Toch kun je ook zonder alle historische kennis praten over de ethische kant van Gaza'.
Primeren feiten dan nooit?
Truwant: In sommige debatten moeten feiten centraal staan. Denk aan corona, dat in de eerste plaats een medisch probleem was, maar vaak zijn feiten niet het enige, en soms zelfs niet het belangrijkste. Politieke en maatschappelijke discussies draaien meestal om waarden, normen en wereldbeelden. Een socialist vindt het socialisme ‘waar’, een Vlaams-nationalist ziet nationalisme als de juiste weg. Feiten moeten het debat informeren, maar ze lossen het niet op.
U noemt de coronacrisis als kantelpunt naar een moeilijker publiek debat.
Truwant: Klopt. Tijdens de coronacrisis zijn veel mensen het geloof verloren dat je nog respectvol en productief met elkaar in discussie kunt gaan. Discussies die vroeger misschien fel, maar beleefd waren, veranderden plots in ruzies waar je niet meer uit raakte. Vriendschappen zijn stukgegaan, families konden niet meer met elkaar praten.
Ook sociale media verharden mee het debat. Zou het beter zijn mochten die niet bestaan?
Truwant: Dat zou ik niet zeggen. Het klopt dat sociale media het debat verharden: de algoritmes belonen de felste standpunten, want dat houdt mensen langer op het platform. Daardoor worden meningen scherper en polarisatie groter. Tegelijk hebben sociale media een democratiserende kant.
Vroeger lag de macht bij de klassieke poortwachters van het publieke debat: journalisten, politici, wetenschappers. Zij bepaalden welke thema’s besproken werden en binnen welke grenzen. Nu krijgen ook stemmen die vroeger nauwelijks gehoord werden een platform. Mensen met nieuwe perspectieven of ervaringen kunnen hun verhaal delen, ook als ze geen toegang hebben tot de klassieke media. Dat verrijkt het publieke debat.
Moet een expert niet meer gewicht krijgen als het over een wetenschappelijke discussie gaat, zoals corona?
Truwant: Uiteraard. Je kunt een expert en een bezorgde burger niet zomaar laten debatteren over de feiten. Een avond googelen weegt niet op tegen jaren onderzoek. Al kun je wel ideologisch of pragmatisch reageren: misschien klopt de wetenschap, maar past het verhaal niet in mijn wereldbeeld, of denk ik dat het in de praktijk niet werkt. Dan krijg je een zinvolle discussie, zonder de expertise zelf te ondermijnen.
U vindt dat we niet overal een mening over moeten hebben. We hebben nood aan meninghygiëne. Wat is dat precies?
Truwant: We moeten zorgvuldiger omgaan met onze meningen. Je hoeft niet overal een mening over te hebben, als je er weinig kennis over hebt. Dat heb ik bij kernenergie, ook al is dat een belangrijk thema.
Dat wil niet zeggen dat je er geen mening over mag vormen, maar wees dan duidelijk hoe onzeker die is. Vandaag worden ze vaak heel stellig geformuleerd, bijna met de pretentie van feiten. Dat leidt weer tot botsingen. Terwijl je gerust kan zeggen: dit is mijn mening, maar ik weet er niet alles van, of ik kan me vergissen. Dan wordt je mening geen eindpunt, maar een uitnodiging tot gesprek. Dan kan de ander erop reageren en kan jij je standpunt eventueel bijstellen.
'Politici weigeren bijna altijd toe te geven dat ze een fout maakten. Ze passen hun standpunt soms wel aan, maar zeggen nooit: we hadden het mis'
Er zijn thema’s waar wel verwacht wordt dat iedereen een standpunt inneemt. Gaza bijvoorbeeld. Kun je je daar geen mening over permitteren?
Truwant: Over Gaza ligt dat moeilijker. Daar is een duidelijke ethische component. Het heeft geen zin om feitelijke claims te doen als je daar geen expertise over hebt. Toch kun je ook zonder alle historische kennis praten over de ethische kant: het gaat om mensenlevens, om lijden, om morele keuzes.
Van individuen moeten we niet eisen dat ze over alles een mening hebben. Van politici of maatschappelijke instellingen kan dat wel. Zij hebben een rol en mogen aangesproken worden op hun positie.
Over politici gesproken: daar lijkt het ook moeilijk te zijn om constructieve gesprekken te voeren.
Truwant: Absoluut. Politici weigeren bijna altijd toe te geven dat ze een fout maakten. Ze passen hun standpunt soms wel aan, maar zeggen nooit: we hadden het mis. Terwijl net dat vertrouwen kan wekken. Leg uit waarom je ooit een bepaald standpunt innam, en waarom je het nu anders ziet, door ontdekking van nieuwe feiten, pragmatisch inzicht of gewijzigde belevenis. Toch durft bijna geen enkele politicus dat, uit vrees dat de kiezers hen dan inconsistent vinden.
Maakt dat de regeringsvorming zo moeilijk?
Truwant: Ja. Partijen nemen harde principiële standpunten in – bijvoorbeeld: we regeren alleen onder die voorwaarden – en dan kunnen ze daar niet meer onderuit. Dat maakt regeringsvorming bijna onmogelijk. Veel burgers ergeren zich eraan. Politici handelen vaak puur vanuit electorale overwegingen, terwijl het electoraat daar net heel ongelukkig mee is.
Ook burgers dragen echter verantwoordelijkheid. We jagen politici soms zelf in de hoek door elke bocht of koerswijziging meteen af te straffen als hypocrisie. Er loopt veel mis in de politiek, maar het zou ook helpen om minder te veroordelen.
Simon Truwant,
De waarheid heeft vier gezichten,
Uitgeverij Houtekiet,
328 pagina’s,
24,99 euro
Lees meer over: Brussel , Samenleving , polarisatie , Simon Truwant , filosofie , Good Move
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.