Vier gezinnen die op straat slapen in Brussel klagen minister Van Bossuyt aan

Een viertal gezinnen dat op straat slaapt in Brussel, klaagt minister van Asiel en Migratie Anneleen Van Bossuyt (N-VA) aan vanwege een schending van de eigen wetgeving. De systematische weigering van de opvang van asielzoekers die elders bescherming genieten, druist in tegen de wet. Dat melden de gezinnen donderdag aan persagentschap Belga.

Deze gezinnen behoren tot de gezinnen met kinderen die sinds 4 augustus op straat slapen, een gevolg van de wetgeving uit juni en de beslissing van de federale regering. "Het gevolg is dat sinds 4 augustus gezinnen met minderjarige kinderen en baby's gedwongen worden op straat te slapen - ondanks hun kwetsbaarheid en in flagrante schending van het belang van deze kinderen."

Ondanks het gegeven dat de arbeidsrechtbank van Brussel ondertussen meermaals heeft geoordeeld dat Fedasil rekening moet houden met de specifieke omstandigheden van de betrokken gezinnen en de dienst heeft bevolen om hen alsnog opvang aan te bieden, weigert Fedasil de beslissing uit te voeren. Dit ondanks eventuele dwangsommen die zullen volgen als gevolg van de niet-uitgevoerde beslissing.

De betrokken gezinnen zouden door Fedasil op de hoogte gebracht zijn van deze niet-uitvoering van het rechterlijke bevel en medegedeeld hebben gekregen dat "op verzoek van de minister van Asiel en Migratie aan Fedasil het agentschap uw cliënten echter niet alleen op deze basis kan uitnodigen om opnieuw in het opvangnetwerk te worden opgenomen".

'In strijd met internationale verplichtingen'

De gezinnen beroepen zich op een strafbaar feit om klacht in te dienen, namelijk de onmenselijke of vernederende behandeling, of minstens het schuldig verzuim om hulp te verlenen aan personen in gevaar.

"Door een weloverwogen, geplande en expliciete actie onderwerpt de minister mensen vrijwillig aan onmenselijke of op zijn minst vernederende behandelingen, in strijd met de internationale verplichtingen van België. Door haar handelen dwingt zij deze gezinnen om op straat te leven, in totale armoede, zonder zorg of voedsel", zo menen ze.

Verder beroepen de gezinnen zich nog op "een willekeurige handeling" van de minister, "wat eveneens strafbaar is". "Het kabinet van de minister heeft Fedasil immers uitdrukkelijk opgedragen om uitvoerbare rechtelijke beslissingen niet uit te voeren."