Quintin plaatst vraagtekens bij ontbreken bovenzonale ‘Gold Commander’ rond bekerfinale

Bij de finale van de Beker van België voetbal, twee weken geleden, was er geen "Gold Commander" aangeduid om het optreden van de politiediensten te coördineren. Dat heeft minister van Binnenlandse Zaken Bernard Quintin (MR) donderdag opgemerkt in de Kamer. De ordediensten hebben zo snel als ze konden gereageerd op het terrein, stelde hij, maar "hoe was de dag verlopen mocht er wel zo'n bevelhebber geweest zijn?"

De minister werd donderdag in het parlement door een handvol fracties geïnterpelleerd over de rellen in de marge van de beker van België, maar ook daags nadien, in Brussel. De geweldfeiten waren "onaanvaardbaar", aldus Quintin. En die op de dag van de voetbalwedstrijd "hadden een duidelijk racistisch karakter".

De minister merkte op dat de omvang van de wedstrijd, met zowat 40.000 supporters, een aangepast politioneel dispositief vereist. "We moeten vaststellen dat niet alles optimaal is verlopen op de dag van de wedstrijd, om het met een understatement te zeggen. Ik heb daarom een evaluatierapport gevraagd van het dispositief dat op 4 mei is ingezet, maar heb dat nog niet ontvangen."

Vrijheid van verkeer

In elk geval stelt de minister zich vragen bij de afwezigheid van een Gold Commander - iemand die alle agenten aanstuurt. "Volgens de informatie waar ik over beschik, lijkt het erop dat de ordetroepen op het terrein in Sint-Jans-Molenbeek en Jette zo snel mogelijk hebben gereageerd. Maar we kunnen legitiem de vraag stellen hoe het zou gelopen zijn mocht er een bovenzonale Gold Commander zijn geweest, zoals sommige Brusselse conventies voorzien."

De minister bevestigde ook dat er voorafgaandelijk overleg is geweest tussen de korpsen uit Brussel en Brugge. "Er waren spotters die de supporters begeleidden. Het lijkt er evenwel op dat de voorziene capaciteit tussen de politiezones niet voldoende was toen de supporters het metrostation Sint-Katelijne verlieten. Ik wil dat hieruit lessen worden getrokken", aldus Quintin.

Hij waarschuwde tot slot dat je niet zomaar kan verbieden dat bepaalde supporters naar de hoofdstad afzakken. Er geldt immers zoiets als de vrijheid van verkeer. "Wat belet een Bruggeling naar Brussel te komen? Wie zegt dat die mensen een verbod hebben zich in de omgeving van het stadion te begeven? Let op met simplismen die uit opportunisme de basis van onze rechtstaat ondermijnen", luidde het.