Standard and Poor’s verlaagt rating van Brussels Gewest

Het Amerikaans bureau Standard and Poor's heeft de nieuwe rating bekend gemaakt voor het Brussels Gewest. Die gaat van A+ naar A met negatieve outlook.

De ratingverlaging was verwacht. Vorig jaar in maart ging de rating al beneden, van AA- naar A+, op een schaal die gaat van AAA tot D. De Brusselse regering had toen beloofd om de schuldratio onder de 210 procent te houden en een begrotingstraject te volgen om het structureel tekort van anderhalf miljard op termijn weg te werken.

Maar omdat er nog altijd geen regering is, en er met voorlopige twaalfden moet worden gewerkt, is er geen werk gemaakt van saneringen.

Standard and Poor's verlaagt nu de rating van A+ naar A, met negatieve outlook. Daarbij schat het bureau het Brussels Gewest wel nog als 'investeringswaardig' in. Een A-rating wijst op "een sterke capaciteit om zijn financiële verplichtingen na te komen", maar wil ook zeggen dat S&P inschat dat Brussel enigszins kwetsbaar is voor economische veranderingen.

Volgens het ratingsbureau is "het tekort op de begroting en de schuldgraad hoger dan verwacht". Ze vreest dat het tekort voor 2027 niet weggewerkt zal zijn en dat de schulden daardoor nog zullen toenemen. Daarnaast gelooft Standard and Poor's dat de "de politieke versnippering bijdraagt aan de onzekerheid over het vermogen van het gewest om de begrotingstekorten aan te pakken."

De ratingverlaging heeft mogelijk een effect op de rentetarieven. Omdat de kredietwaardigheid van het Brussels Gewest pluimen verliest, zullen banken mogelijk hogere rentes vragen.

De komende dagen zal het Brussels agentschap voor de schuld de situatie verder moeten analyseren.

'Collectieve verantwoordelijkheid'

“Een geloofwaardig toekomstperspectief kan enkel worden geboden door een volwaardige nieuwe regering met een hervormde begroting en een geloofwaardig pad naar evenwicht,” aldus minister van begroting Sven Gatz (Open VLD) in een eerste reactie. “Aangezien de outlook negatief is, maakt de noodzaak aan een nieuwe regeringsploeg des te dringender.”

Volgens Gatz kan de verlaging niet enkel toegeschreven worden aan de regering in lopende zaken. "De bijna kamerbrede stemming door het Brussels parlement in december 2024 voor een verhoging van de middelen voor de renovatiepremies Renolution als extra uitgave, wordt beschouwd als een verkeerd signaal. Hierdoor is de kredietverlaging een collectieve verantwoordelijkheid geworden van zowel regering als parlement."

Hogere rentes

"Hoewel S&P de liquiditeit en economische situatie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest nog steeds positief beoordeelt, zijn de zorgen over de financiële stabiliteit aanzienlijk. (...) Brussel zal moeilijker financiële partners vinden op de kredietmarkt en hogere rentes moeten betalen," aldus Gatz.

"We moeten ook hervormingen blijven voorbereiden die het mogelijk zullen maken om de begroting op langere termijn onder controle te houden", voegt ontslagnemend Brussels minister-president Rudi Vervoort (PS) toe. "Daar werken we aan."

Op korte termijn blijven de gevolgen volgens Gatz wel beperkt omdat er sinds begin januari 2025 al een aanzienlijk volume aan langetermijnfinanciering is afgesloten (1,4 miljard) tegen een vaste rentevoet.