Culinair Ontdekt: Maitrank

Nick Trachet
© Brussel Deze Week
25/05/2006
Neen, het is nog niet te laat. De lente is in volle was en zopas hebben ze in Aarlen het feest van de maitrank gevierd. Hoog tijd voor een experiment met dit bedwelmende drankje!

Wij leerden op school dat er in ons land wijnbouw was tot de sansculotten hier alle wijnstokken rooiden, zo rond 1790. Om hun eigen Franse wijngaarden te beschermen, heette dat. Dat zal wel waar zijn. Maar het is ook een feit dat ons klimaat zich nooit echt leende tot het verbouwen der wijnstok. Vandaag warmt ons landje weer op en gaan we misschien terug naar een klimaat als in de middeleeuwen. Hier en daar begint men aarzelend opnieuw wat spätburgunder of müller-thurgau te planten. Maar opnieuw: het was hier nooit een groots wijngebied. In het Brugge van de veertiende eeuw importeerde men liever wijn via de zee uit Bordeaux en via de Maas uit Bourgondië.

Wijn maken werd pas wetenschap rond 1850, toen Louis Pasteur zich ermee ging bemoeien. Voordien deden ze maar wat, en ze noemden dat traditie. Er moet indertijd veel slechte wijn zijn verkocht. De lokale 'konijnenwijn' werd door de kleine burgerij gedronken: zerpe, schimmelende, waterige wijnen, waarbij men moest ingrijpen om ze drinkbaar te maken. Een van die trucs was de toost. De naam toost of toast (voor 'heildronk') is afkomstig van het stuk zwartgeroosterd brood dat in de wijn werd geweekt om die te verbeteren. Net alsof je vandaag een pakje Norit in je glas zou gieten om niet te worden vergiftigd. Dat brood werd dan aangeboden aan de gast op wie men 'toostte'. Honing was een ander lapmiddel, en vandaag kappen de meeste wijnboeren al aan de basis suiker bij de gistende wijn. Verder kookte men wijn in en bracht men hem op smaak met specerijen (hypocras, glühwein) of liet men hem trekken met zoete kruiden. Op die manier ontstond de maitrank.

Deze typische drank wordt gedomineerd door de geur van het kruid met waarschijnlijk de langste naam uit de Nederlandse flora: het onzelievevrouwebedstro (Asperula odorata). Het is een plantje van de walstrofamilie (Rubiaceae), dat in de schaduw groeit. Een bosplantje dat zich alleraardigst aan de stad weet aan te passen. Het gedijt onder hagen en in de donkerste beluiken en koertjes, waar het zijn lieflijke geur verspreidt. Nu, eind mei, komen er al witte bloempjes op. De traditie gebiedt dat je de takjes oogst net voor ze bloeien. Dan zijn ze het geurigst. Nu dus. Het kruid ruikt eerst grassig en pas later, naarmate het verlept, wordt het zoeter. In Duitsland wordt de Waldmeister, zoals het plantje daar heet, vaker gebruikt. Daar vind je zelfs onzelievevrouwebedstrostroop (mooi woord, hé) in elke supermarkt. Men maakt er trilpuddingen mee en in Berlijn mengt men het in tarwebier (Radler).

Onzelievevrouwebedstro
De oudste vermelding van wijn met onzelievevrouwebedstro zou uit een abdij in Prüm in Duitsland komen en dateert uit de tijd van Karel de Grote (840). Het gebruik verspreidde zich over Duitsland en de Lage Landen, maar verdween grotendeels weer. Enkel rond Luxemburg is het nog echt populair. Hoeveel miliciens zijn er indertijd niet van legerdienst teruggekeerd met een kater zo hoog als de Eiffel, nadat ze dit goedje rond de kazernes van de Belgische strijdkrachten hadden leren kennen? Zij zullen u allemaal aanraden maitrank met mate te gebruiken. Aarlen heeft er een confrérie aan gewijd en claimt de titel van hoofdstad van de maitrank.

Hier gaan we: plunder een parkje of tuintje waar onzelievevrouwebedstro groeit. In de winkel kun je dit toch niet vinden. We hebben zeker vijftien takjes nodig van een centimeter of tien, vijftien, geplukt net voor het bloeien. Even spoelen en laten uitdruppen. Neem een liter eenvoudige Luxemburgse wijn. Andere witte kan ook, maar dit is een fun drink: ernstige wijnen dienen zich te onthouden. Kies droge, er gaat zo al genoeg suiker bij.

Neem een ruime (water)kan waar alles in kan rusten. Giet de wijn in de kan, doe er zes (6!) klontjes suiker bij en de vijftien takjes onzelievevrouwebedstro. Schrob een appelsien onder de kraan, snij kont en kop weg en snij dan in dunne schijfjes. Haal de pitjes eruit en doe de appelsienschijfjes (met schil) bij de wijn.

Zelf vond ik het hier al interessant genoeg, dus heb ik geen verdere ingrediënten toegevoegd. Zo slecht was mijn wijn nu ook weer niet. Ieder Aarlens café moet zowat zijn geheime recept hebben, en andere ingrediënten die je vaak terugvindt, zijn: een borrelglas cognac, een wijnglas witte porto, een kaneelstokje, zwartebessenblaadjes. Dit zal de drank natuurlijk sterker maken of de bewaarbaarheid verbeteren, maar ik probeerde het zo eenvoudig mogelijk te houden, met respect voor de (nu ja) wijn en het kruid.

Zet het mengsel drie nachten weg op een koele plek. Filter het vocht door een zeef in een schone fles, maar pers de appelsienschijfjes niet uit, het vocht zou troebel worden. Serveer goed koud in een glas met een schijfje appelsien op de rand. Voor kinderen kan onzelievevrouwebedstro ook in appelsap trekken. Smakelijk.

Culinair Ontdekt met Nick Trachet

Nick Trachet weet wat lekker is en is niet te beroerd die kennis te delen. Van appel tot zeemonster, wekelijks.

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Culinair Ontdekt met Nick Trachet

Lees ook

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni