Interview

Voorzitter Stripmuseum: ‘De luiaard in mij had misschien liever nee gezegd’

Kurt Snoekx
© BRUZZ
25/08/2022

| Pieter De Poortere, voorzitter vzw Stripmuseum.

Corona bracht het Belgisch Stripcentrum aan het wankelen. Bezoekersaantallen slonken drastisch, een derde van het personeel moest weg en de broodnodige vernieuwingsoperatie van het wat vermolmde instituut werd genadeloos gekortwiekt. Maar kijk, stilaan krijgt de toekomst vorm. Sinds juni met Pieter De Poortere, schepper van stripantiheld Boerke, in de voorzittersstoel van de vzw.

Pieter ‘Boerke’ De Poortere wordt voorzitter van het Stripmuseum Laat die koffietas maar staan, hoor, mijn personeel ruimt wel op,” lacht Pieter De Poortere in een vergaderzaaltje diep in het Belgisch Stripcentrum. De minzame, in het Meetjesland getogen Gentse stripmaker, die op zijn zevende al wist dat hij strips zou gaan maken en intussen is uitgegroeid tot een internationaal fenomeen, meent het niet, natuurlijk, maar ergens schuilt er in die plaagstoot wel een kern van waarheid. Want sinds eind juni is Pieter De Poortere hier ook bekend als ‘meneer de voorzitter’. Of: eindbaas van Horta’s 116 jaar oude art-nouveauvisioen in de Zandstraat, dat al 33 jaar een rol speelt als tempel voor het wereldvermaarde Belgische beeldverhaal. Het is een titel die past bij liefdevol engagement van een positieve geest. Well played van de man die al 21 jaar lang het genadeloze geestelijke vaderschap claimt over Boerke, zijn zwijgzame, noodlottig doortastende antiheld, die hij aan een waaier van worstcasescenario’s onderwerpt. En dat in een kakofonie aan talen, en behalve in boek- en cartoonvorm ook in een gelauwerde animatieserie op Adult Swim en Canvas.

"Ik zat al een jaar of vijf in het bestuur van het Stripcentrum, dus ik heb van dichtbij kunnen volgen hoe het in zijn werk gaat. En ik ben een optimist, ik zie dit project crescendo gaan"

Pieter De Poortere, voorzitter Stripmuseum

Pieter De Poortere, voorzitter vzw Stripmuseum

En dan kreeg je enkele jaren geleden ook je eigen auditorium in het Stripmuseum. Hier weten ze dus wel wie ze in huis halen. Weet jij ook waar je aan begint?
Pieter De Poortere: Ik heb getwijfeld, natuurlijk. ‘Voorzitter’ is een groot woord, met verantwoordelijkheden die je angst kunnen inboezemen. Maar ik zat wel al een jaar of vijf in het bestuur van het Stripcentrum, dus ik heb van dichtbij kunnen volgen hoe het in zijn werk gaat. En ik ben een optimist, ik zie dit project crescendo gaan.

Wat heeft je over de streep gehaald?
De Poortere: De menselijke toets. Het was Ferry (Van Vosselen, red.), mijn lesgever aan Sint-Lucas en voorganger als voorzitter van het Stripcentrum, die het me vroeg. Zijn vraag kwam op een goed moment. Op een moment dat ik zelf ook wel inzie dat ik iets te vertellen heb. Ik heb nogal de neiging om diep vanbinnen de persoon te blijven die ik twintig jaar geleden was: de jongen die graag alleen op zijn kamer verhaaltjes zonder woorden vertelt. Ik ben geen tafelspringer of roeper, en de luiaard in mij had misschien liever nee gezegd. Maar vorig jaar drong het beangstigende besef door dat ik zowat alle doelen had bereikt die ik mezelf ooit had gesteld. Ik zal niet zeggen dat het tijd werd om iets terug te geven, het hoeft niet melig te worden, maar mijn ervaringen kunnen misschien wel anderen helpen. Er schuilt kracht in dialoog. Na twee decennia solitaire arbeid ben ik daar wel achter.

Pieter De Poortere, voorzitter vzw Stripmuseum

| Meneer de voorzitter in ‘zijn’ Stripmuseum: “Deze plek loopt over van het potentieel om uit te groeien tot een levendige thuis, voor toeristen én Brusselaars.”

Dat je vertrouwd bent met Brussel bleek uit je zoekprentenboek Renée, waarin je je liefde betuigt voor de stad van Magritte.
De Poortere: Magritte is een van mijn oude helden en deel van die grote Belgische traditie van absurditeit en surrealisme waarin Boerke zich inschrijft. In mijn jonge jaren kopieerde ik vaak zijn doeken met aquarelverf. Ik vind het tof als een project geen totale fictie is en aanknoopt bij het persoonlijke, zoals bij die liefde voor Magritte. Of voor Brussel. Ik heb nooit in de stad gewoond, maar ik ben hier wel altijd veel geweest. In het Stripmuseum moet ik al in de eerste jaren hebben rondgelopen. Ergens voelt het hier altijd heel vertrouwd en tóch kijk ik me elke keer de ogen uit. Dat is de verwondering die Caroline Pauwels zo koesterde. Voor mij is alles bijzonder.

Renée is thuis in de stad. Boerke ontsproot aan het zo uit Jommeke geplukte Zomergem, waar jij bent opgegroeid.
De Poortere: Nu heet het Lievegem, nog méér Jommeke. (Lacht) Maar die plek is heel bepalend geweest, ja. Ik was bij de KLJ en speelde in de velden tussen de koeien. Met mijn vader, die me met zijn enorme collectie in de strip heeft ingewijd, ging ik vaak in de natuur tekenen en schilderen. We bezochten expo’s van de Latemse school, het Museum van Deinze en de Leiestreek waar werk hing van Emile Claus, Gustave Van de Woestyne en Permeke, schilders die het platteland verheerlijkten en terug wilden naar de bron. Boerke, zowat het archetype van de wantrouwige boer, is een mix van en een parodie op al die dingen. Al is hij vandaag niet meer alleen een boer, maar alles wat denkbaar is.

1809 BOERKE pieterdepoortere7

| Behalve in boeken en een animatieserie zaait Boerke ook chaos in het Pieter De Poortereauditorium in het Stripmuseum.

Als hij maar chaos zaait. Boerke drop je genadeloos in worstcasescenario’s die hem tot eindeloos falen bewegen.
De Poortere: Ik kan gewoon niet anders dan de dingen in het belachelijke trekken, ik zie altijd onmiddellijk wat er fout kan gaan. En ik heb moeite, of toch gehad, om mezelf serieus te nemen, ja. De allereerste strip die ik maakte, heette niet toevallig Pieter Pech. (Lacht) Maar eigenlijk contrasteert mijn persoonlijkheid vrij hard met die van Boerke. Boerke is een soort alien die in een onverstaanbare wereld terechtkomt en altijd het zieligst denkbare meemaakt. Maar hij is ook herkenbaar, supermenselijk, iemand om te onthalen op een grijns én een ‘Ochere toch!’ Terwijl ik, als ik afga op de reacties, redelijk saai en stabiel ben. (Lacht)

Een fundament om op te bouwen, moeten ze in de Zandstraat hebben gedacht. Zie jij het Belgisch Stripcentrum ook zo?
De Poortere: Zeker. Ik begin hier niet van nul, hè. Het is voortbouwen op een instituut dat al bestaat. Tegelijk staat de wereld niet stil en moet het museum mee met de stroom der dingen. Ik ben met mijn bijna 46 het jonkie in de raad van bestuur, en nog eens het witte mannelijke ijkpunt in deze samenleving. We zijn ons ten volle bewust van het feit dat er veel verandering nodig is. En daar is Isabelle (Debekker, directrice sinds eind 2019, red.) met haar team volop mee bezig. Je merkt dat de plek stilaan meer wordt dan een archief, dat er meer leven en openheid door het museum waait.

“Ik zal niet zeggen dat het tijd werd om iets terug te geven, het hoeft niet melig te worden, maar mijn ervaringen kunnen misschien wel anderen helpen”

Pieter De Poortere, voorzitter Stripmuseum

Pieter De Poortere, voorzitter vzw Stripmuseum

Dat is wat Isabelle Debekker vorig jaar nog uitdrukte. “Het verhaal stopt niet bij Kuifje en de Smurfen,” klonk het toen.
De Poortere: Het idee is om de strip als medium zo breed mogelijk uit te dragen. In al zijn verscheidenheid. Ik heb altijd van twee walletjes mogen eten, zowel in Focus Knack gepubliceerd als in duistere Oekraïense fanzines. Voor mij mogen die twee werelden samen bestaan. Natuurlijk mag je niet vergeten dat dit een museum is, en dat het dus een rol te spelen heeft op het vlak van conservering en archivering. Bovendien is dit een van de populairste Brusselse musea bij toeristen. Zij maken dat het museum zelfbedruipend is – structurele subsidies krijgen we niet – en moeten hier dus terechtkunnen voor een inkijk in de oorsprong en rijke geschiedenis van de strip. Maar tegelijk moet je als museum ook geankerd zijn in je stad, een levendige thuis zijn voor de Brusselaar en voor de jonge generatie die zoveel engagement tentoonspreidt. In die verankering zit een enorm potentieel, net als in de internationale uitstraling van de Belgische strip.

De bezoekers lijken alvast hun weg te hebben teruggevonden. In juli 2022 ontving het museum 22.031 mensen, bijna evenveel als in recordjaar 2019. Dit jaar kregen jullie al meer bezoekers dan in heel 2021.
De Poortere: Dat maakt me blij, ja. Corona heeft een gat van anderhalf jaar geslagen in de werking van het museum. De toekomst van het museum was in gevaar. En dat op een lastig moment, toen Isabelle net aan het hoofd van het Stripmuseum kwam te staan. Alle ideeën moesten de koelkast in, een derde van het personeel hebben we moeten laten gaan. Mondjesmaat komt er wel eens iemand bij, maar het blijft pompen voor het team. En toch kan je nu al voorzichtig ontwaren waar het naartoe gaat. Dat het Stripcentrum stilaan openbloeit, dat de stemmen van buiten het huis gehoor krijgen. Het doet me denken aan mijn tijd als huistekenaar van het Huis van Alijn in Gent in de vroege jaren 2000. Een zotte instelling waar alles kon, de gekste dingen eerst. Tot een Boerkes-betoging door Gent toe. Wel, die geest, die goesting voel ik in dit team. Een energie die schuilt in ontmoeting.

mo_cbbd.jpg

| Het Belgisch Stripmuseum (archiefbeeld): bezoekers vinden opnieuw de weg.

Zoals jullie gaan opzetten in De Drukkerij in de Berlaimontlaan, waar acht stripmakers vanaf september een jaar lang een volledig uitgerust atelier ter beschikking krijgen.
De Poortere: Precies. Het zijn er maar acht, maar de selectie oogt heel divers in stijl, taal, leeftijd, gender … Die verbinding is mooi, hoor. Zet mensen samen in een ruimte en er gebeuren dingen. Het is de verantwoordelijkheid van de sector om te professionaliseren en zorg te dragen voor elkaar. Vandaag worden te veel mensen aan hun lot overgelaten. Nu, het is niet de bedoeling dat we hier een vakbond oprichten, dat is niet onze taak als museum, maar als we een stem kunnen zijn die ervoor zorgt dat stripmakers met respect behandeld worden, dan wil ik de mijne wel verheffen. De strip wordt gewoon nog steeds te stiefmoederlijk behandeld. We moeten echt leren het medium te zien als iets wat naast fotografie, literatuur, schilderkunst … staat.

Als een kunstvorm?
De Poortere: Precies.

En dan mag ik jou een kunstenaar noemen?
De Poortere: Ah, die strikvragen altijd! (Lacht) Wij wroeten. We kijken, proberen uit, trekken 27 lijntjes naast elkaar en gommen, knippen en plakken … Wij maken boeken, bescheiden serieproducten, geen speculatiedingen waar veel geld rond hangt. Met kunst hebben die centen niets te maken. Dat hangt ook samen met de punkspirit. Als er niemand echt om geeft, kan je gewoon je goesting doen. Alleen op je kamer. Terwijl daar inderdaad ook een verantwoordelijkheid voor ons ligt. Ach, het moet gewoon vertrekken vanuit de liefde voor schoonheid, voor wat écht waardevol is. Dát is de kunst.

9 > 11/9, BD Comic Strip Festival: expo ‘Renée’, Gare Maritime, www.visit.brussels

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Brussel-Stad , culture , pieter de poortere , Boerke , belgisch stripmuseum , beeldverhaal

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni