Numi yaldati (Slaap, mijn meisje) is de eerste indoorvoorstelling voor publiek in de KVS sinds oktober. Ze duurt een halfuur, er kunnen telkens vier mensen met een koptelefoon plaatsnemen op een van de vier bankjes. De koptelefoons hebben wegwerpkapjes en de bankjes zijn met plexiglas van elkaar gescheiden. Een medewerker ontsmet alles en begeleidt om het halfuur het publiek naar zijn zitplaats.
“Allemaal heel gecontroleerd dus, en volgens de protocollen,” licht KVS-directeur Michael De Cock toe. “We doen dit om dezelfde reden dat we met Pitcho Womba Konga aan het repeteren zijn en waarom we Madame Bovary gaan verfilmen met Jaco Van Dormael, en Aller/retour met Dorothée Van Den Berghe. Omdat we het mogen en kunnen.”
De installatie is een coproductie met deSingel en een samenwerking met de theatergezelschappen BERLIN en MartHa!tentatief, waarvoor Clement en Siebens al eerder werkten. Theatermaker Fien Leysen was al in de KVS te zien met Wat (niet) weg is en Wie we zijn.
“Het is een installatie en geen performance, omdat we als maker zelf niet aanwezig zijn tijdens de voorstellingen. Manu en ik hebben ze oorspronkelijk gemaakt met de musea in ons achterhoofd. Maar voor cultuurhuizen met een museale werking, die aan het zoeken zijn naar dingen die wel mogen, bleek ze ook ideaal.”