| De Zuidfoor ging vorig jaar niet door.

De kermissector wil geen herhaling van de voortdurende onzekerheid en onwetendheid van vorig jaar. Daarom roept de Verdediging der Belgische Foorreizigers (VBF) de overheid op om de sector dringend perspectief te bieden. "De foorkramers willen in geen geval een herhaling van 2020", zegt Steve Severyns, secretaris-generaal van VBF, dinsdag in een persbericht.

De foorkramers hebben slechte herinneringen aan 2020. Toen er op 1 juli groen licht kwam van de federale regering, besloten veel burgemeesters om toch geen kermis op hun grondgebied toe te laten. "Pure discriminatie", zegt Severyns. De foorkramers trokken uit protest de straat op en spanden ook een procedure aan bij de Raad van State.

"De foorkramers willen in geen geval een herhaling van 2020, waarbij kermissen federaal toegelaten waren, maar gemeentes weigerden", zegt Severyns. "Gelukkig waren er toch nog enkele steden en gemeenten die de kermis wel toegelaten hebben, maar het overgrote deel van de foorkramers heeft in 2020 aan geen enkele kermis mogen deelnemen."

Perspectief

Sinds oktober is de sector opnieuw in lockdown. Ze laakt dan ook het gebrek aan perspectief en communicatie. "Dit jaar hopen wij op een professionele en duidelijke dialoog", aldus Severyns, die ijvert voor dezelfde voorwaarden als pretparken.

"Wanneer de pretparken open mogen, moeten de kermissen ook weer overal, zonder uitzondering, kunnen plaatsvinden. Er is geen verschil tussen een paardenmolen, reuzenrad, eendjeskraam of botsauto's in een pretpark of op een kermis. Hopelijk zijn er dit jaar geen harde acties of procedures nodig om begrip voor onze situatie te bekomen", aldus Severeyns.

Nu dierenparken op 13 februari opnieuw de deuren mogen openen, hopen de foorkramers dat er ook voor hen snel perspectief komt.

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni