Reportage

Rcoop wil kappers in het wit doen werken: 'Nog altijd een grote stap'

Bettina Hubo
© BRUZZ
08/10/2021

| Schoonheidsspecialiste Caroline, geflankeerd door kapsters Clémentine (l.) en Aïcha.

In de wereld van coiffeurs en beautysalons is zwartwerk nog altijd schering en inslag. De coöperatieve Rcoop, gevestigd in hartje Matonge, helpt mensen die uit het informele circuit willen stappen om zich legaal als zelfstandige te lanceren. “Ik heb nu een veel beter leven,” zegt kapster Clémentine.

Op het eerste gezicht lijkt Rcoop, op de hoek van de Vredestraat en de Lang-Levenstraat, niet te verschillen van de andere beautysalons in de wijk, die beloftevolle namen dragen als Beauty & Harmony en Idéal Coiffure. In de vitrine staan koppen met weelderige pruiken uitgestald en ook de nieuwste shampoos. Binnen zijn er de gebruikelijke wastafels, kapstoelen en spiegels. Achterin is een sfeervol kamertje ingericht voor de schoonheidsbehandelingen.

Aan een van de wastafels is Aïcha de losgemaakte haarextensions van haar klant aan het wassen. Op de achtergrond speelt de radio de hitjes van het moment.

“Wie zich aansluit, engageert zich om alles wettelijk te doen”

Marie-Charlotte Pottier, coördinator van Rcoop

1770 Kappers Marie-Charlotte Pottier verantwoordelijke Rcoop kapsalon Matonge

Toch is dit geen gewoon salon. Rcoop is een coöperatieve van zelfstandige schoonheidswerkers, voornamelijk kappers en estheticiennes. De coöperatie werd in 2018, met de steun van de gemeente Elsene en het Brussels Gewest, opgericht als antwoord op het vele zwartwerk in de kappers- en beautysector. Bij herhaaldelijke controles door de arbeidsinspectie was gebleken dat de informele economie in Matonge, maar ook in andere buurten, welig tiert: kappers die werken met het statuut van vzw, onbillijke systemen van stoelverhuur, schoonheidswerkers die lange uren kloppen zonder dat ze zijn ingeschreven.

“Het is een moeilijke sector, met zware concurrentie,” zegt Anton Van Assche, de voorzitter van Rcoop. “Sommige patrons werken liever met goedkope zelfstandigen dan dat ze personeel in dienst nemen. Dat is niet alleen zo bij individuele salons, het gebeurt ook bij de grote ketens. Alleen is het statuut van die werkers vaak niet duidelijk. Ze denken dat ze in dienst zijn, maar de baas geeft hen niet aan en betaalt geen sociale bijdragen voor hen. Zo belanden ze in een precaire situatie, ze hebben geen ziekteverzekering, geen uitzicht op een pensioen.”

1770 Kappers 2 Rcoop kapsalon Matonge

| Rcoop is behalve een coöperatieve ook een coworkingspace voor kappers en estheticiennes.

Zelf kunnen ze hun statuut niet altijd makkelijk regulariseren omdat ze ofwel geen wettige verblijfspapieren hebben, ofwel niet over de juiste titel beschikken om het beroep te mogen uitoefenen. Wie zich wil vestigen als kapper heeft een bewijs nodig van beroepsbekwaamheid en ook van basiskennis bedrijfsbeheer.

Het ontbreken hiervan speelde ook Clémentine Langlais (27) parten, een van de kapsters die zich heeft aangesloten bij Rcoop. Zij zat nog op de kappersschool toen ze als zeventienjarige begon te werken. “Ik liep stage en mijn patron overtuigde mij om bij hem te aan de slag te blijven. Een diploma was volgens hem nergens voor nodig. Ik zou 800 euro per maand verdienen. Een bom geld voor mij, ik was tevreden.”

Maar voor die 800 euro per maand moest ze per week zestig uur knippen, kleuren en föhnen. Geen goeie deal, besefte ze al snel. “Je kiest niet echt voor zwartwerk. Je rolt erin omdat je centen nodig hebt. Men belooft je een contract dat er uiteindelijk nooit komt,” vertelt ze. “En als je eenmaal in het systeem van zwartwerk zit, kom je er heel moeilijk uit, want met dat geld betaal je je appartement. Als je stopt, heb je geen recht op werkloosheidsuitkering. Het is een vicieuze cirkel.”

Bijna tien jaar werkte ze op deze manier, nooit correct aangegeven, nooit goed betaald. De laatste jaren was het bij een grote kappersketen. Voor zichzelf beginnen durfde ze niet. “Ik had mijn kapperstitel niet, kende niets van administratie en was bang om te mislukken.”

Leefbare zaak

Maar sinds een jaar heeft Clémentine haar eigen 'salon'. Dat wil zeggen: ze sloot zich aan bij Rcoop en huurt er, vijf dagen per week, haar werkruimte. De coöperatieve bouwde het kantoor in 2019 immers om tot coworkingspace voor kappers en schoonheidsspecialisten.

“Waar onze leden werken, beslissen ze helemaal zelf,” zegt Marie-Charlotte Pottier, coördinator van Rcoop. “Sommigen werken van huis uit, anderen huren hier hun plek en iemand als onze kapper Alphonse huurt een officiële stoel in een kapsalon vlakbij.”

1770 Kappers 3 Rcoop kapsalon Matonge

| Schoonheidsspecialiste Caroline, geflankeerd door kapsters Clémentine (l.) en Aïcha.

Een groot voordeel van aansluiting bij de coöperatieve is dat de leden niet allemaal zelf over een bewijs van beroepsbekwaamheid moeten beschikken. “Als een iemand de titel heeft, zijn ook de anderen in orde,” legt Pottier uit.
De coöperatie, die de steun heeft van de vzw JobYourself, biedt nog meer. Ze helpt de schoonheidswerkers een eigen, leefbare zaak op te zetten, helemaal in het wit. In ruil voor die begeleiding dragen de leden maandelijks acht procent van hun bruto-omzet af.

Met nieuwe leden gaat Pottier meteen aan het rekenen. “Hun project moet levensvatbaar zijn, want ze moeten het zelf waarmaken. Wij gaan hen niet betalen, wij nemen hen niet in dienst, garanderen hen ook geen klanten. Als een kapster met een maandelijkse omzet van 1.000 euro zegt dat ze een wit salon wilt starten, zal ik haar meteen uit haar droom helpen: na alle bijdragen en afhoudingen zal ze weinig overhouden. Want alles moet in het wit. Wie zich bij ons aansluit, engageert zich ertoe om alles wettelijk te doen.”Pottier neemt de leden het gros van de administratie uit handen. Ze doet hun boekhouding, regelt de btw en vraagt, waar mogelijk, steunpremies aan. “Tijdens corona had iedereen zijn overbruggingsrecht.”

1770 Kappers Rcoop kapsalon Matonge

| Corona tackelde ook Rcoop, dat zeven maanden moest sluiten. Pottier: “Nu komt alles weer op gang. We groeien en breiden zelfs uit met een tweede coworkingruimte in de Malibranstraat.”

Veel meer zen

Elke maand roept ze de schoonheidswerkers bij zich en neemt ze met hen het kasboek en de facturen door. Voor Clémentine geeft die manier van werken veel rust. “Op het einde van de maand zegt Marie-Charlotte me: zoveel geld is er binnengekomen, dat gaat naar die bijdrage, dat gaat daar naartoe. Heel transparant. Ik ben nu veel meer zen, heb een beter leven,” zegt ze.

Ook schoonheidsspecialiste Caroline en kapster Aïcha, die vandaag het salon met Clémentine delen, zijn opgelucht dat ze, geruggensteund door Rcoop, hun eigen zaak kunnen uitbouwen. De Senegalese Aïcha zocht voorheen jarenlang tevergeefs naar een kapsalon waar ze met een officieel statuut haar afrokapsels kon maken. Caroline durfde het dankzij Rcoop aan zich te vestigen als zelfstandige in bijberoep.

De drie jonge vrouwen zijn blij met elkaars gezelschap. “Het is een beetje als een coloc,” zegt Clémentine. “Ieder werkt onder zijn eigen naam en heeft zijn specialiteit. Mijn ding is kleuren en ontkleuren. 'Bleach Please' noem ik mezelf. Via sociale media hebben we elk onze vitrine. Ik vind mijn klanten vooral via Instagram.”

Elk lid bepaalt zelf zijn prijzen. “De prijssetting is niet simpel in deze zeer concurrentiële markt met veel zwartwerk,” zegt coördinator Pottier. “Een herensnit kost op veel plekken in Brussel amper 10 of 12 euro. Wij proberen onze eigen koers te varen. Onze herenkapper vraagt 30 euro. En een manicure kost 35 euro, 10 euro mee dan bij Vietnam Nails aan de overkant. Toch zijn er mensen die liever naar hier komen.”

Corona tackelde ook Rcoop, dat zeven maanden moest sluiten. Pottier: “Nu komt alles weer op gang. We groeien en breiden zelfs uit met een tweede coworkingruimte in de Malibranstraat.” De coöperatieve telt ondertussen vijftien leden, drie mannen en twaalf vrouwen. “Ieder heeft zijn parcours,” zegt Pottier. “Niet iedereen komt uit deze buurt en niet iedereen zat voorheen vast in het zwartwerkcircuit. Twee oudere leden hebben zich bijvoorbeeld aangesloten omdat ze het beu waren om alles in hun eentje te doen.”

Of Rcoop in drie jaar veel impact gehad heeft op het zwartwerk in de wijk? “Er zijn geen cijfers voorhanden,” zegt voorzitter Van Assche. “We hebben bij de start enkele infovergaderingen gehouden. Sommigen hebben zich aangesloten, anderen besloten verder te werken in het zwart. In elk geval geven wij met Rcoop het voorbeeld dat het wel volgens de regels kan, dat er een alternatief is.”

Pottier: “We hebben zeker zes mensen uit deze wijk een legaal statuut kunnen geven. Dat is misschien niet heel veel. Maar veel zwartwerkers zijn bang. Switchen van zwart naar wit werk is een grote stap. Probleem is ook dat wij mensen zonder wettige verblijfspapieren niet kunnen helpen. Je moet minstens een voorlopige verblijfsvergunning hebben voor wij iets kunnen doen. Wij hebben helaas geen oplossing voor iedereen. Het is al goed dat we voor onze vijftien leden een oplossing zijn.”

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Brussel, Economie, Samenleving, zwartwerk, kapsalon, beautysalon, recoop, matonge

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni