Terugdraaiende teller in Vlaanderen afgevoerd, hoe zit dat in Brussel?

Thijs Roelen
© BRUZZ
15/01/2021

| Op het dak van het stadion van RSCA legde Brusol zonnepanelen.

Het Grondwettelijk Hof heeft beslist dat het Vlaamse systeem met de terugdraaiende teller voor zonnepanelen onwettig is. 4 vragen over de verschillende regels voor zonnepanelen in Brussel en Vlaanderen.

1. Wat is de impact van die beslissing van het Grondwettelijk Hof voor Brussel?

In principe is er geen rechtstreekse impact. De regels in de drie gewesten staan los van elkaar en de uitspraak van het Grondwettelijk Hof heeft enkel betrekking tot de Vlaamse overgangsregel. Die overgangsregel hield in dat alle eigenaars van zonnepanelen die voor eind 2020 geplaatst werden nog gebruik konden maken van het systeem met de terugdraaiende teller. Over het algemeen wordt dat gezien als gunstiger dan het systeem waarbij moet worden afgerekend op basis van het verbruik van stroom van het algemene elektriciteitsnet. Vanaf 1 januari 2021 geplaatste zonnepanelen werken in Vlaanderen al automatisch volgens dat laatste systeem. Het is de overgangsregel waarbij de gebruikers zelf konden kiezen onder welk systeem ze zouden vallen, die nu komt te vervallen.

Het is volgens Maarten Michielssens, ceo van zonnepaneelbouwer EnergyVision, het moederbedrijf van Brusol, wel een slecht signaal voor de gehele Belgische zonnepanelensector dat opnieuw de spelregels worden veranderd. “Dat geeft weinig vertrouwen aan investeerders, gebruikers en zelfs banken. Dat wantrouwen is slecht voor de sector, die van zichzelf eigenlijk meer dan volwassen en stabiel genoeg is.”

20201127_RWDM_EDMOND_MACHTENSSTADION_ZONNEPANELEN

| Ook op de tribune Raymond Goethals liggen zonnepanelen.

2. Hoe werkt het Brusselse systeem?

Iemand met zonnepanelen produceert vaak niet alleen stroom voor zichzelf, maar ook voor de rest van het elektriciteitsnet. Bovendien produceert een zonnepaneel vaak stroom wanneer de eigenaar dat zelf helemaal niet nodig heeft. Bijvoorbeeld wanneer het paneel overdag stroom oplevert, terwijl de eigenaar niet thuis is.

Op zulke momenten zal de stroom worden geïnjecteerd in het algemene elektriciteitsnet. Wanneer de eigenaar ’s avonds, wanneer het paneel geen stroom meer opwekt, thuiskomt en opnieuw elektriciteit wil gebruiken, neemt hij of zij die af van het algemene elektriciteitsnet.

In Brussel wordt er sinds de eerste zonnepanelen gewerkt met meters die zowel de hoeveelheid stroom die wordt geïnjecteerd als de hoeveelheid die wordt afgenomen bijhoudt: een bidirectionele teller. Tot eind 2019 werd de geïnjecteerde hoeveelheid simpelweg afgetrokken van de verbruikte hoeveelheid om tot de kosten voor het gebruik van het elektriciteitsnet te komen. Dat is ook hoe de terugdraaiende teller werkt: wanneer er stroom van het net wordt verbruikt, loopt die op, wanneer er wordt geïnjecteerd, loopt de teller af.

'Ongeveer een derde van de elektriciteitsfactuur bestaat uit de werkelijke elektriciteit'

Nathalie De Biolet, Engie

“Probleem daarbij is dat mensen die het net wel gebruiken, daar niet voor betalen,” legt Régis Lambert van de Brusselse energieregulator Brugel uit. “Stel dat iemand 2.000 kilowattuur op een jaar afneemt, maar ook 2.000 kilowattuur injecteert, dan zou die niets moeten betalen. En dat terwijl die persoon wel gebruikmaakt van de infrastructuur van het elektriciteitsnet.”

Zonder elektriciteitsnet zou die persoon immers enkel stroom kunnen verbruiken op het moment dat hij of zij die zelf opwekt. ’s Avonds, wanneer de zon niet schijnt, zou er geen elektriciteit zijn. Mensen kunnen daarvoor investeren in een batterij om de overdag opgewekte elektriciteit op te slaan. Maar bij de terugdraaiende teller kan het algemene net eigenlijk gratis als batterij gebruikt worden.

Omdat in Brussel alle zonnepanelen al uitgerust waren met een bidirectionele teller, was het heel eenvoudig om vanaf 1 januari 2020 over te stappen op een systeem waarbij gebruikers betalen voor alle stroom die zij van het algemene elektriciteitsnet hebben gehaald. Elektriciteitsbedrijven betalen nog wel een compensatie voor de stroom die de eigenaars van de zonnepanelen zelf geïnjecteerd hebben op het net. Die prijs is echter niet gelijk aan de prijs waarvoor klanten stroom aankopen bij een energiebedrijf.

“Ongeveer een derde van de elektriciteitsfactuur bestaat uit de werkelijke elektriciteit,” aldus Nathalie De Biolet, productdeveloper zonnepanelen bij Engie. “De rest zijn taksen en heffingen en netwerkkosten. Wanneer een elektriciteitsbedrijf elektriciteit aankoopt, betaalt het enkel die elektriciteit. Al die andere kosten gaat het niet vergoeden.”

Inhuldiging van de nieuwe zonnepaneleninstallatie van de Brusselse Vroegmarkt (Mabru) door burgemeester Philippe Close (PS) op 26 februari 2019

| Inhuldiging van de nieuwe zonnepaneleninstallatie van de Brusselse Vroegmarkt (Mabru) door burgemeester Philippe Close (PS) op 26 februari 2019.

3. Hoe zit het met de groenestroomcertificaten?

Bovenop alle bepalingen rondom het verbruik van stroom, bestaat er nog een ander compensatiesysteem voor mensen die investeren in zonnepanelen: groenestroomcertificaten. Onlangs nog werd aangekondigd dat de hoeveelheid groenestroomcertificaten voor Brusselse zonnepanelen afneemt. Eigenaars van zonnepanelen krijgen jaarlijks afhankelijk van hun installatie een aantal groenestroomcertificaten. Ze kunnen die dan weer verkopen aan elektriciteitsleveranciers.

Doordat de kosten voor zonnepanelen zijn afgenomen, ze meer elektriciteit opwekken en de elektriciteitsprijs gestegen is, blijft de terugverdientijd voor een zonnepaneel in Brussel hetzelfde wanneer er minder certificaten worden uitgereikt. Het is in Brussel wettelijk vastgelegd dat de terugverdientijd voor zonnepanelen op 7 jaar moet liggen.

Brusol plaatste de afgelopen 2 jaar meer dan 1.400 zonnepanelen in Brussel. Vorig jaar gingen we eens kijken op een site in Anderlecht.

4. Waarin verschilt het Vlaamse van het Brusselse systeem?

Vlaanderen werkte lange tijd volgens het principe van de terugdraaiende teller. Fysiek zijn er nog bijna een half miljoen terugdraaiende tellers geïnstalleerd, terwijl in Brussel alle zonnepanelen altijd waren uitgerust met een bidirectionele teller. Nu het Hof het systeem met de terugdraaiende teller heeft afgevoerd, moeten al die tellers worden verwisseld. Mensen met zo’n terugdraaiende teller zullen daar echter niet om staan te springen. De vraag is dus of zij allemaal meteen zullen opendoen wanneer de installateurs van netbedrijf Fluvius aanbellen. Aan het einde van dit jaar moet die monsteroperatie afgerond zijn.

Bovendien reikt Vlaanderen al even geen groenestroomcertificaten meer uit. De onzekerheid rondom de tellers en de afwezigheid van de groenestroomcertificaten in Vlaanderen maken het investeringsklimaat in Brussel voor zonnepanelen momenteel interessant. “Zonnepanelen installeren in Brussel vraagt over het algemeen een hogere investering omdat de panelen minder gemakkelijk te plaatsen zijn,” aldus Michielssens van Brusol. “De straten zijn smaller en drukker en de gebouwen hoger. Maar het stabiele beleid en het feit dat er geen verrassingen zijn, maakt investeren er wel makkelijker. Alle parameters zijn wettelijk goed vastgelegd en kunnen niet zomaar veranderen. Deze aanpassing in Vlaanderen gaat ons geld kosten.”

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Brussel , Economie , Milieu , zonnepanelen , Brusol , Engie , Engie Electrabel , Brugel

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni