Louis Delhaize op Akenkaai negende keer overvallen: ‘Deze wijk is een nachtmerrie’

De Louis Delhaize aan de Akenkaai is al voor de negende keer in amper drie jaar tijd overvallen. De uitbater van de kleine buurtwinkel ziet met lede ogen aan hoe de nieuwe wijk aan het kanaal steeds onveiliger, vuiler en grimmiger wordt. “Als ik een overnemer vind voor mijn winkel ben ik meteen weg."

Zaterdag omstreeks 17 uur vielen twee mannen gewapend met een mes en een kleine bijl de Louis Delhaize onder de Up-Site woontoren binnen. Dit keer vielen ze niet het personeel aan, maar bedreigden ze een van de aanwezige klanten. “Het was bijna een gijzeling. Ik kon niet anders dan de inhoud van de kassa afstaan”, zegt uitbater Arsam Zohrevand. “Het is om moedeloos van te worden.”

Een aantal jaren geleden investeerden Arsam en zijn broer in deze winkel, maar sinds de opening drie jaar geleden gebeurden er al negen gewapende overvallen. De laatste dateert van een jaar geleden. “De politie doet haar werk, want hier passeert minstens vijf keer per dag een agent. Maar de beveiligingscamera’s die door burgemeester Close beloofd waren op de Akenkaai zijn er nog steeds niet.”

Die zouden nochtans soelaas kunnen bieden, zegt Zohrevand. Volgens hem terroriseren jongeren uit de ruime omgeving en (trans)migranten de wijk. “De onveiligheid is groot. Een paar weken geleden nog werd ik op straat aangevallen. Mijn moeder belt me bijna elke dag om te vragen of ik heelhuids thuis ben geraakt. Buurtbewoners durven zelfs hun hond niet meer uitlaten”, weet Zohrevand. “Ik verlies daardoor klanten, die liever elders hun inkopen doen, en natuurlijk ook inkomsten.”

Straffeloosheid

Concrete cijfers hebben Arsam en zijn broer niet, maar tegenover het eerste jaar dat ze hun winkel op de Akenkaai uitbaatten, zouden ze al meer dan de helft van hun oorspronkelijk cliënteel verloren zijn. “Corona hakt er ook stevig in, want de vele kantoren in de omgeving staan door het telewerken gewoon leeg. Die werknemers komen hier ook niet winkelen nu.”

Politie en parket bevestigen dat een onderzoek geopend zal worden naar het incident. “Maar daar komt nooit iets concreets uit. Waarom zou dat nu anders zijn”, vraagt Zohrevand zich af. De straffeloosheid stoort hem mateloos. Zo erg zelfs dat hij de wijk wil verlaten. “Zodra ik een overnemer vind, laat ik deze nachtmerrie achter me.”