5 december 2022: het assisenproces van de aanslagen in Brussel op 22 maart 2016, met voorzitster Laurence Massart
Proces aanslagen

Bakkali zweeg over schuiladres uit angst voor Khalid El Bakraoui

© Belga
19/04/2023
Updated: 19/04/2023 18.26u

Op het proces van de aanslagen van 22 maart 2016 staan woensdag de getuigenissen van Mohamed Bakkali en Yassine Atar op de planning. Zij werden beiden veroordeeld voor de aanslagen in Parijs en zitten in ons land in de cel.

17.58 uur: Ali El Haddad Asufi geeft zelf commentaar, bij afwezigheid advocaat

Beschuldigde Ali El Haddad Asufi heeft woensdagmiddag zelf een commentaar gegeven na de getuigenis van Yassine Atar, die kwam getuigen als veroordeelde voor de aanslagen in Parijs.

De zitting woensdagmiddag begon met een valse start. In de voormiddag had Atar geweigerd om te getuigen. Zijn vier verhoren in het dossier van Parijs moesten daarom voorgelezen worden, meerdere tientallen pagina's, wat bijna drie uur duurde. Jonathan De Taye, advocaat van El Haddad Asufi, uitte toen al zijn ongenoegen over Atars weigering. Hij zei dat veel elementen uit de verhoren intussen al weerlegd waren.

Toen de verdediging in de namiddag vervolgens een commentaar kon geven, bleek De Taye op een ander proces. Er was evenmin een assistent aanwezig. De zitting werd daarop kort geschorst, omdat de voorzitster de rechten van de verdediging wou waarborgen.

Maar omdat het volgens de confrater die El Haddad Asufi verving, Isla Gultaslar, advocaat van Sofien Ayari, onduidelijk bleef hoelang het zou duren tot De Taye ter plekke was, werd alsnog beslist om door te gaan met de zitting zonder het commentaar af te wachten.

Een verbaasde El Haddad Asufi vroeg daarom zelf het woord, om te reageren op het commentaar van het federaal parket. Die had de jury op het arrest van het speciale hof van assisen in Parijs gewezen, met de verklaringen van de oom van Yassine Atar.

Het parket concludeerde uit zijn uitspraken dat de radicalisering van Oussama Atar, maar ook van de broers-El Bakraoui, voor de hele entourage zichtbaar was, dus ook voor El Haddad Asufi.

"Sommige zaken die hier gezegd zijn, zijn niet zeer correct", zei El Haddad Asufi. "De oom heeft in Parijs nooit gezegd dat ik het had moeten zien. Wat de oom vertelde ging ook over een radicalisering die zich afspeelde binnenshuis, in de familie. Bovendien werd altijd over Khalid El Bakraoui gesproken, niet over Ibrahim El Bakraoui, en het was hij die mijn vriend was. Iedereen was categoriek dat het bij Ibrahim El Bakraoui niet zichtbaar was."

Toen De Taye uiteindelijk opdaagde, vroeg de voorzitster om de verdediging van zijn cliënt steeds te waarborgen. De Taye antwoordde dat hij, net als de meeste andere advocaten van de verdediging, de zaak pro Deo pleit, pas binnen een jaar betaald wordt, en dat het onmogelijk is om intussen geen andere zaken erbij te nemen. Hij zou maar anderhalf uur afwezig geweest zijn.

Hij zei ook dat zijn cliënt al vijf jaar op hem kan rekenen, waarvan één jaar in Parijs, en dat dit ten koste gaat van zijn familiaal en professioneel leven, en van zijn financiën.

12.57: Yassine Atar wil niet op vragen antwoorden: "Ik heb alles al gezegd in Parijs"

Yassine Atar, veroordeeld voor zijn betrokkenheid bij de voorbereidingen van de aanslagen van Parijs, weigert woensdag op het proces van de aanslagen van 22 maart 2016 om vragen te beantwoorden. "Ik heb alles al gezegd in Parijs, mijn verklaringen gaan niets bijbrengen", zei hij.

Yassine Atar was net als Mohammed Bakkali opgeroepen om te getuigen op het assisenproces. Atar is de broer van Oussama Atar, die bij verstek berecht wordt als het vermoedelijke brein achter de aanslagen in Brussels Airport en Maalbeek, en de neef van kamikazes Khalid en Ibrahim El Bakraoui.

Terwijl Bakkali op alle vragen van het hof en de partijen antwoordde, verklaarde Atar meteen dat hij niet wilde antwoorden. "Ik heb me heel uitgebreid uitgedrukt in Parijs, ik ben een van de mensen die het meest heeft gezegd. Alles is uitgebreid in de pers gekomen, iedereen heeft alles gelezen." Daarop stelde voorzitster Laurence Massart dat zij en de jury niet gehoord hebben wat in Parijs werd gezegd, maar Atar antwoordde dat hij niet gelooft dat ze het proces niet volgden in de pers.

"Dit gaat ons nergens brengen. Ik heb niets te maken met de feiten waarvoor de beschuldigden worden berecht, anders was ik ook een beschuldigde geweest", aldus Atar. "Ik ben uitgeput door die jaren in de gevangenis, ik wil de pagina omslaan, ik denk enkel aan mijn toekomst."

De voorzitter en de bijzitters lazen daarop vier verhoren voor van Atar. Na elk verhoor vroeg de voorzitster tevergeefs of Atar alsnog wilde spreken. "U kunt misschien met uw antwoorden iemand helpen in de box", zei Massart. "Ik ben hier niet om iemand te helpen, ik snap niet waarom u dat zegt", was het antwoord. De voorzitster vroeg ook of hij schrik heeft van iemand. "Ik heb van niemand schrik, ik heb een jaar lang gesproken."

12.51: Bakkali: "El Bakraoui's waren geen mensen die je vragen stelde"

Volgens Mohamed Bakkali, die in Parijs veroordeeld werd tot dertig jaar cel voor de aanslagen van 13 november 2015, verborgen de broers-El Bakraoui, met wie hij bevriend was, ook voor hun entourage waar ze mee bezig waren. "Het waren geen mensen waar je vragen aan stelde."

Op het proces over de aanslagen van 22 maart 2016 in Zaventem en Brussel getuigen woensdagvoormiddag twee veroordeelden voor de aanslagen in Parijs die in België in de cel zitten. Mohamed Bakkali, die appartementen en auto's regelde voor de daders van de aanslagen in Parijs, en hen rondvoerde, was woensdag de eerste die kwam getuigen.

Hij nam plaats in de getuigenstoel voor de voorzitter, zonder handboeien om, maar met twee gemaskerde politieagenten naast hem. Voorzitster Laurence Massart legde bij aanvang uit dat hij als getuige verschijnt.

Bakkali werd opgepakt op 26 november 2015, twee weken na de aanslagen in Parijs. Hij getuigde dat hij Khalid El Bakraoui ontmoet had tijdens lessen Arabisch in Brussel, nadat hij in 2013 verhuisd was uit Verviers.

Hij kende toen niemand in de hoofdstad. Samen zetten ze een handeltje op in namaakproducten, midden 2015 ook in elektrische apparatuur. Maar een groot succes werd dat niet. "Ze waren niet gewoon te werken", zei Bakkali, die refereerde naar hun gangsteractiviteiten.

Maar aanvankelijk wist Bakkali niet van Khalid El Bakraoui's verleden in het grootbanditisme, dat kwam later. Bakkali omschreef Khalid El Bakraoui als "groot, struis, meer dan honderd kilo". Tegenover hem was hij niet gewelddadig, maar het was wel iemand die opgebeld werd als er gevochten werd.

Bakkali ontmoette Ibrahim El Bakraoui pas later, in 2014. "Hij was rustiger, vrolijker, een andere persoonlijkheid. Hij was ook een beetje kleiner, redelijk rond. Niet zo bedreigend."

Beiden waren niet zo religieus op het moment van hun ontmoeting, zei Bakkali. Ze bidden, maar niet veel meer dan dat. Khalid El Bakraoui praatte wel veel over politiek. Bakkali herinnerde zich de discussies met zijn leraar tijdens de Arabische lessen.

"Rationeel gezien is het nu uiteraard normaal dat je probeert te begrijpen", zei Bakkali. "Maar de El Bakraoui's zegden niet wat ze dachten. Het was moeilijk om hen vragen te stellen."

In januari 2015 zag hij wel een verschil. De drie hadden toen een discussie over de aanslag op het satirische tijdschrift Charlie Hebdo. "Ik was tegen, Ibrahim El Bakraoui volgde me min of meer, maar Khalid El Bakraoui zag het anders." "Hoe? Dat tonen de feiten", zei Bakkali cryptisch.

"Ibrahim El Bakraoui was in staat om van gedachten te veranderen, meer genuanceerd." Niettemin had Bakkali niet het gevoel dat de twee, zelfs Khalid El Bakraoui niet, tot daden zouden overgaan, en al zeker niet in België.

Midden oktober 2015 zag Bakkali de houding van Khalid El Bakraoui wel verharden. Rond dat moment werd Khalid El Bakraoui verhoord in de zaak-Charwa, over de aankoop van een groot aantal kalasjnikov-laders in twee periodes. De jongste El Bakraoui zei toen dat hij een jeugdvriend door het hoofd zou schieten als die zou praten.

Bakkali nam toen naar eigen zeggen afstand, maar hij moest toegeven dat hij hen eerder wel valse identiteitsdocumenten bezorgde en voor hen appartementen huurde. "Ik wist dat het voor iets anders was, maar niet wat", zei Bakkali. Pas in september begon hij door te krijgen wat er gaande was, door de manier waarop ze praatten.

Bakkali werd op 26 november opgepakt nadat hij zichzelf had aangegeven bij de politie na huiszoekingen bij hem. De voorzitster vroeg hem of hij op de hoogte werd gebracht dat er een golf van aanslagen zat aan te komen na Parijs? "Voor mij zouden Khalid en Ibrahim El Bakraoui nooit overgaan tot daden. Ik dacht dat ze zouden vertrekken. Ik legde de link niet met Parijs. Pas toen ik in de cel zat en er over de wagens werd gesproken (die gebruikt werden bij de aanslagen en die hij huurde, nvdr) begreep ik dat", zei Bakkali.

Bakkali kreeg nog de vraag hoe het kan dat hij eerder niets vermoedde? "Ze toonden het niet", zei Bakkali, die kalm en uitgebreid antwoordde op de vragen die hem gesteld werden. "Het waren geen mensen die je vragen stelde. Ze zeiden dat het niet was door een gebrek aan vertrouwen, als ze iets niet vertelden, maar omdat het niet nodig was. Als je hen vragen zou stellen, zouden ze dat verdacht vinden."

Waarom hij appartementen en auto's huurde terwijl hij wist dat overgegaan zou worden tot terrorisme? "Het was een vicieuze cirkel. Ik stel me de vraag zelf nog vaak. Ik had banden opgebouwd en we bewezen elkaar diensten. Maar ik aanvaard het", zei Bakkali.

Op de vraag waarom hij de onderzoekers niet vertelde dat hij na 13 november twee keer het safehouse in de Kazernenlaan in Etterbeek had bezocht, waaruit Khalid El Bakraoui naar metrostation Maalbeek trok, zei hij dat hij dacht dat het "niets speciaals" was. "Het was een appartement waar Ibrahim El Bakraoui af en toe kwam, het was van een vriend (beschuldigde Smail Farisi, nvdr). Ik kende bovendien het precieze adres niet."

Een plaatsvervangend jurylid wou nog weten wat Bakkali bedoelde toen hij zei dat hij dacht dat de El Bakraoui's zouden "vertrekken"? Bakkali legde uit dat hij naar de pogingen verwees van Ibrahim El Bakraoui om via Turkije naar Syrië te reizen.

"Vandaag weten we dat hij naar Turkije ging. Maar hij zei dat hij zou onderduiken. Hij sprak ook over serienummers van bankbiljetten van een overval die hem in de problemen zouden brengen. Ik denk dat hij verschillende versies vertelde aan verschillende mensen", antwoordde Bakkali.

11.30 uur: Bakkali zweeg over schuiladres Tentoonstellingslaan uit angst voor Khalid El Bakraoui

Uit vrees voor de mogelijke gevolgen voor zijn naasten heeft Mohamed Bakkali, die logistieke hulp bood voor de aanslagen in Parijs, na zijn arrestatie in november 2015 de lippen stijf op elkaar gehouden over het schuiladres in de Tentoonstellingslaan, dat onder zijn valse identiteit werd gehuurd. Dat heeft Bakkali gezegd tijdens zijn getuigenis.

Bakkali werd op 26 november 2015 opgepakt voor de aanslagen in Parijs. Hij was op dat moment op de hoogte van verschillende schuiladressen van de terroristen, waaronder dat in de Kazernenlaan in Etterbeek, waar hij twee keer kort was geweest, en dat in de Tentoonstellingslaan in Jette, dat onder zijn valse identiteit Algerto Malonzo werd gehuurd. Tijdens zijn getuigenis woensdag deelde Bakkali mee dat hij tijdens zijn verhoren geen informatie heeft gedeeld over beide onderduikadressen. Over de Kazernenlaan luidde de uitleg dat "het niets speciaals" was en dat hij ook niet wist waar het lag.

Ook over het adres in de Tentoonstellingslaan lichtte hij de onderzoekers niet in. Bakkali bekende dat hij in januari 2016 met het idee speelde om de onderzoekers te informeren, maar nadien schrik kreeg voor de mogelijke gevolgen. "Khalid wist alles over mij. Ik kreeg schrik en heb het adres niet doorgegeven", aldus Bakkali. "Ik had schrik dat ze mijn naasten zouden pakken."

Op vraag van de verdediging van Smail Farisi, voegde hij nog toe dat Khalid El Bakraoui "tot alles in staat was". Eerder had Bakkali ook al gezegd dat El Bakraoui had verklaard dat als iemand zou praten hij die persoon "een kogel door het hoofd zou jagen". Volgens een schema dat de onderzoeksrechters eerder hebben gepresenteerd, zaten er begin januari nog een aantal beschuldigden ondergedoken in de Tentoonstellingslaan. Op 9 januari vertrokken de laatste overgebleven beschuldigden Salah Abdeslam en Mohamed Abrini.

Lees ook

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni