Interview

Vrederechter Jo Vanbelle: ‘Ik zal zelden gas of elektriciteit laten afsluiten’

Filip Van Der Elst
© BRUZZ
14/10/2021

| Vrederechter Jo Vanbelle behandelt soms honderd zaken in een dag: “Maar het mag geen bandwerk zijn, je moet kwaliteit leveren

Vrederechter Jo Vanbelle is een van de centrale figuren in het Play4-programma De rechtbank. Met zijn streven naar efficiëntie maakt de vrederechter in Elsene niet alleen vrienden in de Brusselse magistratuur, maar toch is hij er heilig van overtuigd dat heel wat problemen kunnen opgelost worden als er buiten zijn rechtszaal even weinig tolerantie zou zijn voor tijdverlies. “Met efficiënte procedures worden huisjesmelkers nutteloos.”

Wie is Jo Vanbelle?

  • Studeerde rechten aan de KU Leuven (1990–1995)
  • Advocaat sinds 1995
  • Managing Partner van Vanbelle Law, tussen 2015 en 2021 zes keer verkozen tot 'Belgium's best International Tax Law Firm of the Year')
  • Plaatsvervangend vrederechter in het arrondissement Brussel sinds 2005, afgevaardigd sinds 2019
  • Woont in Schilde

Van alle rechters staat de vrederechter het dichtst bij de burger. Bij hem moet je zijn voor ogenschijnlijk banale burenruzies, maar ook grootstedelijke problemen als kraakpanden en huisjesmelkerij komen op zijn bord terecht. Jo Vanbelle, afgevaardigd vrederechter in Elsene, lijkt met zijn dandyeske uitstraling en zijn voorliefde voor sterrenrestaurants over de hele wereld niet meteen een 'man van het volk'. Maar in De rechtbank laat hij zien hoe hij met een ontwapenende aanpak de angel uit menig conflict kan halen.

Bij Vanbelle moeten de zaken vooruitgaan. “Ik geloof in efficiëntie, ook al is niet iedereen het daarmee eens. Achterstand ontstaat door een gebrek aan organisatie en structuur,” vertelt hij vanuit zijn statige advocatenkantoor – Vanbelle combineert de job als vrederechter vooralsnog met een eigen kantoor gespecialiseerd in (internationaal) fiscaal en ondernemingsrecht – langs de Vijvers van Elsene. Hij woonde lange tijd zelf ook in Brussel, maar koos onlangs voor een verhuizing naar de Antwerpse rand, in Schilde. “Brussel was me te kil geworden. Ik kon mijn oren en ogen niet geloven toen iedereen me in mijn nieuwe supermarkt vriendelijk goeiedag zei.”

1771 Jo Vanbelle vrederechter 3

| Afgevaardigd vrederechter Jo Vanbelle: "Ik bereid mijn zittingen grondig voor. Zo krijg ik al een goede indruk over welke richting het zou kunnen uitgaan. Een vonnis wordt niet beïnvloed door het been waarmee ik die ochtend uit bed ben gestapt."

Met permissie, maar de vrederechters lijken in De rechtbank soms meer op veredelde kleuter­leiders.
Jo Vanbelle: Soms heb ik in één dag bijna honderd zaken. Een vrederechter zonder managementvaardigheden kan die werklast niet bolwerken. Tegelijkertijd is het geen bandwerk: je moet kwaliteit kunnen leveren.

Soms lijkt een vonnis willekeurig tot stand te komen, afhankelijk van de indruk die de rechter krijgt van de persoon die voor hem staat.
Vanbelle: Ik bereid mijn zittingen grondig voor. Zo krijg ik al een goede indruk over welke richting het zou kunnen uitgaan. Een vonnis wordt niet beïnvloed door het been waarmee ik die ochtend uit bed ben gestapt. Net zoals bij elke rechter spelen mijn mensbeeld en mijn innige overtuiging wél een rol. Een rechter houdt rekening met wat híj rechtvaardig en juist vindt. Aspecten zoals empathie, inlevingsvermogen, ervaring en misschien zelfs je eigen leven spelen dan mee. Daarom laten we rechtspleging niet over aan computers. Rechter zijn is te vergelijken met het ouderschap: een vader of moeder neemt beslissingen waarvan hij of zij denkt dat ze goed zijn voor de kinderen. Voor een rechter geldt hetzelfde.

De tijd van de vrederechters wordt weleens opgeslorpt door ogenschijnlijk banale burenruzies. Vindt u dat soms geen tijdverlies?
Vanbelle: Het hangt natuurlijk af van het vredegerecht in kwestie. Mijn collega in Maas­mechelen, die ook in het programma voorkomt, krijgt in een minder verstedelijkte omgeving wellicht meer te maken met te fel overhangende bomen. Ik heb in Elsene zegge en schrijve één boom per jaar. Maar ook in Elsene zien we dikwijls dat soort 'kleine' zaken: de haag die te dicht staat, de kleur van de vloer, de krijsende kanarie ... Dat zijn daarom geen bagatellen: het zou niet de eerste keer zijn dat er iemand een tweeloop bovenhaalt wegens een burenruzie. Maar ik zie ook twee tachtigplussers die elkaar al decennialang het leven zuur maken. 'Ben je daar dan niet te oud voor geworden?' vraag ik me dan af. Het leert me dat het soms diep kan zitten, hoe rijk of hoe arm je ook bent.

1771 Jo Vanbelle vrederechter 4

| “Ik zie inderdaad schrijnende toestanden. Soms staat hier een vrouw met haar drie kinderen in de rechtszaal. Dat doet niemand voor zijn plezier,” zegt Jo Vanbelle.

Gebeurt het soms dat ruziemakers voor, tijdens of na de zitting met elkaar op de vuist gaan?
Vanbelle: Ikzelf heb nog nooit te maken gehad met fysiek geweld, maar er zijn in Brussel wel al eens een vrederechter en griffier tijdens zitting doodgeschoten (vrederechter Isabelle Brandon en griffier André Bellemans in 2010, red.). De meeste rechtbanken zijn voorzien van bepaalde veiligheidsmaatregelen, maar wij hebben niets. Geen permanent veiligheidspersoneel en geen scanners, in het beste geval een paniekknop. Als je in Zaventem het vliegtuig neemt, passeer je tal van metaaldetectoren en controlesystemen, maar in ons gebouw is dat niet nodig?

“In Elsene zijn er niet veel burenruzies over overhangende bomen, maar wel over de haag die te dicht staat of de krijsende kanarie. Dat zijn daarom geen bagatellen”

Jo Vanbelle, vrederechter

Vrederechter Jo Vanbelle

Eén van de strafste zaken die we in 'De Rechtbank' te zien kregen, ging over een man van Afrikaanse origine die bij zijn terugkeer uit Kameroen vaststelde dat hij zonder verwittiging uit zijn appartement was gezet – de eigenares ging er immers van uit dat hij niet meer zou terugkeren. Erger nog: ze had het appartement inmiddels al verhuurd aan een andere huurder. Komen dat soort verhalen vaak voor?
Vanbelle: Ja, al zijn ze niet altijd waar. Het vergt enige ervaring en een frisse neus om te kunnen inschatten of het daadwerkelijk klopt. Bij die zaak dacht ik meteen 'hier zou het weleens kunnen'.
Die man wilde zijn voordeur openen, maar zijn sleutel paste niet meer. 'Misschien heeft mijn vriendin iets met het slot gedaan,' dacht hij, dus hij belde even aan. Kwam er iemand die hij niet kende de voordeur openen, in zijn eigen badjas. Kan je je dat voorstellen? Alleen zijn flatscreen en bed stonden er nog. Zijn kleren en andere spullen had de verhuurder in vuilniszakken achter slot en grendel in de kelder gestopt.

Wat bezielt zo'n verhuurder?
Vanbelle: ​​​​​​​Dat noem ik een Marie Antoinette-­complex, of voor een man: een Napoleon-complex. 'Dat huis is van mij, dus ik doe wat ik wil,' zo redeneren die mensen. Dat gebeurt vaker en meestal komen ze er zelfs mee weg: gas en elektriciteit afsluiten, het slot veranderen en een beetje brullen, dat volstaat. Nu is het uitgekomen en heeft het die vrouw een pak geld gekost, maar nog al te vaak passeert zoiets geruisloos.

U bent vrederechter in het kanton Elsene, een van de rijkere gemeenten van Brussel. Laat zich dat ook zien in het vredegerecht?
Vanbelle: ​​​​​​​We hebben allicht minder huisjesmelkers dan pakweg Ganshoren of Schaarbeek, maar neem nu Matonge, de Troon- of de Malibranstraat: dat zijn zeker niet de rijkste kanten van Brussel. Hoe werken huisjesmelkers? Vaak gaat het om verdiepingen boven winkels. Winkels hebben geen aparte ingang voor die bovenverdieping, en dus mag die niet afzonderlijk verhuurd worden. Maar de winkeleigenaren kunnen niets met die ruimte doen, en om leegstandtaks te vermijden, kiezen sommige zelfstandigen ervoor om die bovenruimte te verhuren. Die panden zijn volstrekt illegaal, met niets in orde, maar ze trekken mensen aan die onder de radar van de samenleving leven. Zij hebben niet de middelen om een degelijk appartement te huren.

Welke schrijnende toestanden komt u vaak tegen?
Vanbelle: ​​​​​​​Bijvoorbeeld een vrouw die het vluchtelingenstatuut heeft aangevraagd en met drie kleine kinderen in een kelder zonder daglicht woont, met overal schimmel op de muren. En daar betaalt ze dan 600 euro per maand voor. Doorgaans ruik ik al nattigheid als zo'n vrouw met haar drie kinderen naar de rechtszaal komt – dat doe je niet voor je plezier. Als er dan een verhuurder tegenover staat die klaagt dat zij haar huur niet betaalt, dan graaf ik met plezier dieper en is het vonnis niet altijd wat hij vooraf in gedachten had.
Al is het natuurlijk niet zo dat 'de sukkelaars' altijd gelijk hebben. Niet iedereen woont in een krot. Talloze keren krijg ik mensen over de vloer die klagen over schimmel in de badkamer, maar dan blijkt dat ze nooit hun raam openzetten. Dan kan ik alleen maar zeggen: 'Zet je raam open'. Dat heeft weinig te maken met klassenjustitie, maar met gezond verstand.

Krijgt u ook vaker te maken met kraakpanden?
Vanbelle: In Elsene vast en zeker: we hebben in vergelijking met andere gemeenten misschien minder huisjesmelkers, maar meer grote panden die kunnen leegstaan en dus potentieel gekraakt kunnen worden. Maandelijks krijg ik minstens een paar zaken rond kraakpanden voorgeschoteld. Ik maak daarin geen onderscheid: het is verboden en wordt dus ook niet getolereerd.

1771 Jo Vanbelle vrederechter 6

| Vrederechter Jo Vanbelle: "Er bestaan zelfs vzw's om krakers te ondersteunen. Hoe kan het kraken van private gebouwen worden aanvaard als maatschappelijk doel van een rechtspersoon?"

Ook al laat de eigenaar zijn pand al jaren verkrotten?
Vanbelle: Het blijft zijn pand. Al doet de eigenaar daar twintig jaar niets mee, van private eigendommen blijf je af. Als ik morgen mijn kantoor binnenstap en er woont plots twintig man in deze zaal, dat kan je toch niet normaal vinden? Er bestaan zelfs vzw's om krakers te ondersteunen. Hoe kan het kraken van private gebouwen worden aanvaard als maatschappelijk doel van een rechtspersoon?
Alleen voor publieke gebouwen is het verhaal soms genuanceerder. De redenering is dat wanneer de overheid haar eigen gebouwen laat verkommeren, maar er tegelijk niet in slaagt om behoeftige mensen correct te huisvesten, ze later ook niet moet komen klagen als haar panden worden gekraakt tot wanneer er een behoorlijke oplossing is gevonden.
In Nederland bestaat er bijvoorbeeld een actieve samenwerking tussen overheid en projectontwikkelaars om panden die wachten op renovatie legaal, voor een beperkte tijd en in goede leefomstandigheden, te laten 'kraken'. Zo'n proactieve maatregel is in mijn ogen een betere maatregel dan een leegstandtaks.

De Brusselse regering voert in de praktijk vooral een gedoogbeleid tegenover kraakpanden. Komt het probleem daarmee op uw bord terecht?
Vanbelle: Ik kan begrijpen dat sommige politici sympathie hebben voor de beweegredenen van krakers, maar ik word niet betaald om sympathiek te zijn.

De energieprijzen zijn sterk gestegen. Wat zal daar volgens u de impact van zijn?
Vanbelle: Energie wordt meer en meer een maatschappelijk relevant probleem – dat is het nu al. Een alleenstaande die 1.300 euro verdient en 650 euro huishuur en 200 euro aan nutsvoorzieningen betaalt, die moet zien rond te komen met 15 euro per dag. En dan zullen de energieprijzen nog toenemen? Natuurlijk komt dat niet goed. Ik kan daar niet veel aan doen, buiten hen een afbetalingsplan toestaan. Alle beetjes helpen, al gaat het maar om vijf euro per maand.
Het is onze rol als vrederechter om sociale drama's te voorkomen. Wie niet meer in basisbehoeften als gas en elektriciteit kan voldoen, zit pas echt in de problemen. Ik zal dan ook zelden of nooit een elektriciteits- of gasleiding afsluiten, tenzij de mensen niet komen opdagen. Want dan kan ik niet luisteren naar hun verhaal en heb ik geen keuze. Daarom is mijn boodschap: kom altijd naar je zitting.

In Brussel zijn er te weinig vrederechters en het aantal zaken blijft toenemen. Kunt u die belangrijke sociale rol nog voldoende opnemen?
Vanbelle: Sommige plaatsvervangende vrederechters, zoals ik, wordt gevraagd (via een afvaardiging) om permanent ingeschakeld te worden in bepaalde kantons (zoals Elsene) om de continuïteit van de dienst op te vangen, zij het vooralsnog tegen de helft van de normale aanvangswedde. De instroom van zaken moet bovendien absoluut beperkt worden om de werklast behapbaar te houden. Ik moet me nu bijvoorbeeld buigen over alle niet-betaalde telefoonfacturen. Is dat echt nodig? Leg mij dan alleen de facturen voor die betwist worden. Per honderd zaken zijn er dat vijf of tien.
Onze tijd wordt te veel opgeslorpt door niet-essentiële zaken. Nog zoiets: parkeerboetes. Soms krijgen wij nog zaken voorgelegd over parkeerboetes uit 2014. Weet jij nog waar je op 6 augustus 2014 je auto geparkeerd hebt?

Starten overijverige advocaten soms te snel een rechtszaak voor zaken die ook anders opgelost kunnen worden?
Vanbelle: Er zijn in Brussel meer en meer advocaten, terwijl de vraag niet evenredig is toegenomen. Het resultaat: al te veel advocaten hebben niet genoeg werk, wat een invloed kan hebben op de kwaliteit – die komt namelijk met ervaring – en op de wijze waarop cliënten worden gevonden. Het pro-Deosysteem barst immers uit zijn voegen. Dat resulteert in het inleiden van steeds meer zaken die eigenlijk met wat gezond verstand en goede wil perfect anders konden worden opgelost of gewoon vermeden.

U bent ook actief als zakenadvocaat. Is die combinatie vol te houden?
Vanbelle: Ik zou mijn activiteiten als advocaat op termijn graag afbouwen en volledig overstappen naar de magistratuur. Het beroep van advocaat wordt niet meer gerespecteerd zoals vroeger. Dat heeft het ook wel wat aan zichzelf te danken, maar dat is een ander debat. Notarissen en dokters: dat zijn de enige vrije beroepen die nog een zeker aanzien kennen bij de bevolking.
Bovendien is het advocatenwereldje zelf ook sterk veranderd. Je ziet veel advocaten die elkaar het licht in de ogen niet gunnen. Toen ik begon aan de Balie, in 1995, was er nog een soort van kameraadschap. Je kon elkaar in de rechtszaal de duvel aandoen, maar na de zitting ging je samen een pint drinken. De stiel is heel hard en individualistisch geworden. Ik ben de fun in het vak kwijt, en dat heb ik niet in de magistratuur.

Noot: in de gedrukte versie zijn enkele aanpassingen niet meegenomen. In bovenstaande versie is dat wel zo.


De rechtbank, elke donderdag om 20.35 uur op Play4

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Brussel, Justitie, Samenleving, vrederechter, Jo Vanbelle, rechtbank, magistratuur

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni