Driekwart van de Brusselaars wil een lagere maximumsnelheid

Drie kwart van de Brusselaars gaat akkoord met een lagere snelheid voor meer verkeersveiligheid. Dat blijkt uit een bevraging in het kader van de Brusselse Staten-Generaal Verkeersveiligheid, waarvan Brussels staatssecretaris voor Verkeersveiligheid, Bianca Debaets (CD&V) dinsdag de resultaten heeft bekendgemaakt. Ook blijkt dat respect in het verkeer een pijnpunt blijft.

Tijdens het traject van de Staten-Generaal Verkeersveiligheid werden 1.500 Brusselaars online ondervraagd en kwamen verschillende burgers, actiegroepen en experts samen om te debatteren en aanbevelingen te formuleren. Daaruit bleek dat bijna 75 procent van de Brusselaars zich kan vinden in een lagere snelheid om de verkeersveiligheid te verhogen.

Voor staatssecretaris Debaets is dat een stap in de richting van een algemene zone 30. "Ik ben altijd voorstander geweest van een veralgemeende zone 30 in Brussel, met uitzondering voor een aantal gewestwegen. Ik ben blij dat de Brusselaar daar brood in ziet", aldus Debaets.

De staatssecretaris blijft ook ijveren voor snelheidscontroles, want het Brussels gewest maakt jaarlijks geld vrij voor flitspalen, lidars en trajectcontrole. "We roepen de Brusselse burgemeesters en politiezones op daar veel meer gebruik van te maken", stelt Debaets.

Een ander belangrijk punt voor de Brusselaar is het respect in het verkeer, of eerder het gebrek eraan. Van de Brusselaars werd 37 procent al geconfronteerd met verkeersagressie en dat is het hoogste cijfer van het land. Een aanbeveling in dat domein is een verhoogde inzet van politieagenten te voet of op de fiets, omdat zij sneller kunnen ingrijpen bij dit asociaal gedrag.