'Kijk naar de taal van het kind, niet van de ouders'

Volgens de Brusselse groenen moet er bij schoolinschrijvingen naar het taalniveau van het kind gekeken worden, niet naar dat van de ouders. Nochtans verhoogde de Vlaamse regering net het aantal voorrangsplaatsen voor kinderen van Nederlandstalige ouders.

Het aantal voorrangsplaatsen voor kinderen met minstens één Nederlandstalige ouder loopt in het Brusselse Nederlandstalig onderwijs op tot 65 procent, zo besloot de Vlaamse regering op vrijdag. Daarnaast verdwijnt ook de zogenaamde ‘dubbele contingentering’, dat een goede sociale mix op school moest garanderen.

De groenen vrezen dat die maatregelen op termijn tot meer segregatie op basis van taal en tot kansarmoede kunnen leiden. Zij pleiten ervoor om in de plaats van het taalniveau van de ouders rekening te houden met het Nederlands van het kind.

'Onrechtvaardig'

Brussels parlementslid Bruno De Lille (Groen) noemt de nieuwe regels “fundamenteel onrechtvaardig”.

“Een kind van 12 met anderstalige ouders, dat al sinds de kleuterschool in het Nederlands naar school gaat, wordt niet als Nederlandstalige gezien. Het zal pas in aanmerking komen in het secundair nadat zijn klasgenootjes van Nederlandstalige ouders een plaats op school krijgt”, zegt hij.

'Geen voorrangsregels, wel meer scholen'

Dat de Vlaamse regering tegelijkertijd 15 procent plaatsen opzij zet voor leerlingen die al negen jaar les volgen op een Nederlandstalige school, is volgens De Lille slechts een pleister op een open wonde.

"Als een kind negen jaar les volgt op een Nederlandstalige school, dan is dat voor ons gewoon een Nederlandstalig kind", zegt het parlementslid aan BRUZZ.

Liefst van al zien de groenen geen voorrangsregels meer, wat pas kan als er een plaats is voor élk kind in het Nederlandstalig onderwijs. De Lille pleit er daarom voor om extra scholen bij te bouwen in het Brusselse, om zo de aanhoudende capaciteitsproblemen weg te werken.