VUB beste Belgische universiteit op vlak van onderwijskwaliteit

De Vrije Universiteit Brussel behoort tot de beste 17 procent van de universiteiten wereldwijd in de QS World University ranking. In de algemene ranking komt de VUB terecht op plaats 200, ofwel de vierde plek onder de Belgische universiteiten. In het onderdeel onderwijskwaliteit komt de Brusselse unief het sterkst uit de verf.

De KU Leuven is net zoals vorig jaar de enige Belgische universiteit in de top 100. De Universiteit Gent, de Université Catholique de Louvain en de Vrije Universiteit Brussel staan op de respectieve plaatsen 135, 189 en 200. De Universiteit Antwerpen staat op nummer 238, de Universiteit van Hasselt op de 456ste plaats. De ULB (250), de Universiteit van Luik (451) en de Universiteit van Bergen (651-700) vallen eveneens uit de top 200.

Internationaal aantrekkelijk

Alle Belgische universiteiten behalve de ULB verliezen een beperkt aantal plaatsen in de ranking. De VUB, dat tot de beste zeventien procent wereldwijd behoort, scoort van de Belgische universiteiten in de ranking het best op het onderdeel onderwijskwaliteit. Deze wordt bepaald door de verhouding van het aantal studenten ten opzichte van de staf. Hoe hoger het aantal docenten per student, hoe aantrekkelijker dat is voor wetenschappers om er les te geven.

De VUB scoort ook sterk op het vlak van internationale aantrekkelijkheid voor onderwijzend personeel. Dit jaar heeft de VUB overigens ook alweer meer internationale studenten kunnen rapporteren.

Kanttekeningen van VUB

De ranglijst wordt opgesteld op basis van verschillende parameters, met de academische reputatie als belangrijkste. Die wordt bepaald aan de hand van de mening van meer dan 100.000 academici wereldwijd. Voorts spelen onder meer het gemiddeld aantal citaties per faculteit, het gemiddeld aantal studenten per academisch personeelslid en het aandeel internationale onderzoekers en internationale studenten mee.

De VUB heeft wel enkele kanttekeningen bij de QS ranking. "Ze combineert subjectieve indicatoren met zogenaamde ‘objectieve’ indicatoren, maar de rankinginstelling verschaft geen duidelijkheid over de keuze of combinatie van de indicatoren, noch over de wegingscoëfficiënten", klinkt het. Bovendien bepalen indicatoren die naar reputatie peilen maar liefst 50 procent van het eindresultaat.

De plaatsen in de ranking van de deelnemende universiteiten zijn ook erg volatiel, merkt de VUB op. "Een universiteit kan dalen in ranking, maar haar percentielscore toch verbeteren. Zo daalt de VUB in absolute cijfers licht van 195 naar 200, maar relatief gezien stijgt haar percentiel van 18,2 procent naar 16,9 procent. En dus behoren we in percentages tot de top zeventien."