Toen iedereen ‘in zijn kot’ moest, rees plots het besef dat heel wat mensen in Brussel geen kot hebben. Dat veel mensen geen identiteitskaart hebben om zich te registreren voor een coronatest. En dat je, geconfronteerd met armoede, tegenslag en een gebrek aan een sociaal netwerk, al sneller op straat kan belanden dan we soms denken. Met ook een nominatie voor het triestigste dieptepunt van deze hele coronacrisis: het moment dat hulporganisaties zich genoodzaakt zagen om daklozen te voorzien van een ‘attest van niet-huisvesting’, zodat ze niet zouden worden opgepakt na de avondklok.
Met de zomerperiode verdween het thema weer naar de achtergrond, en dus was daar in november weer de oproep van Dokters van de Wereld. De winter stond voor de deur en er dreigde een gebrek van – minstens – achthonderd opvangplaatsen voor daklozen. “Elk jaar lijkt het alsof de winter uit de lucht komt gevallen,” klonk het.
Niet genoeg
Profetische woorden, waren het, als je de chronologie van vorige week erop naslaat. Terwijl in het weekend de temperaturen al stevig onder nul zakten, werd pas maandagavond – bij -5 °C – een crisisoverleg belegd vanuit het kabinet van Alain Maron met de hulporganisaties. De conclusie: de 3.120 beschikbare bedden waren al zo goed als volledig bezet. Dinsdagmiddag werd het aantal bedden opgetrokken tot 3.400. De stations zouden ’s avonds en ’s nachts openblijven voor daklozen. Enkele uren later bleek het alleen over het Zuidstation en het metrostation Kruidtuin te gaan. In de tussentijd besloten de burgemeesters van Etterbeek om daklozen die niet naar de opvang willen, te laten oppakken door de politie. Minder controversiële strategieën kwamen er ook, overigens, vanuit de gemeenten die heel wat extra opvangplaatsen openden.
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.