Analyse

Een jaar voor de verkiezingen: de Vlaams-Brusselse partijen doorgelicht

Steven Van Garsse
© BRUZZ
08/06/2023

| Kopstukken van Nederlandstalige politieke partijen in het Brussels Gewest: Sven Gatz (Open VLD), Elke Van den Brandt (Groen), Pascal Smet (one.brussels-Vooruit), Cieltje Van Achter (N-VA), Bianca Debaets (CD&V), Pepijn Kennis (Agora), Dominiek Lootens-Stael (Vlaams Belang) en Jan Busselen (PVDA.)

Binnen een jaar trekken we opnieuw naar de stembus. Nog voor de campagne in september echt losbarst, zijn de partijen al volop bezig om hun posities in te nemen. Dat loopt bij de ene al wat vlotter dan bij de andere.

Flashback naar de regionale verkiezingen van 2019, nu vier jaar geleden. Het is aan Nederlandstalige kant in Brussel niet minder dan een aardverschuiving. Open VLD verliest haar dominante positie die ze vijftien jaar onafgebroken had mogen innemen in de Brusselse regering. De partij was geërodeerd geraakt. Te lang aan de macht, te weinig oog voor de nieuwe ontwikkelingen. De partij tuimelde van vijf naar drie zetels.

Groen stond meteen klaar om de fakkel over te nemen. De partij haalde de meeste Nederlandstalige stemmen binnen. Dat was niet helemaal onverwacht. De gemeenteraadsverkiezingen van acht maand eerder hadden al een groene golf over Brussel heen laten komen. Ook N-VA ging vooruit. De nationalisten konden net geen vierde zetel binnenrijven.

Het zijn die twee partijen, Groen en N-VA, die ook vandaag - een jaar voor de verkiezingen - het best in hun vel lijken te zitten. Dat blijkt uit de vele gesprekken die Bruzz voerde met partijmensen en waarnemers. Met de vraag: waar kunnen de partijen mee uitpakken, wat is hun aanvalsplan en wie schuiven ze naar voren?

Groen houdt stand

Vriend en vijand zijn het erover eens dat minister Elke Van Den Brandt (Groen) een prima parcours heeft gereden, en zich - in tegenstelling tot minister Alain Maron (Ecolo) - nooit echt in de moeilijkheden heeft gewerkt. Ze kan met de coronafietspaden en de zone dertig een mooi palmares voorleggen. Natuurlijk was er het Good Move-debacle. In enkele gemeenten liep het helemaal mis met de circulatieplannen. Maar dat is vooral in het gezicht van de Groen-schepenen in die gemeenten ontploft. Van Den Brandt heeft daar tot op vandaag weinig politieke schade van ondervonden. Bovendien kan ze altijd naar de geslaagde voorbeelden verwijzen, zoals in Brussel-Stad en Schaarbeek, waar al een deel van de circulatieplannen is uitgerold.

“Vriend en vijand zijn het erover eens dat Elke Van den Brandt (Groen) een prima parcours heeft gereden”

Steven Van Garsse, politiek analist voor BRUZZ

Ook de coronacrisis heeft Van Den Brandt handig doorstaan. Beter alvast dan haar collega Alain Maron (Ecolo), hoewel ze voor precies dezelfde bevoegdheden verantwoordelijk is. Het wordt haar door de andere partijen wel aangewreven dat ze hier heel makkelijk mee is weggekomen. Voor de pandemie uitbrak, was er afgesproken dat Maron de bevoegdheden van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie ten volle zou uitoefenen. Maron was het gezicht. Zo bleef ze grotendeels buiten beeld in een periode die onvoorspelbaar was en voor politici aartsmoeilijk om te beheren.

Dan is er metro 3. Een dossier waar de Brusselse regering nu op het einde van de legislatuur in een lastig parket mee komt. Ze zal wellicht tot het einde van de legislatuur met een impasse moeten zien om te gaan. Ze kan geen kant uit. Want zowel verklaren dat het afgelopen is met het metro 3-project als een vergunning verlenen voor het stuk Noord-Bordet is politieke waaghalzerij. Het geld is gewoon niet voorhanden. Toch raakt dit de partij niet echt. Groen is voorstander van de nieuwe metrolijn, meer dan Ecolo bijvoorbeeld, maar is niet echt de vaandeldrager. Dat is Open VLD.

Open VLD: interne twist sleept aan

Daarmee is al veel gezegd over de Nederlandstalige liberalen in de hoofdstad. Ze hebben het verlies van 2019 nog niet kunnen omkeren in een positieve tendens. Dat geven ze zelf off the record toe. Ze kijken met verbazing en lichte jaloezie hoe Groen het doet. Het palmares voor Open VLD ziet er niet zo fraai uit. De Brusselse begroting is een ramp. Dat is voor een liberale partij sowieso moeilijk te verkopen aan de achterban, zelfs al zijn er de omstandigheden en hebben alle deelstaten in het land het moeilijk met de overheidsfinanciën.

Op papier is een begroting in evenwicht nog mogelijk, maar iedereen weet dat het eigenlijk zo niet verder kan. Brussel leeft op een te grote voet. Bij de regeringsonderhandelingen in 2024 zal er één miljard structurele inkomsten gezocht moeten worden, of, minstens even pijnlijk, een miljard structureel bespaard moeten worden. De goede huisvader van de Brusselse overheidsfinanciën: het was het handelsmerk van Guy Vanhengel. Huidig Open VLD-minister van begroting Sven Gatz kan dat moeilijk waarmaken.

Sven Gatz (Open VLD), Elke Van den Brandt (Groen), Pascal Smet (one.brussels/Vooruit), Cieltje Van Achter (N-VA) en Bianca Debaets (CD&V)

| Sven Gatz (Open VLD), Elke Van den Brandt (Groen), Pascal Smet (one.brussels/Vooruit), Cieltje Van Achter (N-VA) en Bianca Debaets (CD&V.)

Gatz kan wel de verhoging van het abattement bij de registratierechten op zijn conto schrijven. Niet onbelangrijk voor jonge gezinnen die een woning kopen. Open VLD ziet zelf ook de beslissing over 5G als iets wat is binnengehaald maar voor dat laatste is het nog maar de vraag of de kiezer die link direct legt.

Maar vooral intern botert het niet. Er is de eindeloze trammelant met Vlaams parlementslid Els Ampe. De strijd om haar aan de kant te schuiven duurt veel langer dan gedacht en heeft tonnen energie gevergd, die niet is kunnen gaan naar de vernieuwing van de partij. Die is nochtans nodig, want Open VLD zal zich schrap moeten zetten in 2024. Zwaargewicht Guy Vanhengel heeft al aangegeven niet meer te zullen opkomen. Wellicht verdwijnt ook Els Ampe van de lijst. Ze was in 2019 goed voor 3.800 stemmen. Dat is gerekend buiten het risico dat Els Ampe opkomt met een scheurlijst, een horrorscenario voor de partij. Open VLD beseft dus maar al te goed dat de sterren op dit moment niet goed staan.

Het verklaart misschien waarom Sven Gatz vorige week zo ongewoon hard uithaalde naar het Vlaams Belang, dat aan de Kunstberg was komen manifesteren. In een soort van oud-Nederlands, en met een gedicht, vertelde hij dat het 'gespuis' maar beter terug naar zijn dorp kan keren. Het kan een cri de coeur zijn geweest. Misschien was het toch gewoon profilering. Het leverde, buiten een storm van protest in Vlaanderen, en een rel met de rector van de Universiteit van Gent, binnen Brussel heel wat steun op. Al was die minder zichtbaar. De schade die de tweet heeft opgeleverd in Nederlandstalig Brussel mag dus misschien gerelativeerd worden, precies omdat veel Brusselaars stilzwijgend hetzelfde denken als wat Gatz, misschien wat knullig, tweette. In dat geval is de opdracht geslaagd. Gatz staat terug in de aandacht.

In de wissel van de macht van Open VLD naar Groen moet natuurlijk ook gekeken worden naar waar Groen toch in de moeilijkheden kan geraken. Die risico's zijn er zeker. Zo heeft sterkhouder Juan Benjumea-Moreno laten weten niet meer te kandideren. Een jong beloftevol parlementslid verliezen is altijd een aderlating.

Dan is er ook de vraag in hoeverre de algemene tendens in Vlaanderen zal doorslaan naar Brussel. Groen doet het er bar slecht in de peilingen. Het voorzittersduo van Groen slaagt er maar niet in om de partij buiten woelig water te houden. Dat kan in Brussel negatief afstralen op de partij: voorzitter Nadia Naji is namelijk zelf een Brusselse. Ook die andere Brusselse sterkhouder, federaal minister Tinne Van der Straeten, zal nog moeten bewijzen dat ze deze federale regering zonder kleerscheuren kan doorkomen.

N-VA: hopen op gestage vooruitgang

De N-VA werd in 2019 de tweede grootste partij aan Nederlandstalige kant. In tegenstelling tot de legislatuur ervoor is de partij erin geslaagd om een positie te verwerven in het Brusselse ecosysteem. Daar zijn twee redenen voor. De partij stelt zich, veel meer dan in de vorige legislatuur, constructief op. Dat heeft met Cieltje Van Achter te maken. Die stelt zich hard op waar nodig, maar consensueel waar het kan. Het grote voordeel daarvan is dat ze intussen ook omarmd wordt door de Franstalige politici en media. Ze toont dat de partij helemaal niet zo hardvochtig is als ze soms aan Franstalige kant wordt voorgesteld. En dat de partij bestuursklaar is.

“Als N-VA in Brussel echt incontournable wordt, dan kan de partij dat als breekijzer gebruiken voor de federale regeringsvorming”

Steven Van Garsse, politiek analist voor BRUZZ

Een nadeel kan zijn dat deze houding ten koste gaat van de profilering, precies wat een partij nodig heeft in de aanloop naar de verkiezingen. Cieltje Van Achter wordt ook een te grijs imago toegedicht. Niet scherp genoeg. Maar daarvoor zijn de twee andere N-VA-parlementsleden geknipt, die een volledig ander profiel hebben.

Gilles Verstraeten is een goeie debater, komt heel sociaal over en ligt ook goed binnen dat parlement. Mathias Vanden Borre heeft het op dat vlak misschien wat moeilijker, maar hij dekt perfect de Theo Francken-strekking af. Hard op veiligheid en immigratie. Ook daar zijn zeker stemmen mee te winnen binnen Brussel.

De partij hoopt, net zoals Groen, op de verrassing. Vallen de resultaten voor N-VA in Vlaanderen misschien wat tegen, dan ligt er in Brussel wél een vooruitgang in het verschiet. De partij gaat uit van vier à vijf zetels in 2024. Het moment van de waarheid voor de N-VA zal dan sowieso de Brusselse regeringsvorming in 2024 zijn. Een meerderheid met N-VA aan Vlaamse kant is theoretisch niet uitgesloten, maar hoe moet dat dan verlopen als er met de Franstaligen aan tafel zal worden gezeten? N-VA zal dan zeker de correcte toepassing van de taalwet op tafel leggen. Of hierover compromissen gesloten kunnen worden, blijft zeer de vraag.

Tenzij N-VA in Brussel echt incontournable wordt. In de gesprekken die Bruzz voerde, lijkt niemand daar van uit te gaan, maar als het toch zo zou zijn dat er geen Vlaamse meerderheid mogelijk is in Brussel zonder N-VA, dan komen we in een andere dimensie terecht. N-VA kan dat als breekijzer gebruiken voor de federale regeringsvorming, of voor het confederalisme.

One.brussels: omslag naar Vooruit, of niet?

In dat geval is het ook kijken naar Vooruit, dat momenteel de beste verstandhouding heeft met de N-VA. Maar in Brussel is het ook de partij die het meest worstelt met haar positionering naar 2024. Het hele One.Brussels-verhaal was opgezet als vernieuwingsoperatie, maar lijkt mislukt. Al was het maar omwille van de naam. One.Brussels sloeg op de fusie van de negentien gemeenten, waarover de partij het debat op gang wou brengen, maar waar op dit moment niemand van wakker lijkt te liggen. Brussel institutioneel hervormen is nochtans een punt in het regeerakkoord.

Nu Vooruit met Conner Rousseau de wind in de zeilen heeft, lijkt het logisch om met de naam Vooruit naar de kiezer te trekken. Het moment vinden om de omslag van One.Brussels naar Vooruit te maken heeft blijkbaar wat voeten in de aarde. In september zou hierover een beslissing vallen. Dat is meer dan louter een naamkwestie. Heel het One.Brussels-verhaal ademt stedelijk progressief kosmopolitisme.

Dat staat mijlenver van de flinkse richting die Conner Rousseau in Vlaanderen is ingeslagen. De Molenbeek-bashing door Rousseau, waar Vooruit een schepen heeft, bracht de Brusselse partijafdeling meerdere malen in verlegenheid. Hoe de Vlaamse en Brusselse Vooruit gaan convergeren is een groot vraagteken. Zeker omdat geen van de huidige Brusselse parlementsleden in het Conner Rousseau-verhaal passen. Fouad Ahidar is uit het partijbureau gezet en Els Rochette neemt het op voor de vluchtelingen en mensen zonder papieren, terwijl Rousseau het leefloon voor vluchtelingen wil afschaffen. Hilde Sabbe steekt haar kritiek op Rousseau niet onder stoelen of banken.

“Hoe de Vlaamse en Brusselse Vooruit gaan convergeren is een groot vraagteken”

Steven Van Garsse, politiek analist voor BRUZZ

Twee mogelijkheden dienen zich aan: ofwel laat Rousseau de Brusselse afdeling zijn gang gaan – Brussel lijkt niet het gewest waar hij het gevecht voor wil voeren, ofwel zal Rousseau, controlefreak die hij is, de bakens hier wel uitzetten. De vraag is dan ook welke rol staatssecretaris Pascal Smet hierin zal spelen. Die gaf zelf al aan de fakkel wellicht te zullen doorgeven aan Brussels schepen Ans Persoons.
Feit is dat de legislatuur voor Smet niet de makkelijkste was. Hij heeft bevoegdheden waar hij moeilijk mee in de media kan treden, maar op een slimme manier zette hij die wel naar zijn hand, zodat hij toch zijn verhaal over de ontwikkeling van de stad kon brengen. Kijk maar naar de Noordwijk, Good Living of zijn bemiddelaarsrol in het stadiondossier van Union.
Hij kon tegelijk moeilijk zijn frustratie verstoppen over het ontgoochelende resultaat in 2019 en verwijt Groen tot op vandaag dat die met de pluimen gaan lopen voor wat hijzelf als minister in gang heeft gezet. Het lijkt ook een marsorder binnen One.Brussels-Vooruit om coalitiepartners Groen en Ecolo als schietschijf te gebruiken, in de hoop het verloren electoraat terug te winnen. Afwachten of dat lukt.

CD&V: het is erop of eronder

Voor CD&V wordt het erop of eronder. Voormalig staatssecretaris Bianca Debaets en enig parlementslid heeft in het parlement zeker geen potten gebroken, maar het is ook niet makkelijk om oppositie te voeren als voormalig regeringslid. Kan ze opnieuw de lijst trekken, of wordt dat Benjamin Dalle? Die kon als Vlaams minister wel in de kijker lopen, maar wordt vandaag nog te weinig als Brussels gezien. Hij zit al in campagnemodus, door in heel Brussel organisaties te gaan bezoeken. Het versterken van het middenveld is sowieso iets waar Dalle mee wil uitpakken, maar de vraag is of hij daarmee de harten kan veroveren.

Bovendien gaat het verhaal dat CD&V-voorzitter Sammy Mahdi hem liever in het Vlaams parlement de lijst ziet trekken. CD&V beseft dat elke zetel daar telt, om er in de volgende Vlaamse regering terug bij te zijn. Dan lijkt het logisch om de Vlaamse minister daar uit te spelen. Zelf zou Dalle liever voor het Brusselse niveau gaan, waar een zetel iets makkelijker te halen is dan in het Vlaams parlement. Afwachten dus.

Pepijn Kennis (Agora), Dominiek Lootens-Stael (Vlaams Belang) en Jan Busselen (PVDA.)

| Pepijn Kennis (Agora), Dominiek Lootens-Stael (Vlaams Belang) en Jan Busselen (PVDA.)

PVDA, Vlaams Belang & Agora: de niet te vergeten outsiders

Aan de uitersten van het politieke spectrum zijn er nog PVDA en Vlaams Belang. Die haalden elk een zetel in 2019. Dat lijkt weinig, maar als er maar zeventien zetels te verdelen zijn, verengt dat wel het speelveld. Bovendien kan de uitslag aan de Nederlandstalige kant in Brussel grillige vormen aannemen. Er is geen kiesdrempel en door lijstverbindingen, of door Franstalige stemmen, kunnen kleine partijtjes plots een zetel halen, zoals Agora in 2019. Ook daar zal in 2024 rekening mee moeten worden gehouden.

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Brussel, Politiek, gemeenteraadsverkiezingen 2024, Brussel Kiest 2024, Gewestverkiezingen 2024

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni